Ambiguïteit van de Gulenbeweging? Onvermijdelijk.

Ambiguïteit van de Gulenbeweging? Onvermijdelijk.

  

Onvermijdelijke dubbelzinnigheid van de Gülen-beweging

Net als schoonheid, wordt dubbelzinnigheid geopenbaard aan degenen die er oog voor hebben. Hoewel aan de dubbelzinnigheid van Hizmet ofwel de Gülen-beweging − sociale beweging die geënt is op ideeën van de Turkse intellectueel Fethullah Gülen − een aantal aan Hizmet gerelateerde oorzaken ten grondslag liggen, hebben nog meer oorzaken te maken met de perceptie van de buitenstaander. Hizmet tart de meeste van onze vooroordelen; we willen het beestje graag een naam geven en in een hokje stoppen en worden boos wanneer dat ons niet lukt. En dan verzinnen we allerlei niet-kloppende beelden van een man, een beestje en een hokje dat te klein is.

Out of the box denken

We willen het beestje graag een naam geven en in een hokje stoppen en worden boos wanneer dat ons niet lukt.

De reden daarvoor is dat Hizmet allerlei zaken combineert waarvan we niet gewend zijn dat die op die manier gecombineerd worden: geënt op geloof (de motivatie), maar toch geloofsneutraal (in activiteiten); gebaseerd op principes van de Koran, maar toch inclusief en zonder bekeerdrift; overwegend moslim, maar open naar de samenleving toe en constructief reagerend op moderne en postmoderne ideeën en levenswijzen. Het grootste struikelblok is echter waarschijnlijk ons ingebakken cynisme ten aanzien van een altruïstische wens om tot een meer humane, liefdevolle en vreedzame wereld te komen. We zijn er immers aan gewend dat voor niets de zon op gaat en dat wanneer een vreemde iets voor ons doet, daar altijd iets tegenover moet staan.

In zijn meest recente boek Gülen: The Ambiguous Politics of Market Islam in Turkey and the World (2013), betoogt socioloog Joshua D. Hendrick (Loyola University Maryland) dat de Hizmet-beweging strategische dubbelzinnigheid hanteert door onduidelijk te blijven over de brede doelstellingen, het karakter en de methoden van de beweging. Het gevolg daarvan is een zekere flexibiliteit waardoor de beweging voor elk wat wils kan zijn. Voorbeelden van die strategie zijn Gülens rol met betrekking tot de beweging, zijn verhouding tot de scholen en zelfs zijn geboortedag.

Ik geef toe, het laat onverlet dat er dubbelzinnigheid is. 

Als Hizmet-sympathisant ben ik het er niet mee eens dat dubbelzinnigheid, als zoiets al bestaat, een strategisch belang dient. In de 20 jaar dat ik sympathisant ben, was ik getuige van en betrokken bij verschillende pogingen om de doelen, waarden en activiteiten van de beweging duidelijker en toegankelijker te maken. Dus als er al een overkoepelende strategie bestaat, dan heeft die duidelijkheid als doel, en niet dubbelzinnigheid. Ik geef toe, het laat onverlet dat er dubbelzinnigheid is. Ik ben echter van mening dat dit onvermijdelijk en vaak onopzettelijk is. Daar heb ik verschillende redenen voor.

Dubbelzinnigheid? Onvermijdelijk en onopzettelijk, want..

Ten eerste, Hizmets ideaal is veel groter dan wat de meeste mensen ervan denken. Het gaat niet om dagelijkse politiek, economie of macht, maar om iets diepers en significanters. Door middel van Gülens leer en raad en de activiteiten van de beweging, wil Hizmet bijdragen aan een reconceptualisering van onze formatieve ideeën, culturele paradigma’s, ons begrip van de realiteit en manieren van ‘zijn’. Daarmee brengt Gülen een vernieuwing die materie en metafysica, wetenschap en geest, egocentrisme en sociale verantwoordelijkheid beter met elkaar in evenwicht brengt. Gülen stelt dat dat niet in één keer of door één beweging gerealiseerd kan worden, maar dat het een generationele verschuiving is waaraan hij wil bijdragen. Gülen behandelt het in een aantal van zijn boeken en artikelen, zoals The Statue of Our Souls, The Light (2005). Je kunt het ideaal onrealistisch, utopisch en zelfs idioot vinden, maar dat is weer een geheel andere discussie. Waar het hier om gaat is dat een beweging met zo’n doel logischerwijs overkomt als dubbelzinnig wanneer geprobeerd wordt die beweging te begrijpen vanuit een volledig andere en incompatibele zienswijze. Het is alsof we op verschillende niveaus met elkaar praten – en dus volkomen langs elkaar heen.

De tweede onvermijdelijke dubbelzinnigheid treedt op wanneer we Gülens rol ten aanzien van de beweging proberen te begrijpen. Gülen is geen conventionele leider of manager – laat staan een micromanager. Hij voorziet de beweging weliswaar van een raamwerk voor Hizmets ideeën en principes, maar die ideeën en principes worden dialoogsgewijs ontwikkeld door Hizmets praktijken en activiteiten. Omdat de beweging sterk gedecentraliseerd is over meer dan 160 landen, beperkt Gülen zich ertoe op metaniveau te spreken. Op die manier hebben zijn visies en adviezen waarde voor zo veel mogelijk mensen en contexten. Treedt hij echter in detail, dan bestaat het gevaar dat zijn ideeën niet meer op zoveel plekken en in zoveel situaties toepasbaar zijn.

Zonder de oorzaak van die discrepantie te begrijpen, is men geneigd te denken dat het opzettelijk is. Terwijl het dat niet is.

De derde reden is de onvermijdelijke discrepantie tussen theorie en praktijk, twee niveaus waarop Hizmet tegelijkertijd actief is. Niet alleen biedt Hizmet ons een theoretisch kader, het houdt zich ook bezig met een waaier aan activiteiten. De discrepanties, en zelfs tegenstellingen, hier zijn het onvermijdelijke gevolg van het tegelijkertijd ‘toepassen’ als ‘omhelzen’, en al helemaal in relatie tot een massale grassrootbeweging. Een voorbeeld daarvan is Gülens visie op genderzaken en de praktijk van Hizmet. Terwijl Hizmets praktijk op dit terrein ver voor ligt op de benadering en cultuur van Turkije ten aanzien van vrouwenzaken, loopt het tegelijkertijd sterk achter op Gülens leer. Zonder de oorzaak van die discrepantie te begrijpen, is men geneigd te denken dat het opzettelijk is. Terwijl het dat niet is.

De vierde reden is dat terwijl Hizmets waarden, idealen en principes onveranderlijk blijven, de praktijk zich continu ontwikkelt en evolueert. Deelnemers aan de beweging zijn zich bewust van die dynamiek van haar activiteiten en van Hizmets wens om zo inclusief mogelijk te zijn. Door dat besef formuleren en kaderen ze hun doelen, namen en beeldvormingen zo breed, dat ze op een buitenstaander overkomen als ondoorzichtig. Waarom zou je een Turks tv-station ”De Melkweg” (Samanyolu) noemen of een tijdschrift, getiteld ”De Fontein” (Sızıntı) publiceren over wetenschap, religie, literatuur, geschiedenis en poëzie? Het punt is dat een dergelijke brede oriëntatie onvermijdelijk, en onbedoeld, een evenzo grote hoeveelheid dubbelzinnigheid oplevert.

Een laatste argument heeft te maken met reflexen en gewoonten. Hizmet ontstond in het moderne Turkije en wordt geleid door overwegend Turkssprekenden. De moderne Turkse Republiek is gebaseerd op, onder meer, de afwijzing van religie en op de vooronderstelling dat de burgers niet in staat zijn om zichzelf te hervormen. Deze manier van denken leidde tot een autocratisch regime dat moslims in de publieke arena vervolgt – net als de alevieten, Koerden, Armeniërs en andere minderheden die om wat voor reden dan ook niet pasten in het plaatje van de nieuwe ‘ideale Turkse burger’. Om die reden werd het voor Hizmet-sympathisanten een tweede natuur om in Turkije de persoonlijke identiteit te verbergen.

Nog een woord over Turkije

En hoewel de leiders van Turkije veranderd zijn, geldt dat niet voor de dynamiek van controle en macht. Onlangs ontketende premier Erdoğan een heksenjacht op Hizmet-sympathisanten in de publieke sector. De onbedoelde en onvermijdelijke consequentie daarvan is dat sommige Hizmet-sympathisanten zeer behoedzaam opereren in Turkije. Het is duidelijk dat bestaande dubbelzinnigheden meerdere oorzaken hebben en dat ze onvermijdelijk en onbedoeld zijn.

Veel van de dubbelzinnigheid vloeit voort uit de hardnekkigheid waarmee buitenstaanders proberen de beweging in hun vooroordelen en aannames in te passen. 

Zowel het traject als de beweging is echter zo open, duidelijk en transparant als maar mogelijk is. En er is al veel bereikt op dat gebied door een grotere zichtbaarheid, de bereidheid van de beweging om zich vaker uit te spreken en samen te werken in uiteenlopend kritisch onderzoek naar de organisatie.

Tot slot, veel van de dubbelzinnigheid vloeit voort uit de hardnekkigheid waarmee buitenstaanders proberen om de beweging in te passen in hun vooroordelen en aannames. Ze zouden de mogelijkheid eens moeten overwegen dat de beweging niet een beestje is dat een naam moet hebben en dat wanneer een vreemde iets voor hen doet, hij daar niet op een dag een tegenprestatie voor terug verlangt.

Ozcan Keles onvermijdelijke dubbelzinnigheid van de GulenbewegingÖzcan Keleş is promovendus in Human Rights Law aan het Human Rights Centre van de University of Essex en directeur van de organisatie Dialogue Society in Londen.

De naïviteit van Hizmet

De naïviteit van Hizmet

Fethullah Gülen verklaarde enkele dagen geleden dat hij een vergissing heeft begaan toen hij de Turkse regeringspartij AKP (Partij voor Rechtvaardigheid en Ontwikkeling) tijdens de referendumcampagne van 2010 steunde. Toch geloof ik niet dat het steunen van de grondwetswijziging an sich verkeerd was, maar het lijkt erop dat dit pakket maatregelen de weg heeft geëffend voor het semi-despotisme van de AKP.

