NOVA Reportage over Gülen-beweging, een analyse

Verschenen in: Zaman Nederland

Op 4 juli, twee weken na de uitverkiezing van Fethullah Gülen als grootste intellectueel ter wereld, verscheen een NOVA-reportage over de veelbesproken Gülen-beweging. Op basis van een anonieme getuige en vijf vermeende verklaringen beweren programmamakers Selli Altunterim en Jan Eikelboom dat er binnen de beweging in Nederland sprake is van indoctrinatie, sektarisme en samenzwering. De reportage is volgens vertegenwoordigers van de Turkse gemeenschap in Nederland op zijn minst twijfelachtig te noemen. Ongefundeerde beweringen, sluwe woordenspelingen en dubieuze getuigenverklaringen zijn in de reportage in meervoud terug te vinden. De vraag rijst of de reportage juridisch en journalistiek verantwoord is.

Prominente leden van de Turkse gemeenschap in Nederland spraken direct na het zien van de reportage hun verontwaardiging uit. 

In de wetenschap en het hoger onderwijs wordt er almaar op gehamerd. Kwalitatief onderzoek moet zonder meer voldoen aan een aantal criteria om geldig te kunnen zijn. Zodra aan deze fundamentele principes niet wordt voldaan is het onderzoek zonder pardon ongeldig. Door dit na te laten komt min of meer de onkunde of onwilligheid van de onderzoeker aan het oppervlak. Het ontbreken van geleerdheid, ofwel geletterdheid, zou volgens Desiderius Erasmus (1466-1536) zelfs leiden tot het verval van elke discipline.

Prominente leden van de Turkse gemeenschap in Nederland spraken direct na het zien van de reportage hun verontwaardiging uit. Sommigen waren diep teleurgesteld, anderen beter in staat rede van emotie te scheiden. Mehmet Emin Ates, erevoorzitter van de Turks Islamitisch Culturele Federatie (TICF) en voorzitter van de Inspraakorgaan Turken (IOT), zei bijvoorbeeld na de verschijning van de reportage enigszins gelaten: “De journalistieke regels in Nederland zijn met voeten getreden”. De uitgesproken democraat Veyis Güngör, voorzitter van de UETD (Europese Unie voor de Turkse Democraten) in Nederland lijkt zich beter bewust te zijn van de provocatieve journaille (c.q. sensatiejournalistiek): “Het lijkt alsof in Nederland organisaties die in korte tijd succesvol worden op deze manier opzettelijk worden tegengewerkt.”

Alhoewel in Turkse gelederen veel sentimenten weerklinken is het belangrijk eerst de geldigheid van het onderzoek te toetsen. Geeft de reportage bijvoorbeeld antwoord op de vraag die wordt gesteld? Is de Gülen-beweging werkelijk een gevaar voor de openbare orde? Het antwoord op deze vraag blijft na het zien van de reportage niettemin in het ongewisse. Er worden bewijzen noch feiten geleverd om de bewering te staven. Op een zeker moment wordt in de reportage op tamelijk sluwe wijze de voorzitter van de Dialoog Academie Gürkan Çelik gevraagd of de Academie gelieerd is aan Fethullah Gülen. Çelik probeert meerdere malen tevergeefs van onderwerp te veranderen. Turkije-deskundige Erik-Jan Zürcher merkt in de reportage terecht op dat de poging deze vraag te omzeilen een politieke erfenis zou kunnen zijn vanuit het land van herkomst. In Turkije ligt het spreken over dit onderwerp al jaren uiterst precair. Ofschoon de heer Çelik vervolgens duidelijk blijk heeft gegeven dat Fethullah Gülen een van de inspiratiebronnen is, is dit in de reportage achterwege gelaten. Wel heeft Nova na de uitzending het volledige interview op de eigen website geplaatst. Dit is niet gebeurd met de overige interviews die in de reportage te zien zijn. Wellicht heeft dit ermee te maken dat de heer Çelik een voorwaarde gesteld had om voor de camera te reageren, namelijk dat hij zelf het interview ook op video op wilde nemen voor eigen archief. Volgens de heer Çelik was de lacherige reactie van Nova verslaggever de heer Eikelboom op deze voorwaarde: “Ja, dat [eigen opname] mag, maar dit hebben we nog niet eerder meegemaakt. Alleen in dictaturen.” Het is opmerkelijk dat Nova zich desondanks toch gedwongen voelde het volledige interview met de heer Çelik op de website te plaatsen. De reportage zelf borduurt voort op de gemonteerde ontkenning van Çelik. Om de dubbelzinnigheid van zijn opstelling kracht bij te zetten wordt in de reportage op vermakelijke wijze herhaaldelijk verwezen naar de (verouderde) internetpagina van de Dialoog Academie. Dat uit de referentie naar Gülen als inspiratiebron geen juridische band opgemaakt kan worden blijft buiten beschouwing.

Melodramatische achtergrondmuziek gepaard met vertraagde beelden moet de kijker vervolgens het idee geven van achtergesteldheid en segregatie.

De vraag is in de kern of de beweging op korte dan wel lange termijn een bedreiging vormt voor de openbare orde. Tijdens de inleiding door copresentator van De Wereld Draait Door Joost Karhof wordt onmiddellijk de toon gezet. Karhof: “Volgens Turkije-kenners heeft Fethullah een dubbele agenda.” Saillant genoeg wordt in de reportage slechts één Turkije-deskundige in de persoon van Erik-Jan Zürcher aan het woord gelaten. Melodramatische achtergrondmuziek gepaard met vertraagde beelden moet de kijker vervolgens het idee geven van achtergesteldheid en segregatie. Nadat de zwaarmoedige ondertoon is gezet volgt in de voice-over: “Niemand weet precieze aantallen, maar met mogelijk duizenden aantallen is het waarschijnlijk de grootste Turkse beweging in Nederland.” De oplettende kijker merkt onmiddellijk de woordenspelingen op in deze zin. De gesloten vraagstelling aan de controversiële Turkse journalist Hikmet Çetinkaya die hierop volgt is eveneens merkwaardig. “Er wordt vermeend dat ze zich anders voordoen dan ze in werkelijkheid zijn. Zijn ze werkelijk antidemocratisch? Zijn ze voor de sharia?” De respondent Çetinkaya antwoord bevestigend door de vraag met verheven stem direct om te zetten in een stelling. “Natuurlijk zijn ze anti-democratisch! Zij zijn voor de sharia!”

