Şahin Alpay, Milliyet, 1 maart 1997

Şahin Alpay, Milliyet, 1 maart 1997

 

In de zomer van 1996, werd er in Turkije een coalitieregering gevormd tussen de Islamistische Welzijnspartij (RP) onder leiding van de heer Necmettin Erbakan en de centrumrechtse Partij van het Juiste Pad (DYP) geleid door mevrouw Tansu Çiller, die zichzelf als de grootste opponent van de RP had aangekondigd.
Deze coalitie regering werd de volgende zomer tot ontslag gedwongen door de culminatie van een psychologische oorlogscampagne die door de Turkse Gewapende Krachten  (TSK) tegen deze regering ontworpen en uitgevoerd werd. De campagne begon met de beslissingen die op 28 februari 1997 genomen werden door de Nationale Veiligheidsraad (MGK), die de top van de regering en de militaire leiders bij elkaar bracht, betreffende maatregelen om de toename van “religieuze fundamentalisme” tegen te houden. Het jaar daarop wordt de RP gesloten door de Constitutionele Rechtbank en worden de heer Erbakan en een aantal RP politici uit de politiek verbannen voor vijf jaar.
De interventie van de militairen in 1997 om de gekozen regering te dwingen tot terugtrekking is de “postmoderne coup” genoemd omdat dit namelijk tekort schoot aan de machtsovername door de militairen, zoals het geval was in de drie voorafgaande interventies van 1960, 1971 and 1980. Het publieke debat, dat vorige week plaats had in Turkije, was gericht op waar de “postmoderne coup” over ging en de lessen ervan. Dit debat is meer dan welkom omdat het een stap vooruit betekent in de pogingen van Turkije om de liberale democratie te consolideren door te leren van fouten in het verleden.
Waarom grepen de militairen in? De drijvende kracht achter alle militaire staatsgrepen, coup bedreigingen en mislukte staatsgrepen in de geschiedenis van de Turkse democratie is de “basisfilosofie” van de Turkse staat –i.e., Kemalisme. De militairen hebben hun politieke rol gelegitimiseerd en hun positie in veiligheid gebracht als een staat binnen een staat waarbinnen de staat door hun loyaliteit aan het Kemalisme dat de bewaking van het regime aan de elites van de staat schenkt en hen houdt aan een zeer hoge autoritaire vorm van secularisme en uniculturalisme. De militairen brachten de postmoderne coup ten toneel omdat ze het vooral onacceptabel vonden dat een Islamistische politicus het ambt van minister-president had overgenomen.
Maar hadden de militairen, zoals in alle voorgaande interventies, geen steun en aanmoediging ondervonden van de ideologische en krachtige deel van het maatschappelijk middenveld, dan was het niet mogelijk geweest om hun doelstelling te bereiken. Het is onnodig te zeggen dat, rivaliserende politieke partijen, die niet echt toegewijd zijn aan democratie, de militairen steunden met de verwachting dat ze aan de macht zouden komen, zoals dat ook uiteindelijk gebeurde. Grote media eigenaren, die ook in vele andere zaken hadden geïnvesteerd, steunden de militairen omdat ze ongerust waren dat de lucratieve relatie van patronage die ze hadden met de staat en de regeringen tot nu toe, gekort zou worden als de RP aan de macht beleef. Grote ondernemingen steunden de interventie omdat ze dachten dat de RP de voorkeur zou geven aan de stijgende Anatolische zakenlieden bij de toekenning van staatssubsidies en leningen. Kemalisten in burger en militaristen die van harte de militaire campagne steunden waren niet gering in aantal en dat zijn ze zelfs vandaag ook nog steeds niet.
De RP onder leiding van Erbakan committeerde zich zeker aan de meerderheidsregel van de democratie en was geheel gerechtvaardigd in het tegen gaan van het autoritaire secularisme van de Kemalistische staat. Maar er waren wijdverspreide twijfels in de gemeenschap over het respect van RP voor de individuele rechten en vrijheden. Erbakan en een aantal van zijn opvolgers exploiteerden echt religieuze sentimenten door de boodschap te verspreiden dat Moslims hun religie zouden verraden wanneer ze hun stem niet uitbrachten op de RP. Het provocatieve discours en gedrag van Erbakan en een aantal van zijn opvolgers droeg ook bij aan de totstandkoming van deze militaire campagne.
Zelfs vrome moslims waren bezorgd over het discours en het gedrag van de RP leiders. Ik denk dat dit de reden was waarom zelfs de alom gerespecteerde moslim geleerde en spreker Fethullah Gülen openlijk voorstander was van het ontslag van de regering die geleid werd door Erbakan. Hij was hoogst waarschijnlijk zich ervan bewust dat de provocaties van Erbakan zouden kunnen resulteren in de vaststelling van verdere onderdrukkende maatregelen tegen religieuze mensen. En dat was nu wat er in het kielzog van de postmoderne coup gebeurde. Gülen zelf voelde de behoefte om zich te vestigen in de Verenigde Staten en verblijft daar nog steeds ondanks het feit dat hij vrijgesproken is van alle gerechtelijke zaken tegen hem in de nasleep van de postmoderne coup waarbij hij werd beschuldigd van activiteiten tegen het “seculiere” regime.
Als een liberaal gezinde nieuwsblad commentator, was ik ook zeer goed op de hoogte van de misstappen van Erbakan, en was ik zowel tegen de entree van de RP in de coalitieregering toen het nog niet klaar bleek te zijn om die verantwoordelijkheid te nemen en ook tegen de verbanning door de Constitutionele Rechtbank. De volgende regels kunnen illustreren wat mijn positie was ten opzichte van de RP: “De RP heeft ten minste twee gezichten. Het is nodig om de positieve te steunen en de negatieve tegen te gaan. Het moet wel fair behandeld worden zodat het naar kritiek luistert. Het is noodzakelijk om een inclusieve benadering te hebben tegenover de RP, niet alleen om zijn commitment aan de regels van het spel zeker te stellen maar ook om het tegen radicale invloeden in zijn periferie te beschermen. Allen die zich inzetten voor de democratie hebben een verantwoordelijkheid in deze.

Yonca Poyraz Dogan, Istanbul/Abant

Yonca Poyraz Dogan, Istanbul/Abant

YONCA POYRAZ DOĞAN, İSTANBUL/ABANT

Volgens Jenny White, een antropologe die zich heeft gespecialiseerd in Turkije, is de Turkse nationale identiteit in een proces van herdefiniëring geweest en heeft tijdens dit proces de notie van Moslimschap, het Islamisme vervangen.

“Moslimschap impliceert een ander begrip van persoonlijkheid. Indien u een vrome moslim bent en u treedt toe tot de politiek, is de verwachting dat u een islamist wordt. Maar de theologen achter het model van Moslimschap vragen: ‘Waarom zou dat zo moeten zijn? Worden Christelijke politici Christianisten als ze tot de politiek toetreden” vertelde zij aan Today’s Zaman voor Monday Talk.

White’s nieuwe boek dat de kwesties met betrekking tot de Turkse nationale identiteit behandelt, “Muslim Nationalism and the New Turks,” zal in november verschijnen.

Zij beantwoordde vorige week onze vragen over deze kwestie en andere onderwerpen in Abant, Bolu, waar ze een van de participanten was die bestond uit locale en buitenlandse deelnemers, die een debat voerden over de Turkse democratie in een conferentie met de titel: “Different Perspectives on Turkey.”

U volgt Turkije sinds de zeventiger jaren, klopt dit?

Ja, de helft van de Turkse populatie is onder de leeftijd van 30, in feite herinneren zij dus niets. Mensen die de AKP beschuldigen van autoritair gedrag, hebben eigenlijk niet zo een erg lange geheugen. Nu zetten ze journalisten in de gevangenis; vroeger zouden ze vermoordt of mishandeld worden. U zou eigenlijk het geheugen van niet alleen de tachtiger jaren maar ook dat van de zeventiger jaren moeten hebben. In vergelijk is dit een verbetering op vele manieren omdat er op zijn minst een discours gaande is over liberalisme, individuele rechten enzovoorts. Tegenwoordig kunt u spreken over de Armeniërs en 1915, terwijl in de tachtiger jaren u hierover helemaal niet kon praten. Er is nu een discours gaande die het mogelijk maakt om een andere te denken over een andere richting – voorwaarts of achterwaarts, ik weet het niet, maar dit was eerder niet mogelijk.

Denkt u dat Turkije in een periode van transitie zit?

Alles is altijd in een transitie, vooral in Turkije. Indien u Turkije nu vergelijkt met de jaren zeventig, is het een andere planeet – hoe het eruit ziet, de manier waarop mensen met elkaar communiceren, wat er in de winkels te vinden is enzovoorts. In de jaren zeventig leek Turkije veel meer op een arme Oost Europese land achter het IJzeren Gordijn zoals het zijn burgers behandelde en de manier waarop mensen angst hadden voor de staat en het leger. Er zijn nu veel meer mogelijkheden; mensen kunnen op vele verschillende manieren hun leven zelf vorm geven. Dit is belangrijk, vooral voor de jongere generatie.