Naïviteit van de Gulenbeweging

Zoals ik herhaaldelijk heb onderstreept, heeft de AKP met de Ergenekon-processen haar eerste angst, die voor een militaire staatsgreep, geëlimineerd. En met het referendum van 2010 schakelde ze haar tweede grote angst uit – haar sluiting door het Hooggerechtshof.  Sindsdien voelt de partij zich onbelemmerd om te doen en laten wat ze wil met de democratie en de rechtsstaat. Toch kon niemand dit in 2010 voorspellen omdat Erdoğan zijn ware bedoelingen altijd zeer zorgvuldig verborgen heeft gehouden.

Gülen treft dus geen blaam, maar uit nederigheid bekritiseert hij zichzelf. Toch denk ik dat hij, gezien zijn commitment ten aanzien van democratie, pluralisme en mensenrechten, een zelfde pakket maatregelen als destijds in 2010 zelfs nu zou steunen. Ik denk dat media en veel Hizmet-sympathisanten, onder wie ikzelf, hun grote vergissing met betrekking tot de AKP begingen tijdens de algemene verkiezingen van 2011. Toen steunden zij enthousiast en publiekelijk de AKP die daardoor 50 procent van de stemmen behaalde.

Achteraf is het makkelijk praten

Volgens mij is deze verkiezing, na de Ergenekon-processen en het referendum van 2010, de derde belangrijke factor die bijdroeg aan Erdoğans ‘roes’ en zijn transformatie in een halve despoot. Achteraf is het natuurlijk gemakkelijk praten, maar gezien de omstandigheden waarin de verkiezingen van 2011 plaatsvonden, bleef deze vergissing onopgemerkt. De centrumrechtse partijen hebben zichzelf in de voet geschoten door de kant van de generaals te kiezen tijdens de crisis die ontstond bij de presidentsverkiezingen van 2007 en ik kan me herinneren dat Gülen ontstemd was dat ze Erdoğan in de steek lieten zonder enige levensvatbare alternatieven.

Hij had zelfs voorzien dat Erdoğan op een kwade dag verwend zou raken en stout zou worden bij gebrek aan alternatieven. Bedenk wel dat er tijdens de verkiezingen in 2011 maar drie serieuze kandidaten bestonden: AKP, CHP (Republikeinse Volkspartij) en de MHP (Partij van de Nationalistische Beweging) en dat zowel de CHP als de MHP Ergenekon-verdachten naar voren hadden geschoven als parlementskandidaten. Het was dus niet meer dan logisch dat vrijwilligers en media van Hizmet vreesden voor een terugkeer naar het tijdperk van Ergenekon en staatsgrepen. Bovendien was de AKP de enige grote partij die in 2011 toetreding tot de Europese Unie, democratisering, meer grondrechten, pluralisme en mensenrechten omarmde. Zelfs toen verscheidene collega’s en ik de grote tekortkomingen van de AKP begonnen te zien en de partij begonnen te bekritiseren, wogen deze mankementen niet op tegen de grote verdiensten van de AKP. Tot 2012.

Desalniettemin hadden vrijwilligers en media van Hizmet terughoudender kunnen zijn in hun enthousiasme voor de AKP en in plaats van haar volledig te steunen hadden ze politieke partijen objectiever, evenwichtiger en neutraler tegemoet kunnen treden. Het was een vergissing de tekortkomingen van de AKP over het hoofd te zien – haar gebrekkige enthousiasme voor de EU en democratisering en de corruptiepraktijken waar de oppositie op wees. Had de AKP 45 procent van de stemmen gekregen in plaats van circa 50 procent, dan was de partij weliswaar nog steeds aan de macht gekomen, maar zou de partij niet zo vreselijk verwend zijn geweest.

Naïef geweest? Ja.

Het was een grove fout om Erdoğan niet terecht te wijzen toen hij regelmatig misbruik maakte van illegaal verkregen opnames over het privéleven van oppositieleider Deniz Baykal en verschillende MHP-kandidaten tijdens zijn verkiezingscampagnes. Het was een reusachtige en onvergeeflijke fout om de AKP-corruptie in de zaak Deniz Feneri niet aan de kaak te stellen. Ik schaam me ervoor dat ik zo naïef geloofde wat pro-Erdoğan-columnist Fehmi Koru destijds daarover schreef. Hij deed ons geloven dat dit een buitenlands complot was tegen de AKP, en ik schaam me er nog steeds diep voor.

We geloofden toen de ‘Witte Turken’ en pro-Ergenekon-media niet omdat ze in het verleden onnoemelijk veel verhalen verzonnen om de AKP, gelovige moslims en Hizmet zwart te maken. Mijn collega´s en ik waren zo druk bezig met democratisering en de Ergenekon-processen dat we maar weinig tijd besteedden aan wat de oppositie allemaal te zeggen had over de corruptie van de AKP, haar antidemocratische praktijken en fouten in de KCK- en Ergenekon-processen. Wij allen, inclusief Hizmet, krijgen daar nu de rekening voor gepresenteerd.

Het is mosterd na de maaltijd, maar ik heb er spijt van dat ik niet nieuwsgieriger was, evenwichtiger, meer uitgesproken, minder onpartijdig en minder naïef.

Ihsan_Yilmazİhsan Yılmaz is schrijver, columnist en professor in Politieke en Sociale Wetenschappen aan de Fatih Universiteit in İstanbul.

Foreign Affairs: De islamitische Martin Luther?

Foreign Affairs: De islamitische Martin Luther?

Fethullah Gülen’s pogingen tot islamitische reformatie 

Door Victor Gaetan, 20 februari 2014[divider]

Fethullah Gulen in Amerika

In een video die geplaatst werd op zijn website in december vorig jaar, riep de Turkse islamitische geleerde Fethullah Gülen God om de Turkse premier Recep Tayyip Erdoğan te vervloeken. Gülen, die sinds 1999 in ballingschap leeft in de Verenigde Staten, verklaarde in een preek uitgezonden op de Turkse televisie, “Zij die de dief niet zien, maar degenen achternazitten die proberen om de dief te vangen: moge God brand laten ontstaan in hun huizen, hun huizen ruïneren, hun eenheden breken.” Dit ging veel verder dan de normaal seculiere grenzen van het politieke debat in Turkije.

Maar als we alleen focussen op Gülen’s gebrek aan politieke glans dan missen we een belangrijk punt. Gülen en Erdoğan worden in het Westen beschreven als politieke rivalen, maar er was altijd meer op het spel in hun botsing dan aardse zaken. Terwijl Erdoğan vaak kon genieten van islamistische politieke retoriek, het is Gülen geweest die als een islamitische intellectueel geprobeerd heeft om actief bijdragen te leveren aan en een actieve moderne school van de islam te ontwikkelen, die de religie verzoent met de liberale democratie, wetenschappelijke rationalisme, oecumene, en het vrije ondernemerschap. Ongeacht wie de strijd om de politieke toekomst van Turkije wint, is het essentieel van belang dat de religieuze erfenis van Gülen bewaard wordt.

EGALITAIRE VERLICHTING

Erdoğan heeft herhaaldelijk Gülen en zijn religieuze beweging, die bekend staat als Hizmet (wat zich laat vertalen als Service), afgeschilderd als onderdeel van een politieke samenzwering, noemde het een “parallel staat” verantwoordelijk voor het initiëren van een reeks van corruptie onderzoeken tegen zijn regering. Deze beschuldigingen zijn onmogelijk te onderbouwen. Hizmet heeft geen formele lidmaatschap, geen hoofdkantoor, en geen hiërarchie, die het onmogelijk maakt om te weten of Gülenisten oververtegenwoordigd zijn in de rechtshandhaving en de rechterlijke macht, laat staan ​​het orkestreren van een staatsgreep. Er zijn veel maatschappelijke organisaties in Turkije die expliciet gekoppeld zijn aan Gülen, maar, in overeenstemming met Gülen’s leer, steunen noch weigeren zij een politieke partij.

Gülen’s theologie ging hand in hand met de kapitalistische revolutie van Turkije. Nieuwe ondernemers van het land waren vrome moslims die zich geïnspireerd weten door Gülen’s leer om hun omarming van het vrije ondernemerschap, sterke democratische instellingen, en de dialoog en handel met andere geloven te rechtvaardigen.

Hoewel Gülen er altijd van uitgegaan is dat vrome moslims zich zouden moeten richten op de politiek, heeft hij al heel lang gewaarschuwd tegen het feit dat religie als een instrument wordt gebruikt om politieke macht na te streven.  In die zin heeft Gülen de voetsporen van Said Nursi gevolgd, een grote Turkse geleerde van het soefisme, die een islamitische opleving in de late Ottomaanse periode en onder Atatürk’s republiek heeft geïnspireerd. Nursi’s 6000-pagina tellende commentaar op de Koran, Risale-i Nur (Verhandelingen van het Licht), stelde dat ware geestelijke kennis toegankelijk was voor alle moslims, zonder de begeleiding van een “meester”. Nursi beschouwde het materialisme als een vijand van de islam, maar ook hij pleitte voor het onderwijzen van moderne wetenschap in islamitische scholen.

Gülen heeft dezelfde fundamentele benadering onderschreven. Geboren in het oosten van Turkije in 1941, groeide hij op met het bestuderen van de Koran. Hij begon een moskee en een studiecentrum in de stad Izmir in de jaren 1960 te beheren. Voortbouwend op het concept van Nursi, wilde hij het religieuze geweten of innerlijke discipline versterken, maar Gülen benadrukte verder het belang van de publieke dienstverlening als een manier voor de gelovigen om God te verheerlijken, terwijl de zelfzuchtige impulsen onderdrukt moesten worden.

Deze leerstellingen waren in schril contrast met de politieke uitspraken van islamitische groeperingen, zoals de Moslim Broederschap, die terrein won in het Midden-Oosten in het midden van de twintigste eeuw. Waar de Broederschap het een religieuze verplichting vond om de staat te controleren en de islamitische wet de basis van jurisprudentie te maken, betoogde Gülen dat religie eerder leed onder politisering. Waar de Broederschap voorstelt dat jihad noodzakelijkerwijs een gewapende strijd is, benadrukt Gülen dat jihad een morele en geestelijke strijd is.