Mustafa Ayranci, de voorzitter van de Turkse Arbeidersvereniging in Nederland (HTIB), kwam ook aan het woord in de reportage. Tijdens het vraaggesprek zou er een brochure van een niet bij naam genoemde organisatie bij Ayranci thuis op tafel gelegen hebben waarin wordt opgeroepen tot de religieuze wetgeving (c.q. sharia). Ayranci zou later in een interview met Zaman zeggen dat hierover zijn standpunt werd gevraagd. Hij sprak hier dan ook uitdrukkelijk zijn afkeuring over uit. Alhoewel de afzender van de brochure geen banden heeft met de Gülen-beweging, zouden de programmamakers de woorden van Ayranci welbewust verbonden hebben aan de Gülen-beweging. Zelf zegt Ayranci daarover: “Ik vertelde NOVA dat ik de oproep in de brochure laakte. Als voorzitter van de Turkse Arbeidersvereniging ben ik een voorstander van integratie. Het werk van de afzender beschouw ik als hindernis voor de integratie. Let wel, daarmee bedoelde ik niet de Gülen-beweging!”

Door enkel anonieme getuigenissen te gebruiken kan de waarheid ervan niet getoetst worden. Er kan ook sprake zijn van persoonlijke grief of belangenverstrengeling.

De verklaring van Hikmet Çetinkaya – zes maal wegens smaad en laster aan het adres van de heer Gülen vervolgd en veroordeeld door het Openbaar Ministerie in Turkije – zou bovendien onbetrouwbaar zijn. Dit heeft de programmamakers echter niet weerhouden de omstreden Çetinkaya als onafhankelijke deskundige te doen voorkomen en te interviewen. De bijdrage van de journalist riep veel weerstand op. De indruk zou gewekt worden dat hij deskundig is over de Gülen-beweging. Ook de mededeling dat Gülen niet in Amerika zou mogen verblijven en ook in andere landen niet welkom zou zijn is onjuist. In werkelijkheid heeft Gülen de rechtszaak over zijn verblijfsstatus, de Green Card, gewonnen. Verder zou uit geen enkele bron opgemaakt kunnen worden dat andere landen Gülen weigeren.

In de reportage wordt veel waarde gehecht aan een verklaring van een anonieme oud-medewerker. De voice-over meldt plichtmatig dat de man anoniem zou willen blijven omdat hij zou vrezen voor zijn veiligheid. Wederom is het zeer dubieus of een getuigenis geloofwaardig is. In dit geval zou niet getoetst kunnen worden of er sprake is van persoonlijke grief of belangenverstrengeling. Stem: “Maar de leerlingen krijgen niet alleen huiswerkbegeleiding, ze worden ook geïndoctrineerd. Dat zegt een oud-medewerker die uit angst alleen zijn verhaal anoniem wil vertellen.” De angst waarover wordt gesproken zou echter moeilijk op te maken zijn uit de intonatie die de oud-medewerker aan de dag legt. Met pakkende leuzen en ondubbelzinnige beschuldigingen neemt de naamloze vooral zélf het initiatief. Zonder dat de interviewer er gericht naar vraagt begint de anonymus over massabekering en assimilatie. Daarbij weet hij, als oud-medewerker, ongetwijfeld hoe gevoelig deze onderwerpen liggen in de samenleving en – niet in de laatste plaats – voor welk schokeffect dit kan zorgen. Niettemin neemt hij geen blad voor de mond. Enigszins versteld door de uitgesproken dissident ziet de interviewer kans een krachtige uitspraak aan de man te ontlenen: “Ja ja.. En geven ze Nederlanders als goed voorbeeld of als slecht voorbeeld?” Wederom een gesloten vraag. “Een goed voorbeeld is een bekeerde Nederlander; de rest is slecht,” aldus de oud-medewerker.

Er zouden in de reportage bovendien verkeerde generalisaties gemaakt worden. Ook Erik-Jan Zürcher zou vergeten zorgvuldig te formuleren. De Turkije-deskundige beweert dat de secularisten in Turkije tegenstanders zijn van de Gülen-beweging. Daarbij ziet Zürcher over het hoofd dat ook de leden van de Gülen-beweging seculier zijn. Uit opiniepeilingen blijkt nota bene dat de meerderheid van Turkije de activiteiten van de beweging voorstaat.

Gebruikte citaten van Gülen zijn fout of incompleet vertaald. De cruciale passage “sluit vriendschappen met het westen” is zelfs niet vertaald.