‘Ondanks polariserende retoriek, zijn identiteiten minder duidelijk’

Wat is de betekenis van Islam in Turkije?

Er zijn zo veel verschillende manieren om dat uit te drukken. Er is een vrouwelijke sjeik [Cemalnur Sargut] aan de Bağdat Caddesi in İstanbul die haar hoofd niet bedekt en vele professionele vrouwen aantrekt die seculier zijn. De vraag is waarom? Ik denk dat het komt doordat als je niet meer weet wat het is om een Moslim te zijn, als je niet meer weet wat het betekent om Turks te zijn, dan gebeurt dit. Voor vele jeugdigen is het belangrijk om vooruit te gaan; zij zijn er niet in geïnteresseerd om zichzelf op te offeren voor de staat. Nu is de staat vermengd met de overhead; vroeger was dat gescheiden. Ondanks de polariserende retoriek, zijn identiteiten minder duidelijk. U wilt nog steeds Turks zijn maar wat betekent dat? Mensen zijn aan het zoeken naar authenticiteit. Deze vrouwelijke sjeik kan voer zijn voor de zoektocht naar Turkse authenticiteit omdat mij verteld werd dat zij benadrukt dat Islam iets Turks is en dit spreekt de mensen aan die verloren zijn tussen de internationale logos in winkelcentra. Mensen voelen zich ongemakkelijk en zoeken naar hun wortels. Waar liggen hun wortels? Zitten ze in het bloed, in de vlag? Misschien niet zoveel meer. Zijn de wortels in de islam? Of zitten ze in bezittingen?

‘Turken leggen het Kemalistische model opzij’

En wat zou u zeggen aangaande de verandering met betrekking tot de Turkse nationale identiteit?

Het moslim zijn was ook een deel van deze rassen categorie. Bijvoorbeeld, indien u iemand ontmoet met de naam İshak die ook hier sinds de Byzantijnse tijd leeft, zullen vele mensen in Turkije hem niet als een Turk beschouwen omdat hij Joods is. Dus kunt u geen Turk zijn omdat u geen Moslim bent. Waar kwam dit vandaan? Het is afkomstig uit de late twintiger en dertiger jaren toen theorieën over rassen uit Rusland en Europa naar Turkije kwamen. Deze ideeën beïnvloedden de Kemalisten. Het moslim zijn was een deel van je etno-raciale karakter.  Tegenwoordig is dit minder relevant aan het worden en is er een beweging gaande richting een begrip van Turk zijn onder een bredere categorie, maar het is nog steeds onduidelijk wat dit is. En dat is de reden waarom de referenties aan het Ottomaanse Rijk zo belangrijk zijn. Alev Çınar schreef over de veranderende perceptie van het moment van stichting van de Turkse natie; het was 1923 maar nu is het 1453. U kunt deze periode herbeleven in een 3-D museum en kijken naar de film “Fetih 1453.” Het is belangrijk voor identiteit omdat het vertelt dat u niet langer meer begrens wordt door de grenzen van 1923. Daarmee samen kwam de veronderstelling die op scholen geleerd werd dat in 1923 de Turken zich redden van de Westerse vijanden die hen probeerden te vernietigen en deze vijanden zijn dit nog steeds aan het proberen waarbij ze voor hun vuile werk de minderheden gebruiken die niet-moslim zijn en die in Turkije wonen. Maar dit is nu irrelevant omdat je vrienden kunt zijn met Armeniërs, Grieken, Arabieren of wie dan ook. Dit is geen neo-Ottomanisme, dit is postimperialisme – dat je een nieuw gevoel hebt van wie je bent, waar je grenzen zijn en waartoe je in staat bent, doch geromantiseerd en niet altijd realistisch. Er is deze conceptuele opening naar de wereld – dat was wat [wijlen Premier en President van Turkije Turgut Özal] aan het doen was – die het opzij leggen van het Kemalistische model, dat u vertelt wie Turks is en wie uw vijand is, betekent. Er is een nieuwe notie daarvoor in de plaats dat Turkije een rijk was en weer een wereldmacht zou kunnen zijn.

Wat ligt er volgens u achter de opkomst van Turkije tot internationale faam?

Allereerst, het economisch openstellen naar de wereld was de erfenis van Özal. Er was ook een conceptuele openstelling naar de wereld die het opzij leggen van het Kemalistische model, dat zegt dat er vijanden zijn buiten die ons proberen te ondermijnen, heeft betekend. Nu is er een omarming van globalisering in Turkije, liberaal economisch beleid en bovendien de Ottomaanse periode als een model. Alles bij elkaar, staat dit Turkije toe om in de globale arena aanwezig te zijn als een politieke en economische macht.

‘Moslimschap model spreekt de Tahrir Plein demonstranten aan’

Er is een clichématige vraag: ‘Kan Turkije een model zijn voor de landen die betrokken waren bij de Arabische Lente?’ Maar wat zou u zeggen over het model zijn voor deze landen? Wat betekent dit?

Het betekent verschillende zaken voor verschillende mensen; zij gebruiken het als een rechtvaardiging van wat het ook is dat ze willen doen. De Egyptische generaals geloven dat ze het Turkse model gebruiken als ze het parlement ontbinden en de islamisten terugduwen. Dit is het Kemalistische model met een sterk leger dat de Islam uit de regering houdt. Maar toen [de Turkse Premier Recep Tayyip] Erdoğan naar Cairo ging, ontmoette hij de Moslim Broederschap, die dacht dat Turkije een model van een Moslim democratie was. Echter, vertelde Erdoğan hen dat Turkije geen Moslim democratie is maar een seculiere democratie. Hij zei dat ze moslims zijn die een seculiere staat of regime leiden. Bovendien, modelleert de Ennahda Partij in Tunesië zich uitdrukkelijk naar de AKP, maar Tunesië is al in vele opzichten zoals Turkije dus is het op zich geen model voor verandering maar een uitdrukking van de stand van zaken in Tunesië. Er is nu een notie van Moslimschap in Turkije die het Islamisme heeft vervangen of op zijn minst naar de randen van politiek heeft geschoven. Moslimschap impliceert een ander begrip van persoonlijkheid. Moslimschap impliceert een ander begrip van persoonlijkheid. Indien u een vrome moslim bent en u treedt toe tot de politiek, is de verwachting dat u een islamist wordt. Maar de theologen achter het model van Moslimschap vragen: ‘Waarom zou dat zo moeten zijn? Worden Christelijke politici Christianisten als ze tot de politiek toetreden?’

Kunt u hier nader op ingaan?

Hun argument is dat het moslim zijn een persoonlijke eigenschap is, dus wanneer u tot de politiek toetreedt, neemt u dat met u mee – misschien als een pakket van ethiek – maar het heeft geen invloed op uw werk in de publieke arena of hoe u de regering bestuurt. In feite is de AKP een zeer Turkse partij: top down, hiërarchisch, autoritair, patriarchaal, enzovoorts, al de zaken die de andere partijen ook hebben, min of meer. Mensen neigen deze eigenschappen toe te schrijven aan de Islam omdat ze als jonge bevolking een zeer kort geheugen hebben en niet de continuïteit zien.

Het model van Moslimschap kan er een zijn dat de demonstranten van Tahrir Plein gewaardeerd zouden hebben. Ze zijn niet geïnteresseerd in de Islamistische Moslim Broederschap — dat topdown, hiërarchisch, autoritair, patriarchaal en ideologisch is. Ze willen op hun manier modern zijn en ze willen een opwaartse mobiliteit. De vrouwen willen kansen die ze onder het oude regime niet hebben gehad. Ze zijn niet geïnteresseerd in de Islamistische ideologieën die teruggaan naar de jaren vijftig; ze zijn geïnteresseerd in het hebben van een beter leven. Het model van Moslimschap zou een meer productieve model zijn voor de landen in het Midden Oosten. Maar voor het hebben van Moslimschap zouden deze landen door het proces moeten gaan waar Turkije doorheen is geweest waarin de islam meer een persoonlijke eigenschap was dan een bezit van Islamistische bewegingen zoals de Moslim Broederschap.


‘Gülen beweging geen traditionele Islamitische beweging’

Als je naar de Gülen beweging kijkt, zijn ze niet georganiseerd als een traditionele Islamitische beweging wel zou zijn. Ze zijn georganiseerd als een serie van netwerken, van stichtingen. Zij zijn zeer geïnteresseerd in educatie en het ondersteunen van jonge mensen om zichzelf te verbeteren en een stijgende mobiliteit te hebben. Dit is precies hetgeen wat een Moslimschap model naar de Tahrir Plein zou kunnen brengen en de Moslim Broederschap waarschijnlijk niet lukt.