In 1970 werd Gülen gearresteerd door een nieuw geïnstalleerde militaire regering en zijn licentie om te preken werd ingetrokken. Maar zijn privégesprekken tegenover kleine groepen – in moskeeën, theaters, cafés en scholen – werden opgenomen en gedistribueerd. Gülen leende zijn groeiende faam aan een reeks van studentenhuizen, of “lichthuizen”, die particuliere voorbereidingscursussen verzorgden voor universitaire toelatingsexamens. In 1979 hebben nauwe vrienden van Gülen een uitgeverij opgericht, zodat hij aan zijn groeiende aantal studenten studiemateriaal kon bieden. Yamanlar College in Izmir, de eerste Gülen geïnspireerde particuliere middelbare school, volgde in 1982. In 1983 had hij brede nationale aanhang.

Vandaag de dag runnen Gülen sympathisanten meer dan 1.500 scholen en universiteiten in 120 landen, waaronder Afghanistan, Oostenrijk, Bosnië, Indonesië, Japan, Mexico, Soedan en de Verenigde Staten.(In Texas alleen beheren Gülen aanhangers 26 openbare privé scholen.) De Gülen beweging biedt talloze beurzen voor de armen om hun onderwijs te kunnen volgen, die meestal de nadruk leggen op wetenschap en wiskunde. Door bij te dragen als vrijwilliger of financierder aan onderwijsnetwerk van de beweging, zijn de supporters ook bezig met een vorm van liefdadigheid.

Zijn inzet voor het onderwijs als de belangrijkste oplossing voor de problemen die de meeste islamitische samenlevingen teistert, is de meest concrete uiting van religieuze leerstellingen van Gülen. Op basis van heilige teksten van de islam – de Koran, Hadith (woorden van de Profeet), en Sira (biografie van de Profeet) – evenals Turkse en Ottomaanse culturele traditie, heeft Gülen een duidelijke vorm van de islamitische theologie ontwikkeld, die maatschappelijke betrokkenheid, niet politiek engagement, in het centrum plaatst.

De Utah-gebaseerde politicoloog Hakan Yavuz, auteur van Toward an Islamic Enlightenment: The Gulen Movement, [Naar een islamitische Verlichting: De Gülen beweging], ziet vier kenmerkende karakteristieken in het project van Gülen. Ten eerste, Gülen benadrukt dat vroomheid van een gelovige kan gemeten worden door zijn concrete daden, in het bijzonder, de mate waarin de persoon de menselijke conditie verbetert. Ten tweede, Gülen stelt dat de islam een oecumenische religie moet zijn. Moslims, gelooft hij, zijn verplicht om een consensus in hun gemeenschappen te zoeken en dienen sociale participatie en dialoog met andere groepen te waarderen. (Gülen beweging heeft een bijzondere nadruk gelegd op de interreligieuze dialoog, vooral met de christenen en joden.)

Ten derde, Gülen leert de onschendbaarheid van individuele rechten. Religieuze betrokkenheid, onderschrijft hij, moet vrijwillig zijn, dat is een reden dat Gülen’s volgelingen meestal aangeduid worden als “vrijwilligers” en hun totale aantallen zijn nooit officieel geteld. Ten slotte, de Gülen beweging onderschrijft kritisch denken als basis voor de kennis die God verheerlijkt, in plaats van als iets dat openbaring tegenspreekt. Wetenschap, leert Gülen, is een middel voor moslims om hun religieuze plicht na te komen om de economische toestand van hun samenleving te verbeteren.

In de mate dat Gülen iets over de politiek te zeggen heeft gehad, is dat de politiek bijna altijd in dienst van de bevordering van de democratie en culturele tolerantie is geweest. Gevraagd door The New York Times over zijn houding ten opzichte van de Turkse regering, antwoordde  Gülen , “Ik heb altijd aan de kant van de rechtsstaat gestaan en ik geloof ook in het belang van het delen van goede ideeën met de bewindvoerders van de staat, die een toekomst voor het land beloven. Dienovereenkomstig, ongeacht wie de leiding heeft, probeer ik respect te betuigen aan die staatslieden, houd een redelijke mate van nabijheid en koester een positieve houding ten opzichte van hen”. Hij heeft ook gewezen op het belang van het behoud van een gezonde burgermaatschappij buiten de controle van de staat om. Privéscholen, particuliere ondernemingen, vrijwilligerswerk – dat waren de instellingen die Turkije nodig heeft als Turkije zijn traditioneel inclusieve cultuur wenst te behouden.

Gülen’s theologie ging hand in hand met de kapitalistische revolutie van Turkije, die werd aangewakkerd door economische deregulering in de jaren ‘80. Nieuwe ondernemers van het land waren vrome moslims die op basis van Gülen’s leer hun omarming van het vrije ondernemerschap, sterke democratische instellingen, en de dialoog en handel met andere religies en etnische groepen te rechtvaardigen. Gülen, op zijn beurt, drong bij deze nieuwe kapitalistische klasse aan om hard te werken en te slagen – niet voor persoonlijk gewin, maar om het geestelijk welzijn van de samenleving te verbeteren. De profeet Mohammed was ook een koopman, herinnerde hij hen.

Gülen heeft laten zien dat hij zal weigeren zich te laten intimideren, maar het is nog steeds een open vraag of zijn beweging niet aflatende campagne van de AKP tegen haar kan weerstaan.

VERSTANDSHUWELIJK

Het mag dan ook geen verrassing zijn dat de Gülen beweging een potentiële bondgenoot zag in Erdoğan’s AKP partij. In 2002, onder de AKP vlag, sprak Erdoğan zich uit ten gunste van een grotere religieuze en economische vrijheden. Net als de AKP, had de Gülen beweging het leger en de oude seculiere economische elite beschreven als belemmeringen voor die vrijheden. Hoewel de Gülenisten nooit een expliciete goedkeuring hebben aangeboden, leek zij enthousiast om samen te werken met de AKP. Nadat Erdoğan had gewonnen, steunde de AKP (evenals de ambtenaren van het ministerie van Justitie van wie gezegd wordt dat ze aangesloten zijn bij de Gülenisten) een reeks rechtszaken waardoor honderden militairen en zakenlieden in de gevangenis belandden. (Hoewel er vele gebreken in de methoden van de rechtszaken waren, lag de schuld voornamelijk op de schouders van de AKP, die als enige bevoegd was om de zaken te leiden.)

Maar de alliantie duurde niet lang. De AKP en de Gülenisten hebben fundamenteel verschillende opvattingen over de Turkse identiteit en hoe die zich verhoudt tot de islam. De AKP heeft haar wortels in de ideologie van de ‘Nationale Visie van Turkije’, die oorspronkelijk werd voorgestaan door voormalige Turkse premier Necmettin Erbakan in zijn manifest Milli Görüs (Nationale Visie), gepubliceerd in 1969. Erbakan stelde dat Turkije zich van het Westen weg moest draaien en een politieke, economische en militaire unie smeden met moslimlanden. Volgens deze opvatting geniet de nationale kracht, vooral uitgedrukt in conflict met het Westen, een grotere prioriteit dan gezonde democratische instellingen. Erbakan is nog steeds een duidelijke bron van inspiratie voor de AKP in het algemeen en voor Erdoğan in het bijzonder. Toen Erbakan overleed in 2011, onderbrak Erdoğan een reis naar Europa om zich te haasten voor zijn begrafenis , bijgewoond door honderdduizenden in Istanbul. Duitslands meest invloedrijke Turkse islamitische organisatie is een Milli Görüs gemeenschap die Erdoğan heeft aangemoedigd om westerse assimilatie te weerstaan, in overeenstemming met de leer van Erbakan.

Voorspelbaar als het is, botsten Hizmet en de AKP met elkaar over oorlogszuchtige buitenlandse politiek en ondemocratische binnenlandse manoeuvres van Erdoğan. Toen een Turkse NGO had geprobeerd om Israëlische blokkade van Gaza te doorbreken en geconfronteerd werd door de Israëlische marine (resulterend in negen doden), reageerde Erdoğan door Israël te beschuldigen van terrorisme en genocide. Gülen reageerde op Erdoğan’s strijdlust, door deze niet “vruchtbaar” te noemen, en voegde eraan toe dat hij Israël om toestemming had moeten vragen voor zijn goede doelen als hij de bevolking van Gaza wil helpen.

Een ander punt van geschil was Turkije’s relatie met de Europese Unie geweest. Als een sterke voorstander van nauwere banden met Europa, werd de Gülen beweging gefrustreerd door Erdoğan’s terughoudendheid om meer serieuze toetredingsonderhandelingen met de EU te voeren. Het door Erdoğan gevoerde beleid, zoals de wetgeving die toegang tot internet beperkt en het verminderen van de onafhankelijkheid van de openbare aanklagers, die lijken bedoeld om EU-functionarissen tegen te werken. Gülenisten zijn ook bezorgd over de steun van Erdoğan aan de Egyptische Moslim Broederschap.

Vrijheid van meningsuiting is altijd een punt van kritiek geweest voor de Gülen beweging, zo heeft zij zich ook uitgesproken tegen Erdoğan’s vervolging van journalisten en zijn bredere minachting voor democratische dialoog. Volgens het ‘Committee to Protect Journalists’ heeft Turkije meer journalisten opgesloten in de afgelopen twee jaar dan enig ander land in de wereld. (Iran en China volgen Turkije op de hielen.) Gülen sympathisant Alp Aslandogan, voorzitter van de New York-gebaseerde Alliantie voor gedeelde waarden, een non-profit koepelorganisatie voor de bij Hizmet aangesloten groepen, vertelde over de “intimidatie, inspecties en boetes” waarmee de uitgevers nu geconfronteerd worden. “Media groep eigenaren krijgen te maken met bedreigingen voor hun bedrijven. Nooit heeft in de Turkse geschiedenis een enkele persoon of partij een dergelijk niveau van mediaonderdanigheid bereikt”.