Afgezien van de representativiteit en geloofwaardigheid van de respondenten wordt ook de ondertiteling van het halverwege de reportage getoonde fragment van Fethullah Gülen betwist. Het zou verstrekkende onjuistheden bevatten. De integrale NOVA-vertaling luidt: “De islamitische wereld is al twee eeuwen misbruikt door de westerlingen. Om onze wereld niet weer door hen te later misbruiken moeten de gelovigen van Turkije economisch gezien de macht overnemen in het Westen en hen zo het rechte pad wijzen. Zo moeten we alle misbruik tegengaan. Zo wil Allah het.” Gülen spreekt over “küfür dünyasi”. In werkelijkheid zou dit volgens vertalers niet “de westerse wereld” betekenen (in het Turks “Bati dünyasi”), maar ‘regimes die onderdrukken’. De cruciale passage “…o insanlarla dostluk kursunlar” is zelfs niet vertaald. Deze woorden bevatten echter een belangrijke boodschap. De betekenis hiervan luidt: “laat hen vriendschappen met hen sluiten.” Verder betekent de vertaling van “irsat zeminine kadar her seyi ele geçirsin” niet “hen zo het rechte pad wijzen” zoals NOVA het in de context interpreteert, maar “integreren in alle lagen (irsat zemini) van de samenleving (context: om de beeldvorming over moslims te verbeteren)”. Door de vertaling van NOVA voor waar aan te nemen zou de Gülen-beweging volgens gedupeerden geheel buiten verhouding geplaatst worden. Daarnaast zou de NOVA-vertaling van “ve bütün istismar kapilarini kapasinlar”, vertaling: “zo moeten we alle misbruik tegengaan” wederom onjuist zijn. Met name Selli Altunterim, de programmamaker die zelf van Turkse afkomst is, moet het ontgelden. Altunterim zou politieke bedoelingen hebben met de reportage en willens en wetens de woorden van Gülen verdraaid hebben. De juiste vertaling is binnen de context namelijk: “en laat ze de negatieve beeldvorming voorkomen (letterlijk: de deuren sluiten)”. Dit impliceert een hele andere benadering die Gülen nastreeft. De vertaling “Zo moeten we alle misbruik tegengaan” zinspeelt op fysiek geweld en extremisme. En of er al niet genoeg fouten zijn gemaakt wordt de simpele Turkse uitdrukking “Allah rizasi için kapatsinlar” vertaald met het dogma “Zo wil Allah het.” De eigenlijke vertaling is “Voor Gods (c.q. Allah) genoegen,” in het Engels “for God’s sake”. Duidelijk is dat dit een culturele uitdrukking is die je in de Engelse taal wel direct terug vindt, maar niet in de Nederlandse.

Verder worden er naast gebruikelijke schoonheidsfoutjes zoals misplaatste logo’s ook fouten gemaakt die de context van de gebeurtenissen misplaatst. Zo wordt een fragment uit 1999 van Alaattin Erdal, de toenmalige directeur van stichting Het Centrum, getoond met als datering 1990, en niet zoals in werkelijkheid 1999.

Vooraanstaande intellectuelen roemen wereldwijd Fethullah Gülens gedachtegoed van dialoog, ethiek en onderwijs in achterstandsgebieden. Maar volgens sommigen met argwaan zou zelfs de tweedaagse conferentie “Peaceful Coexistence” in 2007 op de Erasmus Universiteit in Rotterdam allemaal gedaan worden om een schijn op te houden.

Turkije-deskundige Erik-Jan Zürcher geeft richting het slot de opzet voor de nabespreking tussen presentator Joost Karhof, Sadet Karabulut (SP) en Halbe Zijlstra (VVD). Zürcher verwijt de overheid veel te makkelijk geld en middelen aan vertegenwoordigers van migrantengroepen te geven die op de juiste knoppen weten te drukken. Zowel Karabulut als Zijlstra zijn de mening toegedaan dat de initiatieven van de Gülen-beweging, met name de scholen, de integratie belemmeren. Karabulut kenmerkt zich in de epiloog aldoor door haar heldere en redelijke argumentatie. Zijlstra chargeert vooral. Volgens de VVD’er zou er vanuit de beweging zelfs sprake zijn van bedreigingen. Vervolgens somt de voormalige gemeenteraadslid van Utrecht grote bedragen op en schetst de leerlingen en ouders die zich hebben verbonden aan de scholen af als hulpeloze slachtoffers. Ook de vrijwilligers binnen de beweging komen er niet vlekkeloos vanaf. Zijlstra: “Hij (Gülen red.) probeert met zijn beweging om mensen die in een achterstandspositie zitten via onderwijs, via opklimmen op de maatschappelijke ladder, in een machtspositie te brengen die niet alleen voor hen goed is, maar vooral voor de groep goed is. En die mensen zien daarin een soort hoop voor de toekomst en houden zich daaraan vast. En daardoor worden ze wel heel erg naar binnen gezogen en ontstaat er een soort sekte. Soort sektebeweging waar je heel moeilijk weer uit kunt komen.” ‘Sekte’, ‘machtspositie’, ‘zijn’ beweging; de toon die Zijlstra aanhoudt liegt er niet om.

Volgens benadeelden probeert de geboren Fries vooral díe kijkers te beïnvloeden die onbekend zijn met de beweging. Zijlstra houdt daarbij de wetenschap achter dat de door Gülen geïnspireerde scholen in de loop der jaren internationaal een goede naam hebben opgebouwd. Hoogwaardigheidsbekleders, beroemdheden, ministers, zelfs presidenten kloppen aan bij de scholen die geïnspireerd zijn door Gülen. Fethullah Gülen is niet voor niets door de respectievelijk Amerikaanse en Britse tijdschriften Foreign Policy en Prospect in juni verkozen tot grootste nog levende intellectueel ter wereld. Vooraanstaande intellectuelen roemen wereldwijd zijn gedachtegoed van dialoog, ethiek en onderwijs in achterstandsgebieden. Het zou zelfs kunnen dat Zijlstra zich werkelijk niet bewust is van de internationale allure van de Turkse denker. De VVD’er ziet de beweging, ofwel mensen die sympathiseren met Gülen en succesvol samenwerken, als een roedel wolven in schaapskleren. Daarmee toont hij zich eigenlijk een tegenstander zonder het mondiale perspectief te begrijpen.