Het is niet de ouderwetse islam van rituelen en op teksten gebaseerde praktijken. Het is een andere soort van Islam; het is niet de islam van je grootvader of grootmoeder. En er zijn mensen die ik ontmoette tijdens het onderzoek voor mijn boek, jonge mannen en vrouwen, die tot de Islam zijn gekomen op ongebruikelijke manieren.

Bijvoorbeeld, een jonge vrouw was een roman aan het lezen van de Braziliaanse schrijver, Paul Coelho. De hoofdpersoon in Coelho’s boek had een spirituele gids nodig om hem te leiden naar het vinden van de betekenis van leven. Deze zoektocht naar betekenis en sociale rechtvaardigheid, hoewel het zich ontwikkeld kan leiden tot lidmaatschap van religieuze netwerken of naar geloof en participatie in maatschappelijke organisaties die een andere soort van netwerk zijn.

De jonge vrouw die ik eerder noemde, begon haar hoofd te bedekken en de Koran te lezen maar ze nam geen deel aan een islamitische gemeenschap. Wat ze deed was toetreden tot een seculiere NGO die voor sociale rechtvaardigheid werkt. Wanneer ik zeg dat moslims nu kunnen kiezen hoe ze moslim willen zijn en tot welke groep ze willen behoren, is zij een perfect voorbeeld van iemand die ervoor gekozen heeft om iets te doen dat vroeger waarschijnlijk niet mogelijk zou zijn. Het doel was niet om een goede moslim te zijn; het doel was sociale rechtvaardigheid. Dit is een totaal nieuwe manier van moslim zijn.

Maar om dit te kunnen doen moet je zeer zeker door het proces zijn gegaan dat ik eerder heb beschreven – globalisering, commercialisering en formatie van een vrome middenklasse die het zelfvertrouwen heeft om te zeggen, “Ja, ik ben een moslim maar ik ga zelf definiëren wat dat is.”

Het model van moslimschap zou een fantastisch model zijn voor Egypte maar ik denk dat zij daar nog niet kunnen komen. Er is hoop dat de militairen een stap terug doen maar dat is onwaarschijnlijk; zij hebben een groot deel van de economie in Egypte in handen. Er is ook geen economisch proces aanwezig om zaken open te stellen.


PROFIEL

Jenny White

Jenny White, een schrijver en sociaal antropologe. White doceert sociale antropologie aan de Boston Universiteit als een vast aangestelde universitair hoofddocente. Zij heeft twee wetenschappelijke boeken gepubliceerd over de hedendaagse Turkije. “Money Makes Us Relatives,” een beschrijving van vrouwenarbeid in de stedelijke Turkije van de tachtiger jaren, werd gepubliceerd in 1994. “Islamist Mobilization in Turkey” werd in 2002 gepubliceerd en verklaard de opkomst van Islamitische politiek in Turkije in de negentiger jaren. Het boek won de 2003 Douglass Prize voor het beste boek in Europeaanse antropologie. Haar eerste roman, “The Sultan’s Seal,” werd in 2006 gepubliceerd. Het werd in 14 talen vertaald en is beschikbaar in paperback en als audioboek. Booklist heeft het een van de top 10 eerste romans van 2006 genoemd en een van de top 10 historische romans van 2006. Het kwam op de shortlist te staan voor de 2006 Ellis Peters Historical Crime Award. Het vervolg, “The Abyssinian Proof,” kwam uit in 2008 en het derde Kamil Pasha roman, “The Winter Thief,” in 2010.

De culturele grondslagen van tolerantie en dialoog

M. Enes Ergene

Omdat moderne staten gebouwd zijn op verstedelijkte samenlevingen, zijn problemen die betrekking hebben op menselijkheid, maatschappij en democratische waarden complex en gedifferentieerd. Al onze daden, of ze nu politiek, economisch, sociaal of cultureel zijn, zijn er op gericht ons deel van de taart te krijgen. Onze geest kan het niet bevatten dat we handelen zonder een beloning te verwachten of iets te geven zonder wat te nemen. We staan op de drempel van een tijdperk waarin “dienstbaarheid aan de mensheid” met uitsterven wordt bedreigd. Dit is het begin van een totaal mechanische, digitale wereld waar alle menselijke vermogens op vernietiging zijn gericht. De mensheid raakt uit de gratie. Mensen worden een product of een ruilmiddel, terwijl ze ooit werden beschouwd als het grondbeginsel van het universum. Het probleem van de moderne wereld komt door dit soort mens. Om deze tendens te keren zijn er overal mensen die zich richten op spiritualiteit, op het goddelijke doel dat de mensen zal herinneren aan hun werkelijke waarde.

Sommige politieke paradigma’s stellen dat het grondbeginsel van een multiculturele, participatieve en pluralistische democratie alle sociale problemen zal oplossen. Volgens zulke paradigma’s ontstaan alle problemen door het ontbreken van zo’n systeem en de tekortkomingen van democratieën en rechtssystemen die zijn ontdaan van participatieve en pluralistische mogelijkheden. Het argument is dat deze tekortkomingen tot conflicten leiden in de vorm van etnische, culturele, gemeenschappelijke, politieke of ideologische eisen. Als er democratische rechten en instituties zouden zijn en als die instituties alle burgers zouden dienen, dan zouden mensen niet langer worden bewogen door etnische, gemeenschappelijke, culturele of andersoortige maatschappelijke verbanden. Aan de andere kant beschouwen sommige mensen zulke problemen als marginale fenomenen, simpelweg als een prijs die betaald moet worden voor economische modernisering. Volgens deze zienswijze is het echte probleem dat sommige mensen zich achtergesteld voelen in het proces van modernisering. Volgens deze theorie zouden deze mensen als ze een bepaald niveau van economische ontwikkeling en rijkdom bereiken, niet meer voor problemen zorgen en zullen ze dienovereenkomstig integreren. Als mensen zich “tolerantie en wederzijds respect” eigen maken, als integraal onderdeel van het democratisch concept, en als ze deze principes allesbepalend maken in hun persoonlijke en publieke relaties, dan zullen de maatschappelijke problemen worden verdreven. Althans, daar hoopte men op. De realiteit bewees echter dat zelfs nadat democratie was ingevoerd de religieuze, etnische en culturele verschillen een bron van conflict blijven.

Vandaag de dag heeft de Verenigde Naties 192 lidstaten en wellicht zijn er nog twintig die niet onder de paraplu van de VN vallen. Er zijn meer dan zeshonderd taalgroepen en meer dan vijfduizend etnische groepen. Slechts in enkele landen spreken alle inwoners dezelfde taal of behoren ze tot dezelfde etnisch-nationale groep. Deze politieke, sociale, culturele, militaire en religieuze veelvoudigheid betekent potentiële onenigheid en conflict op internationale schaal. Deze mogelijkheid maakt democratische veronderstellingen vaak onzeker en discutabel. Sinds het einde van de Koude Oorlog zijn etnische en culturele conflicten de centrale oorzaken geworden voor politiek geweld.

Deze kwesties bedreigen de toekomst van alle mensen in de wereld. Het is dus noodzakelijk om de culturele fundamenten van tolerantie, begrip en dialoog op te stellen in een breder en omvattender systeem dat boven de oude democratische praktijken uitstijgt. Natuurlijk is er geen simpele oplossing of een enkele formule om mondiale ziektes te genezen. We moeten onszelf niet voor de gek houden. Veel suggesties kunnen onder specifieke voorwaarden werken, maar ze kunnen nauwelijks consequent op universele schaal worden toegepast. Als we ons kunnen bevrijden van onze vooroordelen over andere mensen en als we onze verschillende ervaringen in overweging nemen, zullen we wellicht merken dat lokale bewegingen mogelijke oplossingen kunnen bieden voor bepaalde universele problemen.

De ideologie van modernisering schiep een mensbeeld dat meer aan het “individu” was gerelateerd dan aan de mensheid. De moderne mens leefde in een hoek, alleen en slechts geïnteresseerd in zichzelf. Ideologie en vooruitgang werden gelijk: geld verdienen en het uitputten van de grenzen van rijkdom en welvaart. In een beperkt deel van de wereld schoot dit model wortel. Maar de mensen zagen al snel dat zelfs wanneer zij de materiële grenzen van rijkdom en welvaart bereikten, hun politieke, economische en sociaal-culturele problemen aanhielden. Ook dat naarmate materiële rijkdom toeneemt, de spirituele armoede evenredig toeneemt. De mensheid bereikte een staat waarin alleen materiële en spirituele ontevredenheid werd gekweekt. Mensen, massabewegingen en gemeenschappen begonnen vraagtekens te plaatsen bij het systeem waaronder zij leefden en vormden belangengroepen en grote organisaties.