De reactie van Erdoğan op de Gezi Park protesten van afgelopen zomer moet bijzonder problematisch zijn geweest voor de Gülenisten. In zekere zin was, de diverse groep van demonstranten, die oorspronkelijk verzameld zijn om tegen de sloop van een park in Istanbul te demonstreren, het soort model dat zich bezighoudt met pluralistische maatschappelijke organisaties hetgeen door Gülenisten gepropageerd wordt. Erdoğan had besloten om de politie te gelasten de protesten met geweld te verjagen, wat resulteerde in dagen van gewelddadige confrontatie. Gülen legde de schuld bij Erdoğan voor het niet bij voorbaat luisteren naar de eisen van de demonstranten. Dat lijkt Erdoğan te hebben overtuigd om direct de oorlog te verklaren aan de Gülen beweging. In september kondigde Erdoğan aan dat de regering van plan was om alle particuliere scholen die de studenten helpen bij het voorbereiden op universitaire examens te sluiten: de Gülen beweging runt ongeveer 20 procent van deze scholen in Turkije en zij vertegenwoordigen een belangrijke bron van inkomsten, maar ook een van de belangrijkste manieren waarop Gülen’s ideeën aan het publiek worden geïntroduceerd.

Erdoğan en de AKP hebben zich voorgenomen om de beweging van Gülen af te schilderen als een op macht beluste samenzwering. Maar er is weinig bewijs voor een onderliggende drang naar macht van de Gülenisten. De beweging is trouw gebleven aan haar leringen door enorme financiële middelen en aandacht voor lopende scholen, liefdadigheidsorganisaties, en mediaorganisaties, in Turkije en in het buitenland te besteden. Gülenisten hebben geen gezamenlijke druk uitgeoefend om de AKP te infiltreren of een zetel in het parlement voor hun eigen leden te bemachtigen. Gülenisten hebben regelmatig de corruptie van de AKP aan de kaak gesteld als een schending van de islamitische ethiek en Hizmet principes. Er is geen reden om aan te nemen dat deze kritiek tegen de nominale waarde is.

Gülen heeft laten zien dat hij zal weigeren zich te laten intimideren, maar het is nog steeds een open vraag of zijn beweging de niet aflatende campagne van de AKP tegen haar kan weerstaan. Erdoğan is duidelijk van plan om de Gülen beweging te marginaliseren, zelfs ten koste van de rechtsstaat in Turkije. Deze week heeft president Abdullah Gul een wet ondertekend die de overheid toestaat om, zonder een gerechtelijk bevel, de toegang tot een website te blokkeren. Vorige week nam het parlement een wetsvoorstel aan, waardoor de uitvoerende macht de volledige controle over de rechterlijke macht krijgt en de regering het recht geeft om willekeurig de openbare aanklagers te benoemen en te ontslaan.

Turkije zou duidelijk worden geschaad indien Gülen’s leringen over tolerantie en individuele rechten met succes zouden worden verlaten. Maar het verlies voor de islamitische cultuur zou een nog grotere tragedie zijn.

Verschenen in Foreign Affairs

Impressies

Voor het laatst bijgewerkt op woensdag 14 juni 2006

Kinderen: Ofwel naar School of naar de Bergen

Door Nevval Sevindi

De Kracht van de Liefde overwon de Terreur

Bahattin Karatas, die de basis heeft gelegd voor de particuliere middelbare school Serhat, rende gedurende 8 jaar als een gek in het rond waarbij hij geen plek onbezocht liet. Toen hij algemeen directeur van het complex scholen van Serhat werd, leverde hij zijn baan als schoolhoofd in. Wanneer de kinderen hem zien, juichen ze hem echter nog steeds toe en zijn ze vervuld van liefde.

Bahattin spreekt naast Turks ook Koerdisch, Arabisch en Farsi. Hij kent de regio zeer goed en is heel ervaren en betrouwbaar. Met de zin: “De grootste vijand van de mensheid en het Oosten is onwetendheid, armoede en schisma,” verklaart hij zijn interessante ervaring met twee PKK-studenten die naar school kwamen. Omdat hij Koerdisch spreekt kon hij een hechte relatie met hen opbouwen en hij luisterde naar hun problemen. Hij gaf ze een slaapplaats en wat te eten en te drinken.Gedurende 15 dagen waren deze twee jongens echter zeer onhandelbaar. Ze braken ruiten en vernietigden meubilair. Later werd bekend dat het hun doel was om het schoolhoofd boos te maken en nadat ze geslagen zouden zijn, of eruit gezet zouden zijn, zouden ze zeggen: “Dit is hoe de Turken ons behandelen.” De liefdevolle manier waarop ze echter werden behandeld zorgde ervoor dat ze uiteindelijk toegaven: “Ze hebben ons zoveel negatieve dingen verteld, dat we jullie haatten. We kwamen hier om de school af te branden, maar we konden het niet. Nu gaan we terug en we zullen in hun gezicht spugen. Jullie zullen het lawaai vanuit Van hier kunnen horen!”

Voor het eerst in de geschiedenis van Van, verdiende een vrouwelijke student genoeg punten om toegelaten te worden tot de Hacettepe Faculteit Geneeskunde. Het was een verankerd probleem om meisjes hun opleiding niet te laten vervolgen. Om hun ouders te overtuigen, hielden de meisjes discussies. Het resultaat hiervan was, dat er middelbare scholen voor meisjes werden geopend. Ze kwamen allemaal naar onze discussies die werden gehouden in het cultureel centrum. Hun opwinding verwarmde ons innerlijk een beetje toen we in het ijskoude cultureel centrum zaten.

De Brief die Ons aan het Huilen Bracht

Kamil Satir, de regionale coördinator, verklaarde: “We zien het Oosten niet als de tweedeklas. We printen elk document uit op papier van hoge kwaliteit.” In de geschiedenis van Van, had nog nooit iemand zich gekwalificeerd voor het tweede niveau van het universiteitsexamen. Toen de eerste studenten van de vooropleiding van Caglayan, toegang kregen tot de Bilkent Universiteit werd iedereen gek. Vorig jaar waren we niet in staat om 200 studenten aan te nemen vanwege onvoldoende accommodatie. Ons geweten leidt hier nog steeds onder.

“Ik heb nog nooit zulke intelligente kinderen gezien als die uit Van. We hebben zelfs een wereldkampioen getraind. Onze leraren bewaken ’s nachts de studenten in de slaapzalen. Er staan bureaus in de studentenkamers en ze kunnen studeren tot hoe laat ze maar willen. We zetten studenten die het goed met elkaar kunnen vinden in dezelfde kamer en we laten hen samen studeren en deelnemen aan recreatieve activiteiten. Het is hier noodzakelijk om te voorzien in slaapzaalfaciliteiten, omdat sommige studenten afkomstig zijn uit Hakkari Yuksekova.”

“We zagen er veel die de bergen in wilden (als terrorist). In Mus viel één ouder voor de deur op de grond en huilde: ‘Als jullie mijn kind niet aannemen, gaat hij naar de bergen. Twee van mijn zoons zijn dood; laat me deze aan jullie geven zodat hij gered kan worden. Ik heb twee ossen. Ik zal één ervan verkopen en ik zal jullie slaaf zijn.’”

“Eén student uit Cizre schreef in een brief: ‘Ik zag de Turken altijd als onze vijand totdat de vooropleiding startte. Ik vond jullie heel aardig. Als jullie hier eerder waren gekomen, zou er misschien geen terreur zijn geweest. Mijn oom ging naar de bergen; misschien zou hij niet gegaan zijn.’”

Toen ik de brief las, voelde ik me zwak worden en mijn tranen vielen als sneeuwvlokken, net als Kemals woorden. “Wie gaat verantwoording afleggen voor degenen die eerder lid werden van de terroristische organisatie en die verdwenen zijn? Sirnak en Silopi hebben deze vooropleidingen nodig. Start er alstublieft meteen mee.” [Yeni Yuzyil]

Wat is het Doel van Scholen?

Door Sahin Alpay

Ik wist dat Fethullah Gülen tegen de politieke islam is. Ik had wat informatie over de scholen die op zijn aanraden werden geopend in Turkije. Maar ik had geen idee dat er ook scholen in het buitenland werden geopend.

Gülen zei in het interview dat hij gaf aan Eyup Can in de krant Zaman, dat de scholen die in Centraal Azië werden geopend, de fundamentalistische trends in deze landen tegenhielden.

Tijdens mijn bezoek aan Oezbekistan zag ik dat de scholen die werden bestuurd door Turkse bedrijven, seculier en democratisch onderwijs geven. Mahmut Bal, de algemene coördinator, zegt dat het leerplan dat wordt gebruikt het zelfde is als het leerplan dat wordt gebruikt op de Anadolu middelbare scholen in Turkije. De leraren die op deze scholen werken zijn jong en zijn afgestudeerd aan de beste universiteiten van Turkije. [Milliyet, 31/10/96]

Ik Schrijf Over Wat Ik Heb Gezien

Door Ali Bayramoglu

De scholen in Centraal Azië worden niet bestuurd door een financiële instelling. Ondernemers kwamen uit verschillende Turkse steden en openden scholen in verschillende steden. De leraren, van wie het onderwijs van topkwaliteit is, zijn afgestudeerd aan de beste universiteiten van Turkije.

Geen van deze scholen geeft religieus onderwijs. Religie wordt wel onderwezen, maar geen van de leraren is onderwezen in theologie. Met hun leerplannen en goed uitgeruste laboratoria, volgen de scholen het patroon van de Anadolu middelbare scholen in Turkije. Meisjes bedekken hun hoofd niet. Het doel is niet om religie als een reeks normen te introduceren, maar om leerlingen op te voeden volgens de universele morele standaard. [Yeni Yuzyil dagblad, 31/10/96]

Tweehonderd Scholen Van Albanië tot Mongolië

Door Atilgan Bayar

Ondanks het feit dat ik de liberale structuur van Fethullah Gülens gemeenschap ken, dacht ik dat ik in Centraal Azië religieus onderwijs zou aantreffen, evenals georganiseerde pogingen om de gemeenschap uit te breiden. Mijn bezoek heeft dit vooroordeel veranderd.

Ik weet nu dat de scholen niet worden gefinancierd en bestuurd door één enkel bedrijf. Veel ondernemers uit verschillende steden hebben verscheidene scholen geopend. Scholen in Tashkent bijvoorbeeld, zijn geopend en worden bestuurd door zakenmannen uit Bursa, terwijl sommige zakenmannen uit Erzurum scholen hebben geopend in Semerkant.

Ik heb de Turkse ambassade in Tashkent bezocht en ik heb Ahmet Sevgi, onze adviseur op het gebied van educatie daar, vragen gesteld over de scholen. Hij zei dat de Turkse scholen in Oezbekistan seculier onderwijs geven, in overeenstemming met de principes van de Turkse Republiek.