Gespreksleider Joost Karhof zegt op een gegeven ogenblik met recht dat alles er bij de beweging piekfijn uitziet en het mensen hoop en een goede toekomst biedt. Karhof vervolgt in zijn rol als naïeve interviewer: “Maar daar kun je wel maatschappelijk verder mee komen. Dat is de truc natuurlijk.” Zijlstra riposteert: “Dat is de truc, dat is de eerste stap, maar de mensen die dan vervolgens op een gegeven moment zeggen van ho, nu worden allemaal extra dingen van mij gevraagd waarbij ik bijvoorbeeld als individu niet meer aan mee wil doen, dan komt dat groepsproces heel erg sterk aan de orde. Dan zie je dus ook dat mensen heel erg moeilijk er weer uit komen en ook geconfronteerd met bedreigingen. Ondernemers die bijvoorbeeld bijdragen moeten leveren financieel, die daar van afwillen, die dan ook weer met bedreigingen te maken krijgen. En dat is dan de negatieve kant die heel duidelijk aan de oppervlakte komt.” Bij dit soort verdachtmakingen is het essentieel dat de feitelijke onderbouwing afdoende is. Zijn er daadwerkelijk voorbeelden van zulk soort bedreigingen? Is dit representatief? Hoe en wat waren deze bedreigingen? Zijlstra zou hiermee de beweging associëren met terrorisme en extremisme, terwijl Fethullah Gülen onmiddellijk na 11 september zijn grondige afkeuring hiervan uitsprak. De vele inspanningen die de beweging levert om de grimmige beeldvorming over moslims te corrigeren en een vreedzame dialoog te creëren wordt in de reportage buiten beschouwing gelaten. Zo ook de tweedaagse conferentie “Peaceful Coexistence” in 2007 op de Erasmus Universiteit in Rotterdam. Volgens Zijlstra zou dit allemaal gedaan worden om de schijn op te houden.

Zijn er daadwerkelijk voorbeelden van bedreigingen? Nee. Geen die we na kunnen trekken.

Hoewel van Turkse origine zou Karabulut ook een aantal onjuiste generalisaties maken. Als vertegenwoordiger van Turkse Nederlanders zou ze zelfs niet representatief zijn. De politica zou vanwege haar achtergrond teveel verschillen van de overwegend soennitisch Turkse gemeenschap in Nederland. Dit weerhoudt haar niet haar persoonlijke visie als algemeen heersende opvatting te presenteren. Karabulut: “Ik denk dat er heel veel mensen zullen zijn die de beelden die we hier zien zullen beamen.” Of andermaal “Het feit alleen ook al dat op die scholen alleen maar Turkse kinderen zitten, dat is natuurlijk al een teken en het bewijst dat dit absoluut niet de integratie bevordert.” Dat op de scholen ook autochtone kinderen zitten ontgaat het Kamerlid echter. Karabulut pleit er verder voor dat de overheid deze scholen verbiedt. Direct na de uitspraak komt de SP’er weliswaar terug op haar schreden. “Wat wel heel belangrijk is (ik weet vanuit de Turkse gemeenschap) omdat er heel veel kinderen zijn ook met onderwijsachterstanden, en er erg behoefte is aan onderwijsondersteuning, krijgen dit soort organisaties een kans. Dit soort organisaties zouden wij niet nodig moeten hebben. Dat moet wat dat betreft gewoon openbaar publiekelijk goed georganiseerd worden.“ Daarmee slaat Karabulut de spreekwoordelijke spijker op zijn kop. Dit is nu net de reden waarom de Gülen-beweging met haar principieel altruïstische opvatting zo succesvol is, niet alleen in Nederland, maar over de hele wereld.

Anderen over Fethullah Gülen

Dries van Agt, voormalig minister-president van Nederland:

“De ideeën van Fethullah Gülen zijn zeer belangrijk voor de Westerse wereld. Hij zorgt er voor dat de mens centraal staat in zijn doen. Zijn werk laat zien dat hij tegen oorlogen is en juist een bijdrage levert aan de wereldvrede.”
Tijdens het symposium Erasmus en Gülen, 28 oktober 2008.

 

Prof. dr. Annemarie Schimmel, Duits Arabist:

“Het idee van Fethullah Gülen aangaande ‘begrip, tolerantie en iedereen te aanvaarden in diens eigen hoedanigheid’ is erg evident. Dit zijn echt heel mooie en broodnodige idealen. Men moet niet trachten de ander door middel van dwang te veranderen. Dit gebeurt momenteel maar al te vaak. Er zijn veel mensen die, handelend vanuit een zendingsdrang, iedereen naar eigen voorbeeld wensen te veranderen.”

 

Bartholomeos, Grieks-Orthodoxe Patriarch:

De zeer geachte heer Fethullah Gülen is werkelijk een voorbeeld van vrede, tolerantie en de gemeenschappelijke universele waarden die zowel staatshoofden als de hele mensheid bindt. Wij houden allemaal van hem en respecteren hem.

 

Georges Marovitch, vertegenwoordiger van het Vaticaan in Istanbul:

Om mij heen kijkend zie ik mensen uit alle lagen van de bevolking en vraag mijzelf af: Wat brengt ons hier? Wat is de reden dat onze christelijke, islamitische en joodse broeders zich hier bevinden. Net zoals Roemi honderden miljoenen bij elkaar heeft gebracht, zo oefent ook deze liefdevol pratende, zeer geachte persoon een aantrekkingskracht uit op ons, waardoor wij hier bij elkaar komen. Deze hoogstaande persoon heeft het over liefde. Het is dezelfde liefde die ons hier brengt. Daarom bid ik voor hem. Hij heeft al onze gebeden nodig. Hij is wereldwijd een groot voorbeeld voor ons allen. Sommigen vragen welke krachten er achter hem schuilgaan. Daarop zeg ik: ‘Hij heeft slechts één wapen en dat is Gods liefde.’

 

Bülent Ecevit, voormalig premier van Turkije:

De heer Gülen heeft aangetoond dat de islam gepaard kan gaan met moderniteit, democratie en vooruitgang.
Bron: Ufuk Turu, Eyüp Can, İstanbul, 1996

 

Prof. dr. Thomas Michel, Secretaris-Generaal departement interreligieuze dialoog van het Vaticaan:

“In mijn optiek ligt de reden dat Fethullah Gülen zowel door ‘seculieren’ als door ‘streng-gelovigen’, zowel door ‘rechts’ als door ‘links’ wordt aangevallen, verscholen in het feit dat hij in deze kwestie, die hij overigens als een doodlopende weg beschouwt, geen partij kiest.