Op dit historische moment van sociale, economische en politieke transformatie, zien we het element van de mensheid op de voorgrond. Het bestaan van de mens op aarde en onze manier van zelfverwezenlijking worden opnieuw in twijfel getrokken. Dezelfde vragen die de gedachten van de vroege naturalistische filosofen bepaalden, nemen nu de gedachten van de hedendaagse filosofen in beslag. Op dit moment zien we ook dat gelovig leven en religieuze praktijken wereldwijd in opkomst zijn. Na het avontuur van de mensheid met modernisering en de prijs die daarvoor in alle sectoren van menselijke organisatie (cultureel, sociaal, economisch en politiek) is betaald, richt de mensheid zich wederom tot het goddelijke om antwoorden te krijgen. Het lijkt er op dat de meest volledige en meest bevredigende antwoorden op existentiële vragen geïnspireerd worden door het concept van de “deugdzame persoon”, die in verschillende vormen wordt verbeeld in de hemelse religies.

Er is daarom behoefte aan een duurzame poging om de werkelijke waarde van de deugdzame persoon te doen herleven. Het doel van deze inspanning moet niets anders zijn dan het reproduceren van de persoon voor de mensen (d.w.z. de “persoon van de traditie”, de zelfopofferende en spiritueel geoutilleerde persoon). Dit vraagt om een generatie die zichzelf wijdt aan dienstbaarheid. Zoals een oud Turks spreekwoord luidt: “Hak için halka hizmet” ofwel Dien de mensheid omwille van de Almachtige. Omdat zijn geest en geweten is ontdaan van een dergelijke vurige toewijding, kan de hedendaagse mens deze levensstijl echter niet bevatten. Maar individuen die wel een dergelijke geest bezitten, hebben een sleutelrol gespeeld in het tot stand komen van de menselijke beschaving, van voormalige wereldrijken en van staten. Vandaag de dag zijn er veel sociologen en maatschappelijk werkers die ernaar streven om dat in een persoon te bewerkstelligen. In feite is in de moderne beschaving een dringende behoefte aan zelfopofferende geesten die zich wijden aan de gemeenschap en aan een oprechte beweging voor dialoog en consensus.

De missie van de Gülen-beweging is op een dergelijk moment van groot belang. Naast de historische en sociale projectie die is besproken in dit stuk, moeten we ook Gülens charismatische karakter opnemen als belangrijke factor waarom de aandacht op de beweging is gevestigd. Hoewel ik niet de intentie heb om in deze studie een karakteranalyse te maken, denk ik dat het essentieel is om kort in te gaan op Gülens biografie.

Het standpunt van Fethullah Gülen over de Koerdische Kwestie

Door Stuart William

www.athought.info, 17 februari 2012

Een paar maanden geleden, kort nadat er 24 soldaten waren vermoord door de PKK en alles met betrekking tot de Koerdische kwestie achteruit leek te gaan, hield Fethullah Gülen een belangrijke toespraak over deze kwestie. Deze werd later op de website herkul.org, gepubliceerd en veroorzaakte een aantal controverses (of deed ze herleven). Hier zal ik eerst een samenvatting presenteren van zijn verklaring voordat ik stil zal staan bij een aantal punten van controverse waartoe deze heeft geleid.

Wat zei Gülen nou eigenlijk?

Fethullah Gülen begon zijn verklaring door te zeggen dat niemand van ons, inclusief de regering, niet voldoende verdrietig was over dit conflict, niet diep genoeg geraakt om er een oplossing voor te vinden. Hij zei dat tenzij of totdat wij het probleem diep genoeg voelen, al de voorgestelde oplossingen, oprechtheid zullen ontberen en onhoudbaar zullen blijken.

Ten tweede, bekritiseerde hij de vorige regeringen en de militairen omdat ze te weinig hebben gedaan om de aanvallen, die het werk zijn van terroristen, te stoppen. Hij vindt het enorm discutabel dat het niet lukt om terrorisme aan te pakken, gezien de technologische en personele middelen die het leger ter beschikking krijgt.

Ten derde veroordeelde hij, op ondubbelzinnige wijze, de terreur en het geweld, hij adviseerde daarvoor in de plaats dat mensen proberen zich positief te gedragen. Hij zei dat er niets gewonnen kan worden door mensen pijn te doen; het had ook geen nut om mensen in de straten op te trommelen en op te roepen tot wraak. Daarvoor in de plaats, drong hij bij de mensen aan om kalm te blijven en beleid te ontwikkelen die ze aan de regering konden overdragen voor consideratie.

Ten vierde en misschien wel het allerbelangrijkste, drong hij er bij de regering op aan om de natuurlijke rechten te implementeren voor de Koerdische mensen zoals de Westerse staten ze implementeren voor hun etnische minderheden. Hij betoogde dat het recht op onderwijs in je moedertaal een fundamenteel recht is en een recht dat over het algemeen in het Westen steeds toegepast wordt.

Waar ging het mis?

De afgelopen weken is de verklaring van Gülen in de Turkse media uitvoerig besproken en werd hevig onder vuur genomen met kritiek. Bijvoorbeeld, een aantal mensen uitte kritiek op Gülen omdat hij in de afgelopen 30 jaar niets zou gezegd hebben zeggen over de Koerdische kwestie, geen beleid zou hebben aangedragen aan de regeringen en altijd stilzwijgend de militairen en de vorige acties van de regeringen zou hebben gesteund.

Het is gewoonweg niet waar dat Gülen niets heeft gezegd of niets heeft gedaan met betrekking tot de Koerdische kwestie. Vanaf 2000 heeft hij steeds welgestelde families uit het westelijke gedeelte van Turkije, aangeraden om zich in het oosten te vestigen en bevriend te worden met families uit het oosten. Hij drong er bij hen op aan om bijvoorbeeld feestdagen met elkaar door te brengen. In reactie hierop, gingen duizenden mensen naar de oostelijke delen van Turkije, verbleven daar en hielpen de arme families met behulp van de hulp organisatie voor liefdadigheid, Kimse Yok Mu. Hij drong er bij de scholen in het westen op aan om beurzen te verlenen voor de arme kinderen die zich anders een goede opleiding niet konden permitteren: honderden kinderen kregen hun middelbare school volledig vergoed in goed gevestigde scholen in de grote steden van Turkije zoals Istanbul, Ankara en Izmir.  Hij overtuigde filantropische zakenmensen om ‘lees ruimtes’ te openen in het oostelijke deel van Turkije: hiervan werden er honderden geopend en duizenden kinderen kregen gratis wiskunde en wetenschappelijke cursussen. Gülen sprak de leraren ook aan om gratis les te geven in deze lees ruimtes: honderden vrijwilligers reageerden en verhuisden naar de regio, zonder enige verwachting van materiële beloning. Inderdaad, het grootste deel van de recente sociale mobiliteit vanuit het westen naar het oosten in Turkije, kan toegeschreven worden aan de goede adviezen van Fethullah Gülen. Ook na de verandering in de wet die TV uitzendingen in het Koerdisch toeliet, was het op advies van Gülen dat het eerste privé kanaal dat in het Koerdisch uitzond, namelijk Dunya TV, werd gevestigd.

Per slot van rekening is de Gülen beweging een sociale beweging; zij kan geen en wil ook geen wetten maken. Recentelijk verklaarde premier Erdogan dat niemand van hem amendementen moet verwachten ten aanzien van de wet over het recht op onderwijs in de moedertaal. Als een opinieleider stelde Gülen dat het een fundamenteel recht is om in de moedertaal onderwijs te geven en het is in de gevestigde democratieën in het Westen een optie om in je moedertaal onderwijs te krijgen. Was daar nu enige verplichting voor hem om dit te doen, vooral met het oog op oppositie op de huidige regering over deze kwestie? Nee, gewoonweg niet. Sommige mensen vroegen, wanneer Gülen echt gelooft dat dit een natuurlijk recht is, waarom bieden de scholen van Gülen de Koerdische taal dan niet als een keuzevak aan? Het antwoord is: het is nog steeds illegaal om het zo te doen. De Gülen scholen moeten in Turkije opereren binnen de wetten van het land, zoals elke andere staatsschool dat ook doet. Het enige dat Gülen kan doen is zijn mening ventileren over het hebben van de Koerdische taal als een keuzevak. Ik geloof dat dit in de nabije toekomst zal gebeuren en ik ben er zeker van dat de eerste scholen in Turkije die in de Koerdische taal les zullen geven, de Gülen scholen zullen zijn.

Een ander kritiek was gericht op de verklaring dat de PKK verslagen zou moeten worden. Critici vroegen zich af hoe een man van liefde in het voordeel van geweld tegen de PKK guerrilla’s kon spreken?  Wat voor een reactie hadden deze critici dan van hem verwacht? Was hun verwachting dat hij ‘Dankjewel’ zou zeggen tegen de PKK voor het doden van onschuldigen – kinderen, zwangere vrouwen, politiemensen die aan het voetballen waren –voor het in vuur steken van middelbare scholieren die in hun slaapplaatsen aan het slapen waren –voor het chanteren of terroriseren van de mensen in de hele regio, voor acties die in de afgelopen dertig jaar hebben geleid tot het verlies van meer dan 30,000 mensenlevens? De rechten van de Koerdische mensen zijn nu duidelijk gescheiden van de acties van de PKK. De PKK is een illegale terreur organisatie en wordt ook als dusdanig erkend door bijna elke staat binnen de regio en ook in het Westen.