Toen ik de scholen bezocht, stond ik versteld van wat ik zag. De meeste van de jonge leraren waren afgestudeerd aan de beste Turkse universiteiten zoals Bogazici, Marmara en ODTT (Technische Universiteit van het Midden-Oosten). De show die werd opgevoerd door de studentes van de particuliere meisjesschool in Tashkent, heeft me zeer getroffen. Ze spraken zeer goed Engels, Oezbeeks en Turks.

Turgut Özal was zeer geliefd in Turkmenistan. Wie we ook maar tegenkwamen en met wie we ook maar praatten, er werd ons verteld hoeveel hij of zij van hem hield.

De beste Turkse school in Asghabat is de particuliere Turgut Özal Turks-Turkmeense middelbare school. De school heeft moderne taal- en computerlokalen. Leerlingen krijgen wiskunde, natuurkunde, scheikunde, biologie, computerles, geschiedenis, kunstgeschiedenis, aardrijkskunde, geschiedenis van religies, filosofie, logica, sociologie en psychologie, de geschiedenis van Turkmenistan, gym, muziek en schilderen. Wetenschappelijke onderwerpen worden in het Engels onderwezen, terwijl andere vakken in het Turkmeens worden gegeven. [Hurriyet dagblad, 01/11/96]

Fethullah Gülen en de Scholen

Door Hulusi Turgut

Wat Zegt Fethullah Gülen?

Fethullah Gülen, de grondlegger van het idee om uitgelezen educatieve instellingen te openen, maakte de volgende opmerkingen:

“De menselijke factor ligt aan de basis van al onze problemen, omdat alle problemen beginnen en eindigen bij mensen. Onderwijs is het beste voertuig voor een fout-vrij (of bijna vrij), goed functionerend maatschappelijk systeem of voor een goed leven na de dood. In dit opzicht is educatie de beste dienstverlening aan je land of volk, zoals onderwijzen het meest heilige beroep is.”

“Toen ik in Kursunlu/Erzurum studeerde rond mijn 12e of 13e jaar, had ik een Arabisch boek in één hand en een kaart in de andere. Ik vroeg: ‘God, hoe kunnen we jonge generaties redden van de ondergang? Hoe kunnen we een land worden zonder onopgeloste problemen?’ Als kind maakte ik hier plannen voor. Ik groeide op met deze dromen. Ik had nooit enig ander doel in mijn leven en ik dacht nooit na over het hebben van een leuk huis, kinderen en een auto.

Je kunt natuurlijke wetten niet bestrijden. Water stroomt, het kookt bij 100 °C en het verdampt; het bevriest bij 0 °C en verandert dan in ijs. Als er in mijn aard eigenschap zit die niet schadelijk is voor anderen, wat kan er dan natuurlijker zijn dan dat die eigenschap zich ontplooit. Als iemand die is opgegroeid met het verlangen en het doel om mijn land en volk te dienen, en als deze dienstbaarheid in eerste instantie wordt gerealiseerd door educatie, is mijn interesse in onderwijs zo natuurlijk als de stroom van het water of het opkomen en ondergaan van de zon.

Ik heb geen macht, kapitaal of leger. Ik heb slechts een niet te stuiten liefde en enthousiasme voor het dienen van anderen. Ik kan dit alleen uitleggen aan degenen die mijn advies nodig hebben en ik kan aanbevelingen doen. In ieder geval lijkt dit soort dienstverlening op een ‘bazaar voor de goedkeuring van God.’

Loyale Turken steunen dit idee en er zijn scholen geopend in Centraal Azië. Sommige daarvan zijn nu zelfvoorzienend. Als we ze tot nu toe niet hadden gesteund, was het niet mogelijk geweest om deze onderneming daar uit te voeren. We hadden een mogelijkheid en we probeerden ervan te profiteren door erin te geloven en door ons bewust te zijn van onze verantwoordelijkheid.”

“Turkije heef verlichting nodig. We moeten leiding geven aan onze vrienden. Degenen die moskeeën bouwen, wilden ernaast Koranopleidingen openen. Ik zei: ‘Moskeeën zijn prachtig; we hebben er het grootste respect voor. Maar het zou beter zijn als jullie een school zouden openen.’ Ons land heeft voorname en goed opgeleide technici en sociale wetenschappers nodig. Vanaf het begin heb ik geprobeerd suggesties te geven aan mijn vrienden. Ik was nooit betrokken bij deze inspanningen. Ik heb nooit gevraagd om een huis en een thuis in deze wereld. Ik gebruikte het vertrouwen van mijn vrienden in mij, als een creditcard voor educatieve diensten. Ik deed dit alles met de welwillendheid van mijn vrienden.”

Openstelling

Fethullah Gülen gebruikte de val van de Berlijnse Muur (november 1989) en de val van de Sovjet Unie (1991) in zijn voordeel. Hij wilde zijn publiek naar de landen achter het voormalige IJzeren Gordijn sturen. Er waren Turken in Centraal Azië, verwante volken in de Kaukasus en voormalige Ottomanen in de Balkan.

Fethullah Gülen adviseerde zijn toehoorders in een preek die hij gaf in de Suleyman moskee in Istanbul in november 1989, om naar landen in Centraal Azië te gaan.

Een nieuwe groep zakenmannen vertrok op 28 mei 1990.
Drie Nieuwe Landen

De Turkse karavaan bestaande uit 37 leden trok van Azerbeidzjan naar Oezbekistan en van daar naar Kazachstan en Tadzjikistan. Contactpersonen en impressies lieten hier een veel beter resultaat zien. Deze tweede reis was een groot succes.

Turkse ondernemers hadden al besloten om zich open te stellen voor de buitenwereld op aanraden van Fethullah Gülen. Veel mensen vormden bedrijven in verschillende steden. Ze gingen eropuit om nieuwe mogelijkheden te zoeken in landen in Centraal Azië.

Özal ging op zijn laatste bezoek bij de scholen.

Wijlen Turgut Özal reisde in de lente van 1993 naar de Balkan en daarna naar de Centraal Aziatische Turkse Republieken. Hij keerde uitgeput terug van de Balkan. Sterker nog, hij had moeite met het lopen op straat en het bidden in de moskeeën gedurende zijn reis in de nieuwe onafhankelijke moslimlanden. Minister van Staat Serif Ercan probeerde hem te helpen door zijn arm te ondersteunen als hij opstond van het gebedskleed en als hij de trap opklom.

Özal begon zijn reis naar Centraal Azië op 5 april 1993. Hij wilde vertrekken met een grote delegatie, met de intentie om enkele mensen met persoonlijke uitnodigingen mee te nemen. Dit werd zijn laatste reis omdat hij op 17 april 1993, 24 uur nadat hij terugkeerde, overleed.

Özal liet dezelfde houding zien in andere landen.
Eigenaren van de scholen

Ondernemingen werden opgericht in Turkije om scholen te openen, die nu over vijf continenten verspreid lagen. Deze ondernemingen wendden zich tot het Turkse Nationale Ministerie van Onderwijs en kregen toestemming om de scholen te openen. Daarna werd het leger van leraren dat zou dienen geselecteerd. Vandaag de dag zijn er meer dan 4000 leraren uitgekozen, afkomstig van de meest gerenommeerde universiteiten van Turkije. Ze waren allemaal tussen de 22 en 35 jaar, hadden een wetenschappelijke opleiding van grote kwaliteit gehad, en hadden perfect Engels geleerd.

Enkele van deze ondernemingen zijn: Cag Ogretim Isletmeleri A.S., Selale A.S., Eflak A.S., Kazak Turk Liseleri Genel Mudurlugu, Sebat A.S., Silm A.S., Taskent Egitim Sirketi, Serhat Egitim Ogretim ve Saglik Hizmetleri A.S., Tolerans Vakfi, Ufuk Egitim Vakfi, Toros Egitim Hizmetleri Turizm ve Ticaret A.S., Karacay cerkes Toros Egitim Hiz. Tur. Ve Tic. A.S., Palandoken Egitim Ogretim Hiz. A.S., Dunae 94 Sti., Ozel Burg A.S., Dostluk Yurdu Dernegi, International Hope Ltd. Company, Balkanlar Egitim ve Kultur Vakfi, S.C. Lumina SA Sirketi, Gulistan Egitim Yayin ve Ticaret Ltd. Sti., Sema Egitim Ogretim Isletmeleri A.S., Turkiye Saglik ve Tedavi Vakfi, Yayasan Yenbu Indonesia Vakfi.

Azerbeidzjan

Turan Oztoprak, afgestudeerd aan de Technische Universiteit van Istanbul, is manager van het algemene bestuur van de Turkse middelbare scholen in Azerbeidzjan. Als hij uitleg geeft over zijn werk verklaart hij: “We onderwijzen bijna 2000 leerlingen op onze school. Hoewel onze scholen nog zeer jong zijn, hanteren we strenge normen. Op de in 1994 in Varna, Bulgarije, gehouden Wereld Biologie Olympiade, wonnen onze leerlingen twee gouden, één zilveren en één bronzen medaille. Een andere groep won het wereldkampioenschap op de Biologie Olympiades. Ook op de World Environment Project Competition in 1994 kregen onze leerlingen hoge cijfers.

“Azerbeidzjan heeft last van radicale bewegingen en zit in een kritische situatie. De functionarissen van Azerbeidzjan hebben ons onderzocht en hun twijfels zijn verdreven. Het systeem werd stabiel en mensen begonnen elkaar te vertrouwen. De successen van onze leerlingen op wereldniveau, zijn een kroon op ons werk.”

Turkse traditie heeft vrede gebracht voor families in Kirgizië

Als we beginnen te zeggen dat: “Turkse scholen in Kirgizië gebroken families hebben herenigd,” vraag je je natuurlijk af hoe dat kan. Kirgizische families waren niet gebroken vanwege werkzaamheden in verafgelegen plaatsen, maar door scheidingen en achterlating. Het is een zeer moeilijke taak, maar het is de Turkse leraren gelukt.

Yucel Bozkurt, algemeen directeur van de Kirgizische Turkse scholen begint met te zeggen: “Ik kom uit een familie van sociaaldemocraten. Ik ben zelf ook sociaaldemocraat en een volger van Ataturk.” Hij geeft interessante informatie. Laten we naar hem luisteren.