Ik leerde deze scholen kennen toen ik in 1995 in het plaatsje Zamboanga op het eiland Mindanao, in het noorden van de Filippijnen, hoorde van een ‘Turkse school’, enkele kilometers buiten de stad. Toen ik naar die school ging, viel mij als eerste het grote bord in de tuin op met de tekst ‘Filippijns-Turkse school voor tolerantie’. Dit was een verrassende naam in Zamboanga, een gebied waar 50% christen en 50% moslim is en al ruim 20 jaar verschillende separatistische Morobewegingen een gewapende strijd voerden tegen de strijdkrachten van de regering. Door de Turkse directeur en leden van het schoolpersoneel werd ik buitengewoon goed ontvangen. Op school studeerden meer dan duizend leerlingen en ze verbleven in (school)internaten. Van de school, waarvan een deel moslim en een deel christelijk was, het Turkse personeel en hun Filippijnse collega’s heb ik begrepen dat het geen loze kreet is om mee te pronken, dat hun school een instituut is dat is toegewijd aan de ontwikkeling van tolerantie. In een gebied waar ontvoeringen, guerrillaoorlog, kortdurende opstanden, arrestaties, verdwijningen en moorden door het leger en de militante troepen aan de orde van de dag zijn, biedt deze school aan moslim- en christenkinderen een opleiding van hoge kwaliteit, samen met een positief leven en wederzijdse relaties.”

Uit: Küresel Barışa Katkılarıyla Gülen Hareketi (“De bijdrage van de Gülenbeweging aan wereldwijde vrede”) onder redactie van Robert A. Hunt en Yüksel A. Aslandoğan.

 

Prof. dr. Hakan Yavuz:

“De tolerantie van Fethullah Gülen en de waarde die hij toekent aan de mens zijn prijzenswaardig. Ik ben naar de scholen in de Fergana Vallei geweest en heb daar veldonderzoek verricht. Het was voor mij een bron van trots. Gülens benadering en analyse van de islam kan een oplossing bieden voor hedendaagse behoeften. Gülen is een met zijn oren naar de Koran en de soenna, en met zijn ogen naar actuele thema’s gerichte eigentijdse moslimgeleerde en intellectueel.”

Interview met Hakan Yavuz, Nilgün Cerrahoğlu, Milliyet 18 september 1996.

 

Prof. dr. Nilüfer Göle:

“Zolang Turkije geen verbindingen kan aanleggen tussen zijn verleden en toekomst, traditie en moderniteit, tussen zichzelf en de wereld, zolang het land, in de woorden van de heer Fethullah Gülen Hodja ‘de metafysieke spanningen’ daartussen niet aankan, zal het zich opwinden. Grijpen naar geweld en uitbundig gejuich zijn de verschijnselen daarvan.

De denkwijze van Fethullah Gülen maakt het aantrekkelijk voor het individu om bescheiden te zijn, voor de gemeenschap om behoudend te zijn, en de islam voor de beschaving. Hij geeft het individu, dat klem zit tussen traditionele onderdrukking en moderne uitbundigheid, het voorbeeld van mensen die hun relatie met Allah niet zijn kwijtgeraakt en van zijn tolerantie.

De leer van Fethullah Gülen toetst het westerse modernisme aan het islamitische conservatisme, geeft daar betekenis aan en wil zelfs moderniteit afpakken als bezit van het Westen. Hij haalt de keten van waarden overhoop waarin moderniteit en verwesterlijking worden vereenzelvigd, waar bescheidenheid en individualiteit tegen elkaar ingaan, conservatisme en moderniteit in conflict met elkaar raken. Wat moderniteit zal belichamen en wat beschaving zal brengen zijn wetenschap, kunst en schoonheid die ‘rondom de wortel van hun eigen geloof’ opnieuw worden vormgegeven.

De Fethullah Hodja-beweging is zowel modernistisch als islamitisch; zij onderscheidt zich van alle andere opvattingen die helemaal opnieuw willen beginnen. De staat (staatloos zijn, betekent wanorde) en democratie (die als een proces wordt gezien) ziet zij los van islamitische bewegingen, zonder hun legitimiteit ter discussie te stellen. Zodoende breekt zij niet af, zoals de bewegingen die tegen het systeem zijn en een vijand willen aanwijzen. Integendeel, zij vormt de geboorte van een moslimbeweging en verwoordt de pretentie een beschaving te zijn op rustige wijze, op een wijze die ver af staat van reactie, gewelddadigheid, kinderziekten, en zij vormt haar eigen elite.”

 

Prof. dr. Şerif Mardin:

“Ik vond het persoonlijk erg interessant dat Fethullah Gülen sprak over de verschillen tussen ‘maatschappij’ en ‘gemeenschap’. Het feit dat de maatschappij is gebaseerd op belangen, wat noodgedwongen het principe met zich meebrengt de belangen van morgen nu al te berekenen, verzwakt deze bouw en zoals Weber dat ook heeft gezegd, sluit de mens na enige tijd op in een ‘metalen kooi’. Het zou ieders doel moeten zijn om op deze weg verder vooruit te komen. Er is ook geen twijfel mogelijk dat het geloof hierbij een stevige basis verschaft. Fethullah Hodja heeft het over de versterkende kracht van dit geloof. En inderdaad, bij mensen die door zijn ideeën zijn geïnspireerd, is het mogelijk voorbeelden van opoffering te zien die we in deze tijd maar mondjesmaat tegenkomen.
Dat de levendigheid in de islam vandaag de dag wordt gewaarborgd, komt bij moslims voort uit de noodzaak om te discussiëren. De aanwijzingen van Fethullah Gülen om deze noodzaak te erkennen, zijn hoopgevend.”