Door deze verklaring die hij over deze kwestie heeft gedaan, in een periode wanneer alles achteruit aan het gaan was, heeft Fethullah Gülen, volgens mij, trouw zijn verantwoordelijkheid genomen als een opinieleider en de inspirator van een grote sociale beweging: hij benadrukte op een krachtige manier de rechten van de Koerdische mensen en adviseerde de maatschappij als geheel,  zich verantwoordelijk te voelen voor de situatie en om op een positieve manier te handelen.

Gulen en een nieuw paradigma in de Koerdische kwestie

Gulen en een nieuw paradigma in de Koerdische kwestie

Door: Markar Esayan

Today’s Zaman, 26 oktober 2011

We maken moeilijke tijden mee. Dit land heeft zoveel problemen die genegeerd worden en die ons raken; zij doen dit soms als een groep, soms individueel en soms als een collectief geheel. Verlies van tijd en geld kan gecompenseerd worden. Maar wat doen we met levens die verloren zijn gegaan? Of wat doen we met degenen die het leed van verlies van een dierbare hebben ervaren.

Tijdens de Çukurca aanval, doodde de Koerdische Arbeiders Partij (PKK) 26 van onze soldaten; Als gevolg hiervan werd er een militaire campagne gelanceerd tegen de PKK kampen in Çukurca en het Zap gebied. Het aantal PKK gevallenen waarover geschreven wordt loopt in de honderden.
Op dit moment werden Van, de parel van het oosten, en een stad waarvan ik hou, geraakt door een aardbeving van 7.2 op de schaal van Richter. Het aantal doden van de beving was toen ik dit schreef 432. Ik hoop dat dit aantal niet zal stijgen. Maar onze pijn is zo groot. Ik verloor twee verwanten aan deze aardbeving en mijn hart is aan het bloeden. Moge God genade hebben met hen en mogen ze in vrede rusten.
Onafhankelijk of ze nu soldaten of PKK militanten waren, dit zijn onze mensen. Hun moeders zijn burgers van dit land. We noemen het de Koerdische kwestie maar sommige van de soldaten die in Çukurca of elders waren gedood zijn van Koerdische herkomst. En degenen die hen hebben gedood zijn Koerdische PKK militanten. Er zijn zelfs incidenten waar het lichaam van een martelaar en het lichaam van een militant klaargezet werden om begraven te werden in hetzelfde huis. Deze kwestie is zo gecompliceerd geworden dat we geen optie hebben dan het oplossen ervan. Klaarblijkelijk, is de PKK aan het proberen de staat naar de bergen in Noord Irak te trekken. De PKK denkt dat in dit gebied waar ze bekend zijn, het makkelijk zal zijn voor hen om een groep van soldaten te verslaan die slechts een training van twee maanden hebben ontvangen. De PKK is in een staat van complete arrogantie. De feodale heren van de PKK geven er geen zier om hoeveel jonge mensen er verloren zijn gegaan. Ze zijn zelfs ervan overtuigd dat hoe meer bloed er wordt vergoten, des te sterker zij zullen worden omdat tot nu toe, de staat hen alles heeft gegeven dat ze wensten. De staat heft de dorpen in brand gestoken en vernietigd zonder onderscheid te maken tussen PKK en de gemiddelde Koerdische mensen waarbij ze de burgers doodden en moorden pleegden. De organisatie misbruikte de woede en de razernij die hiermede verband hield.
Maar hoe gaan we het probleem oplossen?
De remedie is door uit dit paradigma te stappen als een volk met het politieke etablissement die niet in de valkuil valt van de PKK. In een land waar het woord “Koerdisch” tot voor kort werd verbannen en waar de Koerden nog steeds geen aanspraak kunnen maken op allerlei van hun rechten, de enige manier om met bloedige organisaties als de PKK, die alleen op het consolideren van zijn kracht gericht is, om te gaan is door de rechten van de Koerdische burgers te erkennen zonder te proberen hen deel van onderhandelingen te maken. En wij, als de staat en het volk, zouden zelfs onze excuses moeten aanbieden aan hen voor de wreedheden waaraan ze onderworpen zijn geweest sinds the twintiger jaren. Het enige dat mijn aanstond tijdens de Koerdische opening was de legitimatie van de Koerdische identiteit en de empathie dat het publiek had voor de pijn van de Koerden. De mensen begrepen uit de onlangs onthulde documenten van de vieze oorlog in de recente jaren dat diepe structuren binnen de staat en de PKK, hand in hand, deze oorlog hebben lopen bekostigen omdat deze oorlog hen macht en economische voordelen biedt.

Fethullah Gülen maakte in een recent toespraak getiteld “Terreur en het lijden,” gepubliceerd op de website Herkul.Org , een aantal zeer belangrijke observatie. Ik zou graag een aantal van zijn uitspraken willen uitingen willen citeren:
“Toen hij aanbevelingen aan het doen was voor het vestigen van een universiteit met de naam Medresetü’z Zehra,  in Van, tijdens de jaren van de constitutionele monarchie, zei Bediüzzaman [Said Nursi]  Arabisch [als een academische taal] zou fard  moeten zijn [verplicht], Turksh waajib [noodzakelijk] en Koerdisch djaiz [toegestaan], en dat alle drie de talen tegelijkertijd onderwezen zouden moeten worden. Hij verwees naar het Koerdisch als aanbevelenswaardig. Wij zijn er niet in geslaagd om dit uit te spreken. … Waarom was het Koerdisch niet toegestaan in de scholen? Het zou als een taal zijn ontwikkeld binnen jullie systeem. In dit grote land, de Verenigde Staten, spreken de Spanjaarden hun eigen taal en de Italianen die van hun. Jullie hebben ook het recht om jullie eigen scholen te openen waar jullie de Turkse taal kunnen aanbieden als een keuzevak. Niemand die hiertegen iets doet….”
(…)
“Allen die zich zorgen maken over ons land en onze mensen… zouden kalm moeten blijven en terughoudend moeten zijn bij onrust en provocaties, ze moeten ook vergeldingsacties zeer zeker vermijden. Dit probleem kan niet worden opgelost door reacties en leuzen, zoals ‘Martelaars sterven niet, vaderland is niet verdeelbaar.’ Degenen die de provocaties en de zaden van verdeeldheid verhinderd willen zien, kunnen hun opinies op vredige wijze uiten door solide en gezonde verslagen en verklaringen die doorgestuurd kunnen worden naar de autoriteiten als leidraad voor anderen.”
De Moslims zijn in de afgelopen negen jaar, het hoofd dynamiek geweest van de verandering in Turkije. Ze hebben hun banden met het nationalisme, militarisme en de status quo. Deze punten die door Gülen werden onderschreven zijn uitermate belangrijk. Hij identificeert op duidelijke en precieze manier de reden voor de problemen en adviseert de oplossing.

Dit is wat ik bedoel met een nieuw paradigma: het recht om in gelijkheid en vrijheid naast elkaar te bestaan. Het overgeven aan deze mentaliteit zal alle problemen oplossen. In deze droevige week, gaven de opmerkingen van Gülen mij hoop en troost.

De bijdrage van Fethullah Gülen aan de dialoog tussen religies, culturen en beschavingen

 

Geschreven door Dr. Pim Valkenberg, Gürkan Çelik, Sophia Magazine

Inleiding: historische context

 

Dr. Gürkan Çelik

Dr. Gürkan Çelik

In dit artikel analyseren wij de bijdrage van Fethullah Gülen (1941) aan de interculturele en interreligieuze dialoog.[1] In een historische context willen wij stilstaan bij zijn belangrijke inspiratiebron in het Turkije van de twintigste eeuw: Bediüzzaman Said Nursi (1876-1960).[2] Nursi en Gülen worden gezien als twee prominente islamitische theologen en religieuze leiders zowel in hun geboorteland Turkije als in andere delen van de wereld en zijn bekend met hun inzet voor de samenwerking tussen de Abrahamitische godsdiensten[3]: jodendom, christendom en islam. Gülen’s bijdrage kenmerkt zich door een benadering waarin dialoog centraal staat en harmonie, interactie en verzoening tussen de ‘volkeren van het Boek’[4](joden, christenen en moslims) worden aanbevolen. Het meest opvallende in deze benadering is niet een denkwijze maar een activisme waarin dialoog voortdurend centraal wordt gesteld in alle contacten, handelingen en gedragingen.