“In deze regionen is het gebruikelijk dat kinderen de familie verlaten wanneer ze een bepaalde leeftijd bereiken en dat ze de banden met hun ouders verbreken. Omdat hun kinderen de ouders niet verzorgen, brengen ze hun oude dag alleen door. Ik hoop dat onze leerlingen in Kirgizië vanaf nu interesse in hun ouders blijven tonen gedurende hun hele leven.”

“Mensen raken op zeer jonge leeftijd verslaafd aan alcohol en sigaretten. We proberen onze leerlingen van dit pad weg te leiden door conferenties te houden over de gevaren voor de gezondheid van dit soort verslavingen. We spannen ons samen met de ouders in en hebben zeer goede resultaten bereikt.”

Turkse middelbare scholen in Afghanistan

Gedurende de Turkse onafhankelijkheidsoorlog werden we door twee vriendelijke volken gesteund-de Afghanen en de moslims op het Indiase subcontinent.

Vandaag de dag zijn er vier Turkse middelbare scholen in Afghanistan. Mustafa Yilmaz Aydin, afgestudeerd aan de Ataturk Universiteit van Erzurum, is algemeen directeur van deze educatieve instellingen. Samen met 50 leraren zoals hijzelf, vervult Aydin zijn plicht in Afghanistan. Laten we luisteren naar zijn woorden over de arbeidsomstandigheden daar die zich op het niveau van leven en dood afspelen:

“In deze oneindige oorlog zijn de meesten van ons oorlogsgevangene gebleven. Maar dit duurde niet lang. De oorlogsomstandigheden blijven in al hun horror voortbestaan. Onze onderwijsprogramma’s zetten zich echter zonder haperen voort. Enige tijd geleden heeft onze voormalige ambassadeur Bilge Cankoray onze scholen bezocht. Ondanks alle negatieve omstandigheden zijn we blij met deze dienst die we hier verlenen.”

Turkmenistan

Turkse ondernemers kwamen Turkmenistan in 1992 binnen. Binnen 5 jaar stichtte de onderneming Baskent Egitim Company, twintig educatieve instellingen in dit broederland. De Turkse middelbare scholen overleefden de proeftijd van 2 jaar. In 1992 onderzocht Turgut Özal, die de Turkse middelbare school die lijkt op de Anadolu middelbare scholen in Turkije, in Turkmenistan opende, de kwaliteit van het leerplan en het systeem voor de plaatsing van leerlingen. De resultaten werden een aanbeveling voor toekomstige scholen. Seyit Embel, de coördinator van de educatieve instellingen in Turkmenistan, geeft belangrijke informatie met betrekking tot de belangstelling die ze hebben ontvangen.

Volgens hem: “Vandaag de dag hebben we twintig educatieve instellingen in Turkmenistan. De laatste vijf kwamen tot stand als gevolg van het verlangen van Turkmenbashy, de president van Turkmenistan. Hij hield van ons educatieve systeem en van de succesvolle studenten. Toen we 15 scholen hadden geopend vroeg hij president Demirel om nieuwe scholen te openen. Onze president gaf de zaak aan ons door en wij zeiden: “zoals u wilt.”

“Op onze scholen daar, onderwijzen we Russisch en Engels en Turks in zowel de Turkmeense als de Turkse dialecten.”

“De meeste scholen in Turkmenistan zijn gelijk aan de Anadolu middelbare scholen. Eén van deze scholen is de Internationale Turkmeens-Turkse Universiteit. In totaal worden er 3757 leerlingen op deze scholen onderwezen. Onze leerlingenpopulatie bevat jonge mensen uit acht verschillende landen. Tijdens een bezoek van president Turkmenbashy zei hij: ‘Jullie brengen de rijkdom van Turkmenistan naar buiten. Jullie schrijven geschiedenis.”

Ik feliciteer jullie oprecht ter gelegenheid van de eerste diploma-uitreikingen van de Turkmeens-Turkse middelbare scholen. Ik wens de gediplomeerden een mooie toekomst en veel geluk toe. Vergeet nooit dat jullie de nakomelingen zijn van Korkut Ata, Orguz Han, Koroglu, Sultan Sancar, Yunus Emre, Mahmutguli en duizenden andere geweldige mannen zoals zij. Kom op voor de geesten van deze helden die onuitwisbare bladzijden in onze geschiedenis hebben geschreven.

Vanaf de eerste dag van onze onafhankelijkheid en soevereiniteit hebben de Turkse Republiek en het Turkse volk hun broederlijke handreiking naar Turkmenistan uitgebreid. Ik benadruk met trots dat het succes dat in ons land is bereikt gedurende deze jaren van onafhankelijkheid en neutraliteit, is volbracht met speciale hulp van onze Turkse broeders van wie de taal, de religie en het pad gelijk is aan dat van ons. Deze hulp kan meer openlijk worden gezien in de kennis en goede manieren die worden doorgegeven aan de opkomende generatie. De succesvolle activiteiten van de 15 Turkmeens-Turkse educatieve instellingen in ons land en de duizenden Turkmeense jongeren die worden onderwezen in de Turkse Republiek zijn glanzende voorbeelden van deze hulp.

Turkmeense leerlingen, wereldkampioen

“We hebben in Turkmenistan kampioenen grootgebracht. Twee jaar geleden won Turkmenistan op de Wereld Biologie Olympiade die werd gehouden in de Oekraïne, twee gouden en twee bronzen medailles. Als team behaalden we de eerste plaats.

“We geven onderwijs dat gelijk staat aan de wereldwijde standaarden. Onze leerlingen hebben les in het Turkmeens, Turks, Engels en Russisch. De Turkmeense overheid heeft zelfs een hoge educatieve standaard gecreëerd. Ze hechten veel belang aan wetenschap. Dit jaar heeft Turkmenistan op de Wereld Wiskunde Olympiade één gouden en drie bronzen medailles gewonnen.

Kazachstan

Tegenwoordige studeren er meer dan 5000 leerlingen in de educatieve instellingen die zijn opgericht door Turkse ondernemers in Kazachstan. Leerlingen leren de Turkse en Engelse taal perfect. Afgestudeerden van de beste universiteiten in Turkije doen dienst als leraar.

Tweehonderd Turkse leraren in Oezbekistan

Oezbekistan verkreeg zijn onafhankelijkheid op 1 september 1991. Een jaar later kwamen zakenmannen uit Bursa naar dit land. Vertegenwoordigers van de onderneming Bursa’s Silm Corporation boekten positieve resultaten met hun gesprekken met de instanties voor nationale educatie in Oezbekistan. Er werden wederzijdse overeenkomsten gesloten en ondertekend. Als eerste werd de middelbare jongensschool in Tashkent geopend.

Na het bezoek van Özal aan Oezbekistan, werd het sein ‘voortzetting van dienst’ gegeven aan Silm. Door een speciale bepaling van de Oezbeekse Raad van Ministers, werd het aantal Turkse scholen in één keer vermeerderd naar 18.

Mongolië

Jonge Turkse leraren kwamen naar Mongolië op 31 augustus 1994, nog voordat de Turkse overheid naar Mongolië kwam. Mongolië is feitelijk ons “moederland”. De Orhun Kitabeleri, het eerste geschreven werk dat de naam Turk gebruikte, werd in dit land gevonden.

Mongolië, in de Turkse geschiedenis “Otuken” genoemd, werd een gebied van nederzettingen gedurende het neolithicum. Dit land diende later als thuisland voor de Hongaren, de Turken en de Tartaren. Ongeveer 1300 jaar geleden stichtten Turkse migranten de eerste Turkse staat: het Rijkder Göktürken. Het werd eindelijk herontdekt door onze medeburgers.

Turkse ondernemers die hier scholen wilden openen vertrokken met met 27 jonge leraren. Ze namen van alles met zich mee, van onderwijsmaterialen tot krijt, Turkse en Engelse lesboeken en medicijnen. Onder Suat Toprak, die optrad als coördinator, werden er zes Turkse scholen geopend. Scholen onder het bestuur van de algemeen directeur Huseyin Karakus kregen een reputatie in Mongolië. Het geografisch afgelegen Mongolië werd door deze scholen sterk naar Turkije getrokken. De Turkse president Demirel werd, toen hij deze scholen bezocht op 13 september 1995 begroet door Mongoolse kinderen die het Turkse nationale volkslied zongen.

Huseyin Karakus gaf deze informatie vrij betreffende de scholen: “Vandaag de dag onderwijzen ongeveer 50 Turkse leraren bij benadering 500 leerlingen in Mongolië. Er zijn 38 Mongoolse leraren. Sommige Turkse zakenmannen namen de broodmarkt daar over.”

Pakistan

Terwijl de imperialisten hun ogen op ons land gericht hielden gedurende de Onafhankelijkheidsoorlog, ze het verdrag van Sèvres implementeerden en ze probeerden om ons in stukken te breken, deden sommige oprechte vrienden in afgelegen landen hun best om ons financiële hulp te sturen ondanks het feit dat ze economische moeilijkheden hadden. Dit waren de Indiase moslims die nog niet eens hun eigen onafhankelijkheid hadden verkregen. Vorig jaar vierden de Pakistanen hun 50ste jaar onafhankelijkheid. Wij bereiden dit jaar enthousiast de viering van de 75ste verjaardag van onze Republiek voor. Onze maatschappelijk ingestelde mensen gingen naar dit broederland en openden in één keer vier scholen.

Bosnië-Herzegovina

Esref Demir, het schoolhoofd van de school die is geopend in Bosnië legt uit: “Op een van onze bezoeken vertelde president Aliya Izzetbegovich van Bosnië-Herzegovina ons: ‘Mijn oma van vaders kant was een dame uit Uskudar, Istanbul’. Ja, we hebben veel mensen die ons bijstaan in Bosnië. Veel Bosniërs spreken Turks. Op onze scholen onderwijzen we Turks in het dialect van Turkije. Vorig jaar hebben we 150 leerlingen naar Turkije gebracht om ze Turks en Engels te laten leren in Istanbul.”

Onze school in Boekarest heeft families herenigd

In 1994 gingen enkele Turkse zakenmannen naar Roemenië waar veel Turken leven. De deuren van dit vriendelijke land werden geopend door de brief van de Turkse president Suleyman Demirels aan Ion Iliescu, de toenmalige Roemeense president.