 

Nevval Sevindi:

De algemeen directeur van een school knoopte een hechte band aan met twee Koerdisch sprekende nieuwe leerlingen en luisterde naar hun problemen. Hij liet hen eten, drinken en wees hen een plaats aan om te slapen. Maar 15 dagen later werden deze kinderen onhandelbaar. Zij sloegen de ruiten stuk en beschadigden het meubilair. Later bleek dat het hun bedoeling was om de directeur kwaad te maken en zich te laten slaan en/of van school te laten sturen. Zo wilden zij zeggen: ‘Dit is hoe de Turken ons behandelen.’ Maar zij werden met grote liefde bejegend, dat zij uiteindelijk het volgende toegaven: ‘Er werd ons zoveel negatiefs verteld, dat we jullie haatten. Wij waren gekomen om de school in brand te steken, maar dat hebben we niet gedaan (…)’ Een leerling uit Cizre (in Zuidoost-Turkije) schrijft in zijn brief het volgende: ‘Ik beschouwde de Turken altijd als vijand totdat er een studieruimte werd geopend ter voorbereiding op de universiteit. Ik ben van jullie allemaal gaan houden. Als jullie hier eerder naartoe gekomen zouden zijn, dan zou er misschien geen enkel terrorisme hebben bestaan. Mijn oom ging de bergen in, misschien zou hij dat niet hebben gedaan.’

 

Ahmet Turan Alkan:

Fethullah Gülen bevindt zich op geestelijk vlak op het kruispunt tussen ‘intellectueel’ en ‘wijsgeer’. De culturele verworvenheid waarover hij beschikt, laat een verbazingwekkende polyfonie zien. Zijn kijk op zaken, gebeurtenissen en de wereldbevolking, de vastberadenheid en voldane (gemoeds-)toestand zijn die van een volmaakte gelovige. De prijs van het vaandel des geloofs en de vlag der intelligentie die aan één persoon worden gegeven, is hoog en kan alleen worden betaald door het afleggen van een soort ‘lijdensweg’. Wij hebben de plicht om een dergelijke geestesactie die zo hoog heeft kunnen komen, op zijn minst met respect te benaderen.

 

Ali Bayram:

Dat vorm wordt gegeven aan normen van burgergemeenschap die onbekend zijn, omdat ze niet lijken op die van het Westen, dus burgerondernemingen als sociale diensten die goed opgeleid zijn en kenmerkend zijn voor Anatolische tradities, en evenzo door fondsen die kenmerkend zijn voor de tradities, is voor de gemeenschap van Fethullah Hodja zowel een bron van maatschappelijke erkenning als het leggen van een relatie met het verleden en de cultuur van de samenleving. Het is een blijk van de wens tot eenwording en modernisering die voortvloeit uit de cultuur.

Deze stem maakt het belang van interpretatie in de islam, de relatie ervan met de dynamiek van deze tijd en het bestaan van verschillende interpretaties, legitiem vanuit de godsdienst en voor de gelovige groeperingen. Stemmen als die van Fethullah Hodja, die in het kader van deze visie het bestaan van verschillende islamitische en niet-islamitische groeperingen als natuurlijk beschouwen, zijn de grootste middelen om de islam aan deze tijd aan te passen, wat voortkomt uit een beoordeling (idjtihad) en interpretatie (tafsier).

Zoals Şerif Mardin ook aangaf, wat zowel de islamitische gemeenschappen als de Anatolische onderscheidt, is dat zij, anders dan in het Westen, beschikken over een activiteit die persoonlijke en individuele relaties compenseert met de relaties die worden bepaald tussen gezamenlijke groepen. Het begrijpen van de Edele Koran, het woord van Allah, en die door niemand anders kan worden begrepen en niet vergeleken kan worden met dat van iemand anders, en de heilige bronnen is in de islamitische traditie mogelijk met behulp van gidsen. Religieuze leiders die tot gidsen zijn geworden, komen ook te beschikken over de gemeenschapskracht van moslims.

Maar wat is de Fethullah Hodja-beweging dan? Laat ons deze vraag, die wij al vele malen hebben beantwoord, hier nogmaals beantwoorden:

  1. De Fethullah Hodja-beweging is een beweging die, in tegenstelling tot de politieke islam die de laatste jaren aan invloed heeft gewonnen, in de verkondiging van de islam niet uitgaat van de gemeenschap maar uitgaat van de mens. Het gaat over een algemeen ethisch project in plaats van het vestigen van een godsdienstige leefwijze.
  2. Ook al gaat de beweging ter bescherming van de islam uit van de heilige bronnen, beschikt zij over een gemeenschapsproject dat is gebaseerd op het ontwikkelen van een mentaliteit die naar buiten is gericht, dus de ‘gelovige’ aanspoort tot wetenschappelijke strijd, moeite en migratie door hem uit te dossen met wereldlijke kennis en de kracht die daarmee gepaard gaat, in plaats van het creëren van een introvert, abstract model.
  3. Deelname aan de islam maakt zijn relatie af met actie, of beter gezegd: hij onderschrijft zijn relatie met actie. Actie zijn de initiatieven, investeringen en stappen die worden ondernomen bij het verwerven van de status van een goede gelovige. Wat een goede gelovige bepaalt, is dat hij ethiek en kennis op de voorgrond zet bij zijn verkondiging, dus een goed voorbeeld neerzet.

 

Ali Sirmen:

Het heeft geen zin om te discussiëren over of dit gedrag ‘takiyya’ is of niet (d.w.z. of hij zijn ware geloof verbergt). In een democratie is het nodig om de bedoelingen van individuen voor waar aan te nemen tot het tegendeel bewezen is of er serieuze aanwijzingen zijn dat overtuigingen verborgen worden gehouden. Het tegenovergestelde gedrag zou betekenen dat mensen worden beoordeeld op grond van vooroordelen in plaats van hun woorden en daden, en dit zou niets anders zijn dan het recht van de inquisitie.