Gülen’s dynamische interpretatie van de islam verenigbaar is met zowel traditie als moderniteit.
Dr. Pim Valkenberg

Dr. Pim Valkenberg

Fethullah Gülen, ook ‘Hocaefendi’ (gerespecteerde leraar) genoemd door diegenen die geïnspireerd zijn door zijn leer, stelt dat gemeenschappelijke aspecten tussen mensen belangrijker zijn dan verschilpunten; daarom stelt hij ook een dialoog voor tussen beschavingen, religies en culturen in plaats van de veel besproken Huntingtonse ‘botsing van de beschavingen’.[5] Gülen heeft zich ontwikkeld tot ‘pleitbezorger van de dialoog’[6] waarmee hij een alternatieve strategie wil schetsen voor Huntington’s paradigma van ‘botsing van beschavingen’. Vanuit een islamitische inspiratie zet hij zich sinds de jaren zestig in voor de dialoog tussen religies, culturen en levensbeschouwingen[7] die tevens in gesprek blijft met moderne realiteiten.[8] Ahmet Kuru stelt dat Gülen’s dynamische interpretatie van de islam verenigbaar is met zowel traditie als moderniteit.[9] Door veel moslims, eerst in Turkije en later ook in andere landen, wordt de beweging die de naam van Gülen draagt ervaren als een nieuwe manier om islamitische waarden uit te dragen in moderne samenlevingen en deel te nemen aan duurzame dialoog en samenwerking met mensen met een andere geloofsovertuiging en levensstijl. Vooral door middel van onderwijsinstellingen en dialoogcentra heeft deze beweging zich verspreid over vele landen in de Turkse diaspora in Europa, Noord-Amerika, Australië en Azië.[10]

Fethullah Gülen is in zijn benadering vooral geïnspireerd door Said Nursi, een islamitische theoloog uit Turkije die toenadering heeft gezocht tot het Vaticaan. Ook is rond Nursi een beweging tot stand gekomen die de naam van Nursi draagt. Hij richtte zich tot zijn 83-jarige leeftijd op het herleven van morele en spirituele waarden in Anatoliё (Aziatisch deel van Turkije) in het bijzonder en in de islamitische wereld in het algemeen. De Nursi-beweging is ontstaan in reactie op de processen van modernisering en secularisatie die zich in de republiek Turkije hebben voltrokken. Bron van inspiratie vormen de 130 religieuze geschriften van Nursi die zijn verzameld in de Risale-i Nur (Brief van het Licht). Deze beweging kan gezien worden als een reformistische (neo)mystieke beweging.[11]

“door wetenschap, godsdienst en spiritualiteit te combineren, kunnen wij onwetendheid, armoede en tweedracht overwinnen”

Beide figuren, Nursi en Gülen, streefden reeds naar een dialoog met christenen toen dit nog niet gebruikelijk was en trachtten op deze wijze de invloed van het materialisme te stuiten. In zijn Preek te Damascus die in 1911 gehouden is, en die later in het Turks gepubliceerd is, schreef Nursi dat “moslims en christenen samen een beschaving kunnen opbouwen waarin menselijke waardigheid, rechtvaardigheid en naastenliefde de norm zullen zijn. Dit is mogelijk wanneer zij hun wederzijdse relatie op liefde baseren. De tijd van vijandigheid is voorbij”.[12] De belangrijkste boodschap van Nursi was dat er een harmonie bestaat tussen het geloof in God enerzijds en de natuurwetenschappelijke inzichten die de mens heeft verworven anderzijds.[13] Terwijl Said Nursi in zijn Risale-i Nurvooral wil laten zien hoe de inzet voor dialoog en vrede zich kan beroepen op een basis in de Koran, staat bij Fethullah Gülen vooral de uitwerking ervan in de educatie voorop: “door wetenschap, godsdienst en spiritualiteit te combineren, kunnen wij onwetendheid, armoede en tweedracht overwinnen”. De educatieve filosofie van Said Nursi inspireerde Gülen tot het ontwikkelen van een modern en innovatief educatiemodel in Turkije. Gegeven het gebrek aan integratie tussen wetenschappelijke kennis en spirituele waarden introduceerden Gülen en zijn volgelingen een nieuwe stijl van educatie die deze twee elementen verzoent.[14]

Educatie ten behoeve van dialoog

Gülen besteedt ruime aandacht aan de rol van educatie ter bevordering van dialoog.[15] De scholen die op basis van Gülen’s inspiratie en inzet in het leven zijn geroepen, laten zien hoe onderwijs gebruikt kan worden om mensen te vormen die in staat zijn tot dialoog. Zijn opvatting van vorming en scholing is gericht op het ontwikkelen van voorwaarden voor het harmonisch samenleven en het in praktijk brengen van universele waarden, zoals solidariteit, tolerantie, erkenning van mensenrechten, en fundamentele vrijheid voor iedereen. Centraal daarbij staat dialoog als wederzijdse verrijking waarbij mensen kennis uitwisselen om elkaar zo te veredelen met respect voor de wezenlijke verschillen tussen volkeren, culturen en beschavingen. Het bereiken en in stand houden van een universele vrede door middel van dialoog is afhankelijk van de bijdrage van jonge generaties en hun kennis, scholing en sociale betrokkenheid.[16]

Midden in een regio waar regelmatig vermissingen plaatsvinden en wederzijds gedood wordt, leert deze school geïnspireerd door Gülen tolerantie en leert aan zowel moslim- als christenkinderen een goede verstandhouding met elkaar.

Dr. Thomas Michel schetst de rol van het onderwijs in Gülen’s benadering van dialoog als volgt: [17] zijn eerste persoonlijke ervaring met Gülen’s dialoogscholen dateert uit 1995, tijdens zijn verblijf op het zuidelijke Filippijnse eiland Mindanao. Hier hoorde hij van een school op ongeveer elf kilometer afstand van de hoofdstad. Op het bord boven de schoolpoort stond de volgende tekst: Filippijns-Turkse School van Tolerantie. Deze naam was voor Michel een verrassende keuze in Zamboanga, een stad waar de bevolking bestaat uit een even groot aantal moslims en christenen, midden in een regio waar fel wordt gevochten tussen Moro separatisten en de militaire macht van de Filippijnse overheid. De staf van de school bestaat uit moslims en christenen van Turkse of Filippijnse afkomst. Midden in een regio waar regelmatig ontvoeringen plaatsvinden, een guerrilla oorlog woedt, arrestaties worden verricht, waar vermissingen aan de orde van de dag zijn en waar wederzijds gedood wordt door militairen en opstandige milities’s, biedt deze school aan zowel moslim- als christenkinderen hoogstaand onderwijs waardoor kinderen een positieve manier van leven en een goede verstandhouding met elkaar leren. Thomas Michel geeft verder aan dat zijn collega’s aan het Ateneo de Zamboanga bevestigen dat de Filippijns-Turkse School van Tolerantie vanaf het begin diepgaande contacten onderhoudt en samenwerkt met de christelijke instellingen in de regio.

Gülen’s mensbeeld in de interreligieuze dialoog

Interreligieuze dialoog is volgens Gülen een noodzakelijke opdracht.[18] Om dialoog te kunnen verwezenlijken, moeten we het verleden achter ons laten, polemische argumenten negeren en voorrang geven aan gemeenschappelijke punten om zo de ander in zijn of haar eigenheid te kunnen accepteren en te kunnen delen in de context van de ander. De wereldwijde beweging die geïnspireerd is door Gülen vraagt moslims zich bewust te worden dat de islam de noodzaak van dialoog onderwijst en dat zij als moslims worden opgeroepen om vertegenwoordigers en getuigen te zijn van de universele genade van God. Om zijn gezichtspunten te staven, berust Gülen zich zowel op inzichten uit de sociale en exacte wetenschappen alsook op de islamitische traditie waarin Koranteksten, Hadithverslagen en de inzichten en overeenstemmingen van moslim geleerden (idjmaa) door de eeuwen heen samen komen[19]. Op deze manier laat hij zien dat tolerantie, liefde en compassie waarlijk islamitische waarden zijn, die moslims in de moderne wereld moeten uitdragen.[20] Vrede, liefde, vergeving en tolerantie vormen volgens Gülen de vier pilaren van de dialoog, overeenkomstig de essentie van de islam.[21] De overige aspecten noemt hij bijzaken. De beweging die met Fethullah Gülen wordt geassocieerd, probeert een dynamische interpretatie van de islamitische leer voor te staan die de gelovige naar werkelijke spirituele waarden als vergeving, innerlijke vrede, sociale harmonie, eerlijkheid en vertrouwen in God leidt. Gülen beperkt er zich echter in zijn geschriften en conversaties niet toe, moslims op te roepen de dialoog te zoeken en zich voor vrede in te zetten, maar hij betrekt ook niet-moslims bij de gesprekken over gemeenschappelijke idealen.

Gülen: “Door middel van onze dialoogactiviteiten moeten wij, handelend vanuit het beginsel in de Koran dat ‘vrede beter is’, binnen en buiten ons land zoveel mogelijk laten zien dat wij aan de kant van de vrede staan.”