Deze scholen zijn eigendom van S.C. Lumina SA. De naam van de educatieve instellingen is “Liceul International.” Het eerste hogeschool werd geopend in Constanza, waar veel Turken wonen; de tweede werd geopend in de hoofdstad Boekarest. Sahin Durmaz, afgestudeerd aan de Faculteit Werktuigbouwkunde van de Technische Universiteit, staat aan het hoofd van het algemene bestuur van deze educatieve instellingen.

Durmaz zegt: “Er zijn hier 362 leerlingen die studeren op onze scholen. Bestuurlijk personeel en assistenten, alsmede 42 leraren, komen uit Turkije. Er zijn 150 Roemeense personeelsleden. Op onze school in Constanza zitten 84 Roemeense christelijke leerlingen en 58 Turkse. Op de middelbare school in Boekarest zitten 100 Roemeense- en 6 Turkse leerlingen en 2 kinderen van een Indonesische diplomaat.

“Kinderen van leden van de Turkse ambassade gaan naar de Suleyman Demirel basisschool die is geopend in 1996. Naast een kleuterschool is er een schoolprogramma van 8 jaar. Van de 112 leerlingen zijn er 59 Turks. Onze zakenmannen in Roemenië hebben hun kinderen aan ons toevertrouwd.”

“Onze leerlingen komen uit veel verschillende landen. Zo zijn er bijvoorbeeld kinderen van diplomaten en zakenmannen uit Tsjecho-Slowakije, Indonesië, Congo, Zuid-Afrika, India en Iran die onder ons dak studeren. Naast Roemeens onderwijzen we Turks en Engels.”

Albanië

Als we zeggen dat onze meest ongewone scholen de Turkse scholen in Albanië zijn, denk ik dat we niet ver bezijden de waarheid zouden zitten. Waarom? Omdat één van deze scholen zich bevindt in het hoofdkwartier van Tirana’s Oorlogsacademie. Maar er is meer. Professor in de natuurkunde, Recep Meidani, die tot voor kort les gaf op deze school, is nu de president van Albanië.

Ibrahim Aydogan, afgestudeerd aan de Technische Educatie Faculteit van Ankara, is algemeen directeur van de educatieve instellingen in Albanië. Aydogan geeft een hoop interessante informatie.

“We openden, misschien wel voor de eerste keer in de wereld, een civiele school binnen militaire faciliteiten. We vestigden ons in het gebouw. De kinderen begonnen tegelijkertijd met de training als de soldaten. Terwijl de leerlingen binnen studeerden, ontvingen de soldaten buiten gewapende training.”

“Onze diplomaten in Tirana hoorden hierover. Hoofdconsul Metin Bey was verbaasd. Hij vroeg: ‘hoe heb je dit voor elkaar gekregen?’”

“Op de Mehmet Akif middelbare school voor jongens zitten 230 leerlingen intern; De middelbare school voor meisjes heeft 250 leerlingen intern. De Turgut Özal basisschool heeft ook nog eens 450 inschrijvingen van leerlingen.”

Er komen steeds meer universiteiten

Het aantal universiteiten en hogescholen dat door Turkse ondernemers wordt geopend in verschillende landen neemt elke dag toe.

Deze universiteit is in 1993 van start is gegaan met educatieve activiteiten en zijn er nu 750 studenten. Er is daar een vooropleiding en de vakken worden onderwezen in het Turks en het Engels.

Studenten krijgen een toelatingsexamen. Er schrijven zich elk jaar 7000 studenten in, maar slechts 10 procent wordt toegelaten. Sommigen krijgen een studiebeurs. De Universiteit van de Kaukasus heeft faculteiten voor techniek, economie, bestuurswetenschappen, open education en theologie.

Er studeren dit jaar 157 studenten aan de Black Sea Universiteit. Er wordt onderwezen in het Engels. Studenten komen uit de Russische Federatie, Azerbeidzjan, Turkmenistan en Turkije en ze worden onderwezen door Georgische academici.

Deze universiteit opende voor het schooljaar van 1994-1995 en geeft onderwijs in het Engels, Turks, Turkmeens en Russisch. Er zijn 420 studenten en de universiteit heeft de actieve faculteiten voor economie, bestuurswetenschappen, educatie en techniek. Op de vooropleiding wordt het onderwijs in vier talen gegeven. Er zijn moderne jongens- en meisjesslaapzalen voor de universitaire studenten. Er studeren momenteel 123 Turkse studenten aan deze universiteit.

Deze universiteit, die in 1996 met een schitterende ceremonie is geopend door de Turkse president Suleyman Demirel en de Kazachstaanse president Nazarbayev, heeft een afdeling Engels en economie. Er wordt voor de komende jaren gewerkt aan een ruimere structuur. Er studeren nu 53 studenten op de afdeling Turkse Taal en Literatuur aan de Al-Farabi Staatsuniversiteit.

Een ketting van instellingen voor hoger onderwijs

De volgende scholen die kunnen worden toegevoegd aan de universiteiten en instellingen voor hoger onderwijs in verschillende landen zijn: Alada Universiteit (Kirgizië), Mogul-Turk Constructie Technische School voor Hoger Onderwijs (Ulaanbaatar, Mongolië), Pak-Turk Internationale School en Hogeschool (Pakistan; instituut voor hoger onderwijs in Islamabad), Yari Islamitisch Instituut voor Hoger Onderwijs (Bulgarije), Derbent Humanitair Instituut (Dagestan; 5 jaar, inclusief vooropleiding), Economische-Bestuurswetenschappelijke Faculteit en Oriëntalisme Faculteit (voorbereiding en 5 jaar), London Meridian College (Engeland; een 2-jarig programma na de middelbare school). [Yeni Yuzyil dagblad, 15/01–04/02/98]

Gülen leerstoel: dialoog en transparantie

Gülen leerstoel: dialoog en transparantie

Door: Professor Johan Leman, professor in de sociale en culturele antropologie

Toen enkele maanden geleden bekend geraakte dat aan de KU Leuven een Gülen leerstoel voor interculturele studies zou geopend worden, was de berichtgeving hierover in De Standaard erg negatief. Naïviteit, blindheid voor verborgen agenda’s… waren nog de meest zachte verwijten. Ik herinner me dat zelfs de persdienst van de KU Leuven toen enigszins in verlegenheid kwam. Niet dat men het initiatief wou afvallen, maar ze hadden het uiteraard liever positiever gezien… en dus werd van dan af die leerstoel in de mate van het mogelijke niet te veel onder de aandacht gebracht. Men zou wel zien wat het zou worden.

Ik heb me toen voorgenomen om zelf voor volledige transparantie te zorgen, continu…

Ik heb me toen voorgenomen om zelf voor volledige transparantie te zorgen, continu… en over alles te berichten wat in dit verband publieke aandacht mag verdienen, zowel in positieve als – indien nodig – negatieve zin. Ik neem aan dat ik dit niet via De Standaard moet doen, en waarschijnlijk ook niet via De Morgen, die er ook al een gepeperde en sterk gekleurde reportage op zitten had over de Lucerna colleges, wat wel niet hetzelfde is als de Gülen leerstoel maar toch ook bij de (islamitische) Gülen beweging aansluit.
Dus doe ik het hier via de website van integratiecentrum Foyer en via De Wereld Morgen. Het is nu eenmaal moeilijk om positieve berichtgeving over de islam via onze media verspreid te krijgen. Dus gebruik ik het middel dat me toegang geeft hiervoor.
Wat kan ik melden? Dat met de middelen van de Gülen-leerstoel volgende reeks open lessen zullen plaats vinden in het tweede semester van het academiejaar 2011-12 aan de KU Leuven, campus Sociale Wetenschappen.
Tegelijk wil ik benadrukken dat de samenstelling van de open lessen-serie (dus toegankelijk ook voor mensen van buiten de KU Leuven) volledig overgelaten werd aan mij en dat ik dit in volle vrijheid, zonder enige beïnvloeding kon doen.
De conferenties vinden, voor wie geïnteresseerd is, plaats telkens op donderdag tussen 18u en 20u.

Bij deze een overzicht van de reeks.

Titel: Current issues in Islam

Week 1: Islamic self-understanding and Islamic understanding of society (including its main currents) by Emilio Platti, Prof.Em., KU Leuven (16 February 2012)

Week 2: Euro-Islam and Euro Muslims by Brigitte Maréchal; Prof.,UC Louvain. (23 February 2012)

Week 3: Social work, Poverty, inequality and social safety nets: voluntary welfare associations by Jonathan Benthall, Dr., University College London.(1March 2012)

Week 4: Islam and Shi’ite influences, in Europe and in the World By Matthijs van den Bos, Dr., Birkbeck, University of London.(8 March 2012)

Week 5: Secularism in the Muslim Contexts Abdou Filali-Ansary, Dr, Aga Khan University London ( 15 March 2012)

Week 6: Radicalization and Muslims: Salafism, Wahhabism in Europe By Roel Meijer, Dr.; Nijmegen University (22 March 2012)

Week 7: Islam and Sufism, in Europe and in the World By Eric Geoffroy; Prof., University of Strasbourg.(29 March 2012)

Week 8: Islamic bourgeoisie and Muslim Entrepreneurships C. Mazereeuw – van der Duijn Schouten, Dr., University of Tilburg.(19 April 2012)

Week 9: Muslim Self and European Public Sphere by Nilüfer GÖLE, Prof, EHESS (26 April 2012)

Week 10: Religious Freedom and Islamophobia by Chris Allen, Dr., London College (3 May 2012)

Week 11: Pluralism and Toleration: Interfaith and Intercultural Dialogue by Emilio Platti, Prof.E., KULeuven.(10 May 2012)

Week 12: Final: Theoretical Debates on European Muslims Erkan Toguslu, Dr. KU Leuven. (24 May 2012)

Wat hieruit te besluiten valt?

Dat er wel degelijk meer en meer heel positieve, dialooggerichte en intellectuele door de moslimwereld zelf gedragen initiatieven bij ons plaatsvinden, en dat dit er een van de voorbeelden van is.

Wil dat zeggen dat er ondertussen geen integristische attitudes tegelijk tot ontwikkeling komen bij anderen? Neen. Die zijn er ook, maar men moet tegelijk het vele positieve ook willen zien.