Şahin Alpay:

We zijn er nu getuige van dat de meer gematigde ‘tolerantere’ islam van Fethullah Gülen niet wordt gepolitiseerd, maar dat de nadruk wordt gelegd op de culturele islam. Godsdienst is een van de belangrijkste en sterkste verworvenheden van de zingevende en culturele wereld. Het tenietdoen van de godsdienst, is, zoals vele ervaringen hebben uitgewezen, een zinloze inspanning die een negatief effect heeft. Godsdienst is niet de drugs van de maatschappij, maar misschien haar cement. Modernisering kan godsdienst versterken in plaats van haar teniet te doen.

 

Üzeyr Garih (1929-2001), ondernemer:

De Almachtige God heeft de mens als het ware als een biologische computer geschapen. Hij heeft er een psychologisch programma in geïnstalleerd. Dit is weliswaar gebaseerd op verdediging, begeerte en egoïsme, maar het zijn opvoeding, religie en geloof die dat zullen beheersen. Ik denk dat de liefde voor mensen en voor God deze gevoelens ergens in werking zullen zetten. Dat kan alleen door opvoeding. Ik wil met name Fethullah Gülen Hodja bedanken die zoveel belang hecht aan opvoeding.

 

İhsan Kalkavan, ondernemer:

Na mijn ontmoeting met Fethullah Gülen, voelde ik de trots, het genoegen en geluk om kennis te hebben gemaakt met iemand die zo nationalistisch is, brandt van vaderlandsliefde, iemand die het onderwijs, dat het grootste probleem van de toekomstige gelukkige dagen van Turkije is, tot een aangelegenheid van het hart heeft gemaakt.

 

Jak Kamhi, ondernemer:

Ik volg al geruime tijd de tolerantie-initiatieven van Fethullah Gülen en juich deze toe. Dankzij deze initiatieven kunnen we vandaag de dag de prijzenswaardige waarden van onze samenleving breed etaleren in heel de wereld. Grote rampen die elders zijn doorleefd, maar ook hetgeen in Duitsland is voorgevallen zullen we ook na duizend jaar niet vergeten. Het komst steeds weer terug, niets in de geschiedenis kan worden gewist. Zo ook de Fethullah Gülen-beweging, die ik van harte toejuich. Laat ik hier aan toevoegen dat, indien mijn voorouders deze tolerantie niet van de Ottomanen had ondervonden, ik vandaag niet in leven zou zijn.

 

Ayşe Şasa, scenarioschrijfster:

Als ik Fethullah Gülen Hodja-efendi lees, krijg ik het gevoel dat na een geleidelijk verval van driehonderd jaar dat een bepaald gebied de hoop op de toekomst en dromen te ontnemen, dat gebied weer op het punt staat om helemaal opnieuw, schitterend, een zover het oog reikt uitgebreide en universele krachtsinspanning te tonen.

 

Bulut Aras, acteur:

De toorts die Fethullah Gülen heeft aangestoken, het licht dat hij heeft ontstoken, zal de gehele wereld verwarmen en verlichten en aanleiding geven tot de opvoeding van een schitterend mooie gouden generatie.

 

Alparslan Türkeş (1917-1997), voormalig partijleider van de MHP (Milliyetçi Hareket Partisi ofwel ‘De Partij van de Nationalistische Beweging’) en auteur:

Fethullah Gülen Hodja-efendi heeft een welverdiende troon in het hart van het Turkse volk weten te plaatsen. De werken van Hodja-efendi, die reiken van Europa tot en met Griekenland, van Canada tot en met Jakoetsk, die zelf verder helemaal niets in de wereld heeft aan persoonlijke bezittingen, zich volledig heeft toegewijd aan de verspreiding van kennis en die de spirituele dynamiek van ons land is, zijn in ieder opzicht achtenswaardig.

 

Hüsamettin Cindoruk: voormalig partijleider van de DYP (Doğru Yol Partisi of ‘Partij van het Rechte Pad’):

Hodja-efendi is iemand die ik liefheb en respecteer. Echter, iedereen, te beginnen met het leger, vraagt: ‘Hoe kan iemand als u die seculier, democratisch en beschaafd is van Fethullah Gülen houden?’ Sommige kringen hebben twijfels die voortkomen uit een gebrek aan dialoog. Ze denken dat Gülen op een dag zal zeggen: ‘Tot hier. Laten we er een eind aan maken.’ Terwijl, als ze kennis met hem zouden maken en met hem zouden praten, ze zouden zien dat daar geen sprake van is.

 

Mesut Yılmaz, voormalig partijleider van de ANAP (Anavatan Partisi of ‘Partij van het Moederland’):

Deze diensten die vandaag de dag enorme proporties hebben aangenomen en al de fondsen en giften die deze diensten mogelijk hebben gemaakt, zijn eigenlijk allemaal het gevolg van het gevoel van vertrouwen dat in de persoon van Fethullah Gülen Hodja-efendi gesymboliseerd is.

 

Muhsin Yazıcıoğlu, partijleider van de BBP (Büyük Birlik Partisi of ‘Partij van de Grote Eenheid’):

Fethullah Gülen Hodja-efendi heeft in Turkije een zeer belangrijke periode ingeluid op het gebied van onderwijs. Hij is een van de weinige personen die zich ervan bewust is dat het onderwijs de basis vormt voor ons volk om een verlichte, vredige en sterke toekomst te kunnen inrichten. Niemand kan een mens die met onderwijs en kennis is omgeven, gemakkelijk bedriegen. Fethullah Gülen heeft ervoor gezorgd dat de jeugd die richting op werd geleid. Hij heeft geprobeerd een jeugd op te leiden die zich afzijdig houdt van alle vormen van terreur en geweld, die volksgericht is, nationaal denkt en die geen problemen heeft met de staat als organisatie, maar die wel openstaat voor verandering en geschikt is voor verbreiding.