In 1996 kreeg Gülen in Turkije grote bekendheid met zijn initiatieven op het gebied van tolerantie en interreligieuze dialoog. Er werd een dialoogplatform (Abant) opgericht waarin politieke en religieuze prominenten en intellectuelen vanuit uiteenlopende achtergronden tot elkaar kwamen. Ook buiten dit platform onderhield Gülen banden met religieuze leiders van verschillende religies en met andere leidende figuren in binnen- en buitenland. Concreet valt te denken aan de ontmoetingen met de gezant van het Vaticaan, de patriarch van de Orthodoxe christenen en de opperrabbijn van de Turkse Joden. In 1998 bracht hij een bezoek aan Paus Johannes Paulus II in het Vaticaan. Dit was een moedige daad, die Gülen veel kritiek heeft opgeleverd in zijn geboorteland. In een interview[22] dat hij na zijn bezoek gaf, verdedigde Gülen zijn gewaagde daad in termen van het streven naar wereldvrede. Hij stelde naar het voorbeeld van het gedrag van de profeet Mohammed te handelen, die voorwaarden voor vrede accepteerde die door zijn metgezellen als nadelig werden ervaren. In de vredige sfeer die door het verdrag van Hudaybiyya tot stand was gekomen, werden in de ogen van Gülen de deuren van het hart geopend voor islamitische waarheden.[23] In deze tijd moeten volgens Gülen het intellect en het hart van mensen opnieuw worden aangesproken, een onderneming die een vredige sfeer van wederzijds respect en vertrouwen vereist. Daarbij is hij er met zijn aanhangers niet op uit, land van andere volkeren te veroveren, maar is hij vastbesloten een bijdrage te leveren orde en harmonie in de oude wereld en aan de wereldwijde dialoog.

Gülen is ervan overtuigd dat werken aan dialoog en vrede vereist is om werkelijk uiting te geven aan een islamitische manier van leven. Door de Koran wordt dit voorgeschreven als ‘de betere weg’ die het beginpunt is van de dialoog en de voorwaarde om de maatschappij en de mensheid te dienen. “Door middel van onze dialoogactiviteiten moeten wij, handelend vanuit het beginsel in de Koran dat ‘vrede beter is’ (Al-Nisa, 4:128)[24], binnen en buiten het land zoveel mogelijk laten zien dat wij aan de kant van de vrede staan. Sterker nog, vrede is van wezenlijk belang voor de islam; oorlog is slechts bijkomstig en gebonden aan specifieke redenen en voorwaarden. In dit opzicht kunnen wij zeggen dat wij geen positieve bijdrage kunnen geven in naam van ons volk en de mensheid als we geen vredige omgeving tot stand kunnen brengen waarin iedereen in vrede en veiligheid kan leven.”[25]

Twee voorlopers in theologische dialoog: een christen en een moslim

Het is interessant om de opvattingen van Gülen over de rol van vergeving bij het stichten van vrede en dialoog te vergelijken met het soortgelijke gedachtegoed van Paus Johannes Paulus II (1920-2005).[26] In 2002 verklaarde de Paus dat vergeving eigenlijk op korte termijn verlies lijkt op te leveren, maar op lange termijn winst oplevert doordat het als oogmerk heeft het herstellen van beschadigde menselijke relaties. Daarentegen brengt geweld een ogenschijnlijke winst op korte termijn, maar verlies op lange termijn met zich mee. In zijn benadering van vrede en dialoog beroept Paus Johannes Paulus II zich op een verklaring die hij in de loop der jaren steeds weer heeft gegeven: ‘Vrede rust op twee zuilen: gerechtigheid en vergeving’. Het benadrukt dat beide elementen noodzakelijk zijn om ware vrede te bereiken. Hij is ervan overtuigd dat aandacht voor de een, zonder de ander, geen echte vrede kan voortbrengen. Het eerste element, gerechtigheid, is er op gericht het gedane kwaad te herstellen, onrechtvaardige behandeling te corrigeren, materieel bezit terug te geven, verkeerde beoordelingen recht te zetten. Het tweede element, vergeving, is gericht op het herstellen van de menselijke relaties, die in de strijd beschadigd en vernield zijn.

Gülen gaat zover te zeggen dat vrede, liefde, vergeving en tolerantie essentieel zijn voor de islam. Andere zaken zijn bijzaken.

In een van zijn artikelen moedigt Gülen moslims aan tot dialoog en tolerantie met soortgelijke woorden: “Ik wil graag benadrukken dat moslims niets zullen verliezen door dialoog, liefde en tolerantie uit te dragen. Moslims zoeken altijd de goedkeuring van God. Dat is de grootste winst van alles. In dat opzicht worden zaken die op sommige mensen als verlies zouden kunnen overkomen, door moslims als winst gezien, zoals andere gebeurtenissen schadelijk kunnen zijn, zelfs wanneer ze op het eerste gezicht zeer winstgevend kunnen lijken.”[27] Gülen gaat zover te zeggen dat vrede, liefde, vergeving en tolerantie essentieel zijn voor de islam. Andere zaken zijn bijzaken. Hoewel het toevlucht zoeken tot oorlog onder bepaalde omstandigheden soms gerechtvaardigd mag zijn, is deze ‘kleinere djihaad’ van het zwaard ondergeschikt aan de essentie van de islam die wordt samengevat met de begrippen vrede, liefde, vergeving en tolerantie. Gülen beschuldigt hen die oorlog en geweld voorstaan ervan dat zij zich laten misleiden door een te letterlijke interpretatie van de Koran waarin bijzaken tot hoofdzaken gemaakt worden.[28] Zij maken zich schuldig aan een oppervlakkige interpretatie van de Koran, zonder stil te staan bij de kernzaken die door de Koran worden aanbevolen.

Karakteristieken van Gülen’s dialoogbenadering

Wereldwijd is een toenemende aandacht waar te nemen voor dialoog tussen verschillende culturen, religies en beschavingen. In dit proces kunnen we veel leren van Gülen’s benadering van dialoog en van zijn dialoogactiviteiten. Zijn oproep tot universele vriendschap, en tot het naleven van humanitaire waarden van vrede, tolerantie, dialoog en wederzijds begrip heeft op vele plaatsen gehoor gevonden.[29] Gülen wordt bekritiseerd vanuit twee tegenstrijdige kampen. Nationalisten verwijten hem dat hij religie tot een publieke factor maakt, hetgeen strijdig is met de secularistische ideeën van Mustafa Kemal Atatürk; Islamisten verwijten hem dat hij buigt voor de dominante invloed van het Westen en zo de harten van de Turkse jeugd opent voor buitenlandse en met name Christelijke invloed. Boven hebben we gezien hoe Gülen zich verdedigt met een beroep op de lange termijn en het voorbeeld van de Profeet bij het verdrag van Hudaybiyya. Hoewel hij bekritiseerd wordt om zijn gerichtheid op dialoog en zijn openheid voor niet-islamitische bronnen wordt hij door velen beschouwd als een vredestichter die dialoog, interactie, onderwijs en spiritualiteit centraal stelt in zijn leven. Omdat de bijdrage van Fethullah Gülen aan de dialoog tussen moslims en christenen in de context van Abrahamitische samenwerking meer en meer zichtbaar wordt in het westen, kan een grondige analyse van Gülen’s benadering van dialoog en van de religieuze bronnen die hij daarbij benut tevens bijdragen tot meer inzicht in interreligieuze omgangsvormen in de steeds pluriformer wordende westerse samenlevingen. Op die wijze kan tegelijkertijd een interactie ontstaan tussen theologisch onderzoek enerzijds en sociologische gezichtpunten anderzijds.

Fethullah Gülen kan worden gekarakteriseerd als een activist en een voorloper in dialoog en vrede die vooral door zijn onvermoeibare inzet op het gebied van educatie wegen gevonden heeft tot betere verhoudingen tussen volkeren en religies. In verschillende geschriften[30] stelt Gülen dat de vrede van deze steeds kleiner wordende wereld ligt in het respecteren van alle verschillen door ze te beschouwen als deel van de menselijke natuur en door zorg te dragen voor waardering en respect. Gebeurt dit niet, dan is het volgens hem onvermijdelijk dat de wereld terechtkomt in een vloedgolf van conflict, strijd, gevechten en de meest bloedige oorlogen die tot de eigen ondergang leiden. Zijn theorie is af te leiden uit zijn praktijk en dialoogactiviteiten. Hij heeft de overtuiging dat zonder kennis van elkaar geen dialoog, vrede en verzoening tot stand kunnen komen. Gülen sluit hiermee aan bij een islamitische traditie die stelt dat onwetendheid de wortel is van alle kwaad. Opmerkelijk is dat Gülen een verband legt tussen onvrede en onwetendheid. Hij stelt dat door onderwijs en geestelijke scholing een vruchtbare voedingsbodem voor dialoog en vrede tot stand gebracht kan worden.