Dit stuk verscheen oorspronkelijk op: DeWereldMorgen.be

Gülen leerstoel: dialoog en transparantie

Mijn ervaringen met de Gülen beweging…

Door: Professor Johan Leman, professor in de sociale en culturele antropologie

Gisteren 10 april las ik, zoals sommigen onder u, het artikel over de “Gülen-beweging” in De Standaard. Mijn eerste reactie? Voilà, ’t is weer prijs. Ik heb het gelezen om tot de vaststelling te komen dat het hier weer maar eens om de zoveelste mix gaat van vermoedelijke waarheden, ongenuanceerde waarheden en soms ronduit foute beweringen. Kort van elk een voorbeeld. Vermoedelijk is het waar dat vanuit de hoek van mensen die aansluiten bij de Gülen-beweging actie gevoerd wordt, vooral in Turkije en wellicht ook in Nederland, tegen adoptie door buitenlandse niet-islamitische gezinnen. Ik weet het niet, maar dat valt geenszins uit te sluiten. Ongenuanceerd waar: er zouden al heel wat mensen binnen politie en justitie in Turkije Gülen’s ideeëngoed gunstig gezind zijn. Wat is daar ongenuanceerd aan?

Tot op heden was een toppositie in Turkije, bij het leger, binnen justitie en binnen de bureaucratie, al decennialang een privilege van kemalistische families, met alle machtsconcentraties en soms ronduit corruptie vandien. (Niemand in het Westen zag daar toen graten in.) Op een ogenblik dat heel wat mensen, vooral intellectuelen, sedert de jaren 90 naar Gülen’s ideeëngoed overgaan, lijkt het me niet abnormaal dat je meer en meer van die mensen ook in die kemalistische bolwerken zal terugvinden.
Is dit infiltratie? Volgens mij is dit gewoon een gevolg van een toenemende democratisering van die diensten, onder druk van o.a.  Europa, waardoor een sociologisch evenwichtiger vertegenwoordiging van de samenleving daarin terug te vinden valt.
Ronduit onwaar zijn dan weer beweringen als zou Saïd Nursi aan de oorsprong staan van de Gülen-beweging. Niet dat daar bezwaar zou tegen zijn, maar het is gewoon niet waar en je moet echt geen expert zijn om dat te weten. Dat Gülen invloeden ondergaan heeft van Nursi, en trouwens ook van anderen, is juist… maar meer niet.

Wat dan weer opviel bij het artikel in De Standaard, was de in dikke letters afgedrukte bewering dat het hier vermoedelijk om een grote indoctrinatiemachine gaat. Akkoord, ‘k geloof dat er een vraagteken bij stond. En verder, heel subtiel, dat KU Leuven een leerstoel heeft, gefinancierd door IDP, en dus gefinancierd door de Gülen-beweging (en dus door die indoctrinatie-machine?). Hoe subtiel kan journalistiek toch tewerk gaan, nietwaar!
En wat doe je dan als lezer van o.a. De Standaard en als leerstoelhouder? Je kan zwijgen en het laten overgaan… Risico: sommige mensen zeggen dan: haha, het was een schot in de roos. Hij reageert zelfs niet.
Je kan ook reageren. Zakelijk. Dit is wat ik, terecht of ten onrechte, gedaan heb. Ik heb een korte Opinie gestuurd, met de vermelding dat ik in het artikel werd vermeld, en de opname in De Standaard van mijn reactie fair zou vinden. Welnu, nothing… Zelfs geen antwoord van ontvangst. Daarom publiceer ik mijn reactie dus hier. En u moet zelf maar oordelen.

Wat is hetgene wat ik zelf ooit meegemaakt heb en dat me ertoe aangezet heeft vertrouwen te hebben in de mensen uit de Gulen beweging?

Vooraf wil ik echter nog iets kwijt wat ik niet in mijn reactie geplaatst had. Toen de leerstoel aan de KU Leuven werd geïnaugureerd, kreeg ik een telefoontje van een De Standaard-journalist die mij noch min noch meer wou laten zeggen dat de Gülen-beweging mij zijn programma opgedrongen had in ruil voor geld. Ik kreeg ook te horen dat evolutietheorie en dergelijke niet zou mogen, enzovoort. Toen ik zei dat ik daar tot op heden niets van ondervonden had, haakte hij af. Nadien hoorde ik dat hij de decaan en de omgeving van het rectoraat in dezelfde zin opgebeld had… Tiens!

En nu mijn Opiniestuk, met weglating van de inleiding:

“Wat is hetgene wat ik zelf ooit meegemaakt heb en dat me ertoe aangezet heeft vertrouwen te hebben in die mensen? Voorgeschiedenis: geloof me of niet, maar als ik ooit bedreigd of onder druk gezet geweest ben vanuit ‘islamitische’ hoek, is het begin jaren ’90 gebeurd vanuit kemalistische hoek. Nadien heb ik begrepen dat dit de periode geweest is van de fameuze Ergenekon-affaire in Turkije, maar dit zou ons te ver leiden.

Later kreeg ik op het Koninklijk Commissariaat van het Migrantenbeleid, waar ik kabinetschef was, bezoek van een Turkse kolonel bij de Nato die me afdreigde dat ik in de kwestie van het woordvoerderschap voor de islam in België het standpunt van de toenmalige Turkse ambassade moest verdedigen. Zoniet ging hij ervoor zorgen dat ik in het kanaal van Brussel zou belanden. Ik hoor het hem nog zeggen: “voor 50.000 frank vinden wij wel een Albanees”.

Andere keren heb ik, als directeur van het CGKR, ook nog wel eens last gehad van islamisten die tot een manifestatie in Molenbeek en aan de Beurs in Brussel hadden opgeroepen tegen mij. Mijn conclusie: net zoals het islamisme, heeft ook het kemalisme niemand lessen te geven over intimidatie. Wat ik vandaag wel nog steeds ondervind, is dat ik heel frequent e-mails ontvang vanuit een bepaalde kemalistische hoek om me te waarschuwen tegen islamisering en anti-westers gedachtegoed bij Gülen. Ik vermoed dat sommige journalisten daar ook heel frequent mails over ontvangen. Voor mezelf heb ik echter uitgemaakt dat ik zal geloven wat ik zie en ondervind, en niet wat men roddelt.

En nu de leerstoel in Leuven. Geloof me, ik zal u informeren als ik me geïndoctrineerd of geïntimideerd voel vanuit de kant van de Gülen-beweging. Echter… tot op heden organiseer ik het onderzoek dat ze financieren zoals ik het zie, en in volle vrijheid. En in de cursus die ik coördineer, nodig ik uit wie ik wil. Ik vermoed dat er tussen de lezers van mijn Opiniestuk mensen zullen zitten die de cursus volgen. Als ze vinden dat dit niet waar is, dat ze het dan laten weten, aan de krant of aan mij.

Geloof me, ik zal u informeren als ik me geïndoctrineerd of geïntimideerd voel vanuit de kant van de Gülen-beweging. Echter…

Wat ondervind ik nog? Ik zie dat er een reeks initiatieven (Beltud, Golden Rose, Betiad, Fedactio, Lucerna) van de grond gekomen zijn in België en Vlaanderen, die gezien kunnen worden als behorend tot de Gülen-beweging. Ik zie dit als een los aaneengekoppeld netwerk van initiatieven, die ‘bottom up’ ontstaan en moreel-religieus vanuit een islamitische ethiek in wisselende mate ‘top down’ geïnspireerd worden. Die initiatieven worden gekenmerkt door een sterke lokale onderlinge netwerking, maar kunnen nogal grondig verschillen per land.

Wat is daar verkeerd aan? Is dit een indoctrinatiemachine? Is een Davids- of een Willemsfonds een indoctrinatiemachine? Verraadt dit een verborgen agenda? Zijn er dan geen ex-leden die wat ontgoocheld kunnen zijn? Kent u een beweging waar dit niet het geval is? En ongetwijfeld zullen daar ook wel eens beheersfouten gemaakt worden…

Maar ten gronde, moet het Westen misschien eens beginnen te leren begrijpen en aanvaarden dat globalisering niet betekent dat alles nog zal lopen zoals het Westen het verwacht vanuit zijn eigen vooropstellingen… en dat er nieuwsoortige bewegingen bij ons aan het opkomen zijn. Blijkbaar hebben sommigen het daar moeilijk mee en moet alles wat niet aan de eigen logica beantwoordt als verdacht voorgesteld worden. Ondertussen stel ik vast dat die initiatieven bij ons, die men ervan verdenkt een sterke Turkse islamitische staat te willen doordrukken, in mijn ogen zelfs te weinig de Turkse taal en cultuur valoriseren, waarmee ik bedoel dat ze daarin terecht veel verder zouden mogen gaan, en dat ik hen nog nooit een démarche heb zien doen die op islamisering van hun omgeving lijkt.”

Als afsluiter wil ik nog het volgende meegeven. Ik hoor ook meer dan eens vertellen dat de evolutieleer door de Gülen-beweging in twijfel getrokken wordt, of dat er banvloeken over homosexualiteit uitgesproken worden. Eerlijk gezegd: ik sluit niet uit dat sommige mensen zo denken die bij de beweging aansluiten.

Trouwens, bij de evangelicals en bij de katholieken heb je ook van alles, hoor. Waarom dus niet in een beweging met enkele honderdduizenden sympatisanten, in meerdere landen en met wisselende betrokkenheid? En er zijn al mensen bij mij gekomen om me vanuit Koerdische hoek te waarschuwen tegen de beweging. Welnu, beste lezer, tot nu toe heb ik daar zelf als persoon allemaal nog niets van ondervonden. En als het ooit zo ver komt, zal ik u informeren.

Ondertussen heb ik mijn buik vol van alle mogelijke roddels, verborgen agenda’s, “double talk” en wat nog allemaal wat verteld wordt als het over een zo complex iets als de islam gaat. Sommigen reduceren het tot enkele Koranverzen, anderen hebben ergens een of andere ervaring met een moslim opgedaan, en hop… de veralgemening volgt in een oogwenk. Sommige niet-moslims mogen er zich, bij zoveel halsstarrige perspectiefvernauwing, echt wel eens vragen beginnen bij stellen.

Dit stuk verscheen oorspronkelijk op: DeWereldMorgen.be