Integratie als geheime agenda

De NOVA-uitzending van 4 juli heeft een nieuw accent toegevoegd aan het Islamdebat, dat met de zomer vakantie in zicht dreigde in te zakken. Als het aan twee Tweede Kamerleden ligt onderzoekt de regering in hoeverre aanhangers van de Turkse denker Fethullah Gülen in ons land een vijfde colonne vormen, die ons land rijp moet maken voor de invoering van de Sharia. Vooral opmerkelijk aan de bijdrage van Nova is, dat juist goed geïntegreerde Turken (die uitstekend Nederlands spreken, goed zijn opgeleid en veelal belangrijke maatschappelijke posities bekleden) verdacht worden van een geheime agenda: de vestiging van de enige en absolute waarheid van de Islam.

Helaas is NOVA niet in staat gebleken rechtstreeks verband te leggen tussen wat de “Beweging van Gülen” wordt genoemd en Nederlandse organisaties van welke aard dan ook. Als er al zo’n beweging zou bestaan met een duidelijke structuur, een machtscentrum en de Nederlandse tak daarvan dan is Nova er toch niet in geslaagd dat ook maar enigszins concreet te benoemen. Ongetwijfeld is Gülen een intellectueel, die zelfs in het thans tot op het bot verdeelde Turkije over de grenzen van de seculiere staat niet meer welkom is. Wat dat betreft weet NOVA zijn reportage goed te plaatsen. Het Constitutionele Hof van Turkije staat voor de vraag of de heersende AK-partij van premier Erdogan nu verboden moet worden of toch niet. En onmiskenbaar spelen de opvattingen van Gülen, die geen voorstander is van de strenge scheiding van kerk en Staat in Turkije daarbij een rol. Echter zijn gedachtegoed toeschrijven aan een organisatie, die tot in Nederland een streng Islamitische staatsvorm nastreeft, gaat nog verder dan de spoken die een van onze politieke partijen voortdurend aan de horizon waarneemt.

Niettemin laten de analyses van NOVA weinig te raden. Gülen wordt op grond van de aanklacht van het Openbaar Ministerie in zijn eigen land (waar hij inmiddels al weer van is vrijgesproken, maar dat is NOVA helaas ontgaan) neergezet als de inspirator van vele scholen, die gesticht zijn door Turkse ondernemers, die op deze wijze infiltreren en de leerlingen te indoctrineren met conservatieve, zo niet fundamentele opvattingen uit de Islamitische wereld. En niet alleen Azië en Afrika, maar ook in Nederland. De volgende stap maakt NOVA dan snel. Als Nederlands-Islamitische (onderwijs)instellingen of organisaties zich met integratie bemoeien dan is dat verdacht. Immers men kan niet menen, dat de Islam de enige waarheid is en tegelijk met overtuiging deelnemen aan een westerse democratie, die lijnrecht tegenover een theocratie staat. In dat licht is de nog jonge journalistieke organisatie “Time Media Groep”, die een Nederlands katern maakt van de Turkse krant Zaman (‘De TIJD’) al even suspect omdat men ook uit het gedachtegoed van Gülen citeert. (Het lijkt er een beetje op alsof het Dagblad Trouw, dat H.M.Kuitert citeert en om die reden tot de Reformatorische Politieke Beweging wordt verklaard.)

Natuurlijk had NOVA getuigen. Sommigen uit Turkije zelf, maar zonder hun achtergrond te verklaren. Een mooi voorbeeld is de Turkse columnist Cetinkaya, die Gülen achtervolgt, maar telkens weer door de rechter daarop gecorrigeerd moet worden. Nova weet dat laatste kennelijk niet. Interessanter zijn natuurlijk Nederlandse getuigenissen, van wie de belangrijkste echter sterk in betekenis afnam doordat hij (of zij?) niet in beeld kwam en de stem sterk werd vervormd. Het beeld, dat uiteindelijk overbleef was van iemand, die uit de school klapte en zich nu uit angst voor de beweging schuil moest houden. Nogmaals welke beweging, met welke lieden aan de top en met welke bedreigende praktijken …. geen indicatie. De getuigenis van prof dr. Zürcher was dan in zoverre concrtee, dat hij meende dat zo maar van alles waar zou kunnen zijn of tenminste niet uitgesloten moest worden geacht, maar ja ….. met die internationale beweging en die gespannen toestand in Turkije zelf wist hij het eigenlijk ook niet. De oud-leerlingen van een internaat, dat ooit werd geleid door een CDA gemeenteraadslid van Turkse geboorte, waren ook getuigen, maar waar ze niet concreet konden worden over de rol van dat raadslid Alaattin Erdal, was de camera al weer verder gezwaaid, immers elders was het ook een en al indoctrinatie.

NOVA zou niet een uitgesproken politiek georiënteerd programma zijn als de redactie ook niet twee politici had weten te strikken die nu eens niet van de PVV waren, maar toch genoeg ongerust om de regring klemmende vragen te stellen over steun en subsidies aan abjecte instanties en instellingen, die dan weliswaar door de premier en de (toenmalige) minister van onderwijs werden bezocht, maar toch het belang van de Nederlandse staat niet voorop hebben staan. En waar kom je dan mee als je eigenlijk niets in je hand hebt: met een onderzoek, die de presentator van NOVA als een strohalm aangreep. “we zullen het blijven volgens”. Wat precies onderzocht moest worden behalve de grote wereldwijde beweging van Gülen, zijn tentakels in onze samenleving en de financiële banden van onze regering met een abjecte instanties op onze eigen vaderlandse bodem: het lijkt me eerder een valkuil voor een tv-programma van betekenis dat even zijn journalistieke kwaliteit uit zicht had dan voor de vaderlandse politiek, die integratie voorstaat en leunt op Turken, die hier succesvol aan onze maatschappij deelnemen.

Geschreven door Frans Jozef van der Heijden, Zaman Nederland

Laatste aanpassing op dinsdag 03 februari 2009 13:39