De kern van Gülen zijn boodschap inzake dialoog: “Wees zo verdraagzaam dat je boezem zo wijd wordt als de oceaan. Raak vervuld met geloof en voel liefde voor de mens. Laat er geen bedroefd hart zijn waarin je niet geïnteresseerd bent of waarnaar je de hand niet hebt uitgereikt.”

Een ander opvallend kenmerk van Gülen’s dialoogmethodiek is dat hij begint bij zijn nabije omgeving en vervolgens zoekt naar verbreding van zijn activiteiten in een wijdere omgeving. In dat kader heeft hij in zijn geboorteland Turkije menig religieus leider bezocht en ontvangen om samenspraak en tolerantie te bevorderen. Hij is steeds bereid om zijn boodschap en gedachten inzake dialoog te delen met alle groeperingen en alle lagen van de samenleving. Tegelijk verklaart zijn bijzondere gerichtheid op intellectuelen en religieuze leiders in belangrijke mate het succes van zijn dialoogbenadering. Door middel van zijn beweging nodigt Gülen niet-moslims uit om verder te kijken dan het beeld van de islam dat ons door de media en door vele politici ook in Nederland voortdurend wordt voorgehouden: “Iemand wiens kennis van de islam zich beperkt tot de dagelijkse krantenkoppen, zou kunnen geloven dat de islam terrorisme, zelfmoordaanslagen, onderdrukking van vrouwen en haat van iedereen buiten de eigen gemeenschap voorschrijft”.[31] De beweging die met Fethullah Gülen wordt geassocieerd probeert echter een interpretatie van de islamitische leer voor te staan die de gelovige naar werkelijke spirituele waarden als vergeving, innerlijke vrede, sociale harmonie, eerlijkheid en vertrouwen in God leidt. De waarden die Gülen ons voorhoudt op grond van zijn kennis van bronnen en traditie van de Islam roepen niet alleen moslims op om de dialoog te zoeken en zich voor vrede in te zetten, maar zijn ook voor vele niet-moslims herkenbaar als oriëntatiepunten bij een discussie over gemeenschappelijke idealen en harmonieus samenleven.

Verder meent Gülen dat oprechte dialoog, wederzijdse acceptatie en universele vrede slechts bereikt kunnen worden door degenen die gericht zijn op dialoog, die de diversiteit van het multiculturalisme als rijkdom beleven, die ruime aandacht besteden aan de realiteit van maatschappelijke pluriformiteit en die zuiver, respectvol, empathisch en tolerant zijn en zich openstellen voor gemeenschappelijke humanitaire waarden en inspiraties. De kern van zijn boodschap inzake dialoog verwoordt Gülen zelf in de volgende uitnodiging: “Wees zo verdraagzaam dat je boezem zo wijd wordt als de oceaan. Raak vervuld met geloof en voel liefde voor de mens. Laat er geen bedroefd hart zijn waarin je niet geïnteresseerd bent of waarnaar je de hand niet hebt uitgereikt.”[32]

Noten

[1] De Roemeense commissie van UNESCO heeft Fethullah Gulen geëerd in 2005 met een prijs voor zijn bijdragen aan tolerantie en dialoog (www.fgulen.com, 26.10.2005).

[2] The Muslim World: Special Issue. Juli 2005, vol. 95, Issue 3, pp. 325-471. M. Enes Ergene, Gülen Hareketinin Analizi: Gelecegin Modern Caga Tanikligi. Istanbul 2005.

[3] Pim Valkenberg, Ertürk Alasag, Greco Idema, Janneke Teunissen & Carla Robertson (red.). In de voetsporen van Abraham. Budel 2004.

[4] De term “volkeren van het Boek” of Ahl al-kitab wordt in de Koran 24 keer genoemd, in het bijzonder in verband met christenen en joden. Een deel van deze verzen nodigt de ‘volkeren van het Boek’ uit tot gemeenschappelijke uitspraken tussen moslims en henzelf (Qur’an 3.64). Een ander deel van deze verzen laat zien dat er een grote nabijheid bestond tussen moslims en christenen (Qur’an 5.82).

[5] Samuel P. Huntington, The clash of civilizations and the remaking of world order, London 1998.

[6] Advocate of Dialogue: Fethullah Gülen. Compiled by Ali Unal & Anphonse Williams, Fairfax VA 2000; Gurkan Celik, Paul Cobben, Joannemie van Dijk & Pim Valkenberg (red.), Voorlopers in de Vrede. Budel 2005.

[7] M. Fethullah Gülen, Kirik Testi [Broken Jug], Istanbul 2005. Deze bundel bevat zijn recente speeches; Kerim Balci, “Commentary on Analysis of Tolerance Process”, Zaman, 01.03.2005.

[8] M. Hakan Yavuz & John L. Esposito (eds). Turkish Islam and The Secular State. The Gülen Movement. Syracuse N.Y., 2003.

[9] Ahmet T. Kuru, “Fethullah Gülen’s Search for a Middle Way Between Modernity and Muslim Tradition.” In: M. Hakan Yavuz & John L. Esposito (eds), Turkish Islam and the Secular State, pp. 115-130.

[10] Bekim Agai. Zwischen Netzwerk und Diskurs: Das Bildungsnetzwerk um Fethullah Gülen (geb. 1938): Die flexible Umsetzung modernen islamischen Gedankenguts, Schenefeld 2004.

[11] Herman de Ley. Moslims in de Europese lekenstaten. http://www.flwi.ugent.be/cie/RUG/deley30_1.htm, 13.12.2005.

[12] Said Nursi. The Damascus Sermon. Istanbul 1996, p. 49.

[13] Said Nursi. The Essentials of the Rilale-i Nur. Izmir, 1999; The Words, Izmir, 1997; The Letters, Izmir, 1998; zie ook Herman de Ley, 2004.

[14] Thomas Michel s.j., “Sufism and Modernity in the Thought of Fethullah Gülen.” The Muslim World, 95 (2005) 342-58; M. Fethullah Gülen, Towards the Last Paradise. London 1996; Osman Bakar “Gulen on Religion and Science: A Theological Perspective”. The Muslim World, 95 (2005), pp. 359-72.

[15] Bekim Agai. “The Gülen Movement’s Islamic Ethic of Education”. In: Critique 11 (1), 2002, pp. 27-47.

[16] Gurkan Celik & Saniye Celik. “De rol van educatie ten behoeven van dialoog”, in: de Cascade (2), 2005, pp. 28-30. Utrecht.

[17] Thomas Michel,s.j. “Gülen as Educator”, in: M. Hakan Yavuz & John L. Esposito (eds), Turkish Islam and the Secular State, pp. 69-84.

[18] Zie Advocate of Dialogue: Fethullah Gülen, pp. 244-5.

[19] Naast de Koranteksten en de Hadithverslagen zijn Mewlana Djaladdin Roemi, Ahmed Yasawi, Yunus Emre en Bediüzzaman Said Nursi de voornaamste inspiratiebronnen van Gülen’s inzichten over dialoog en tolerantie.

[20] Selcuk Camci & Kudret Ünal, Fehullah Gulen’in Konusma ve Yazilarinda Hosgoru ve Diyalog, Izmir 1999, pp. 104-110.

[21] M. Fethullah Gülen, Toward a Global Civilization of Love & Tolerance. London 2004; Id., Love and The Essence of Being Human. Istanbul 2004.

[22] Suat Yildirim, “Fethullah Gulen’s Meeting with the Pope”, Zaman 11-12.4.1998; “Fethullah Gulen on His Meeting with the Pope”. Aksiyon 14.2.1998.

[23] Zie Selcuk Camci & Kudret Ünal, 1999.

[24] Qur’an, Al-Nisa (soera 4), 128

[25] Id., Gülen, Love and the Essence of Being Human, p. 172.

[26] Vergelijk Thomas Michel s.j., “Twee voorlopers in de vrede: Paus Johannes Paulus II en M. Fethullah Gülen”, in: Voorlopers in de vrede, pp. 31-46.

[27] M. Fethullah Gülen, “The Necessity of Interfaith Dialogue: A Muslim Perspective”, in: The Fountain 3 (2000), nr. 31, pp.4-9. Ook in: Love and the Essence of Being Human, p. 174.

[28] Id., Gülen, Love and the Essence of Being Human, p. 168.

[29] Zeki Saritoprak & Sidney Griffith, “Fethullah Gülen and the ‘People of the Book’: A Voice from Turkey for Interfaith Dialogue”. The Muslim World 95 (2005), pp. 329-340.

[30] M. Fethullah Gülen, Toward a Global Civilization of Love & Tolerance; Suat Yildirim, “Fethullah Gulen’s Meeting with the Pope”. Zaman, 11-12.4.1998.

[31] Ergun Capan Terror and Suicide Attacks: An Islamic Perspective, Istanbul 2004.

[32] M. Fethullah Gülen. Pearls of Wisdom, New Jersey 2005, p. 75.