Belachelijke verkiezing

Geschreven door Kerim Balcı, Today’s Zaman
Hoe kun je een ranglijst van publieke intellectuelen opmaken zonder het publiek om hulp te vragen? En wat nu als je eigen visie, overtuiging en kennis over de intellectuelen niet strookt met die van het algemene publiek?

Kun je het resultaat van een verkiezing zomaar op je voorpagina plaatsen, terwijl je tot op het moment van publicatie geen flauw idee hebt wie nu die man is die trots op je voorpagina plaatsneemt? Geef je misschien toe dat je kennis over de publieke intellectuelen nihil is, en leg je een dossier aan over de persoonlijkheid van degenen die meer stemmen kregen dan de verwachte namen (zowel voor je eigen informatie als voor je lezers)?

Dit zijn vragen die de eindredacties van het Amerikaanse blad Foreign Policy en het Engelse blad Prospect bezighouden. Vragen over Fethullah Gülen, een (voor hun) onbekende Turkse intellectueel die is verkozen tot de meest populaire intellectueel van de wereld. In een enquête waarin gezocht werd naar de honderd belangrijkste en levende denkers van de wereld.

Moeten de eindredacteuren van beide tijdschriften nu blij zijn met het grote aantal stemmen dat ze hebben ontvangen, of moeten ze hun vraagtekens zetten bij de legitimiteit van de stemmen die naar Gülen gingen. Blijkbaar koos Foreign Policy voor de eerste optie, en leunde Prospect naar de tweede. In The Guardian stond een artikel waarin Prospect vertelde dat de voorstanders van Gülen de enquête belachelijk hadden gemaakt.

Het is onthullend dat David Goohart (Prospect) een parallel legde tussen Gülen’s overwinning en het “conflict tussen de seculiere nationalisten en de hervormende islamitische democraten van de AK-Partij”. De zwakke analyse van die seculiere nationalisten in de aanloop naar de overwinning in de van de AK-Partij van 22 juli was precies hetzelfde: Het publiek had de verkiezingen belachelijk gemaakt! Het zal jammer zijn als Goohart zichzelf associeert met deze Turkse antidemocraten die sceptisch denken over publieke stemmen, in een andere maar vergelijkbare context.

De eindredactie was verrast vanwege de vele stemmen die Gülen kreeg. De verrassing is, neem ik aan, niet het gevolg van hun slechte voorkennis over Gülen en de anderen. Uiteindelijk zijn zij zelf degenen die de lijst met honderd kandidaten hebben samengesteld. Ik vind het vervelend om te zeggen, maar de verrassing heeft schijnbaar meer te maken met de Eurocentrische manier waarop ze de wereld begrijpen. “Op de een of andere manier kan ik me niet voorstellen dat Prospect een foto van Fethullah Gülen op haar voorpagina plaatst, en de liberale moslim vervolgens de belangrijkste intellectueel van de wereld noemt. Ik denk dat Prospect op een meer traditionele (off-line) manier hun stemmen moet verantwoorden”, schreef Andrew Keen (Ik denk dat dit de zelfbenoemde ‘leidende eigentijdse internetcriticus is, die soms schrijft voor The Independent) in een blog van The Independent.

Hoe bekend klinkt dit in mijn oren!

Dreunen deze woorden niet op precies dezelfde manier door als die van de elitaire seculiere nationalisten van de Turkse autoriteiten die claimen dat “democratie te luxe is voor Turkije”?

Een paar dingen over de ongeveer 500.000 stemmen die Gülen kreeg.

Voor diegenen die claimen dat de enquête op onethische wijze is gehouden: Gülen had meer dan 100.000 bezoekers toen hij conferences hield in 1994. Met alle respect naar de andere kandidaten op de lijst, maar welke intellectueel lukt het tegenwoordig om meer dan 1000 bezoekers te verzamelen. We hebben toch publieke denkers gekozen?

Voor de eindredacteuren van de twee tijdschriften: Publiceer alstublieft niet alleen de resultaten; vermeld ook de geografische verspreiding van alle stemmen die elke kandidaat ontvangen heeft. Je zult zien dat de populariteit van Gülen zich niet slechts beperkt tot Turkije.

Per slot van rekening was het slechts een maand geleden dat voorstanders van Gülen deelnemers uit 110 landen bij elkaar zocht voor de Turkstalige Olympische Spelen in Turkije. Vraag maar na bij je IT-afdeling als je denkt dat dit onmogelijk is. Ze zullen je vertellen dat ze ieder IP-adres opslaan van elke computer die gebruikt wordt om een stem door te geven. En dus is het onmogelijk om te sjoemelen met de uitslag van deze enquête.

Voor de voorstanders van Gülen: Schaam jullie! Is dat alles wat jullie kunnen doen? Dit kleine aantal onthuld jullie onkunde om met computers te werken en om met internet om te gaan, terwijl zelfs Foreign Policy jullie omschrijft als ‘typische geschoolde, vooruitstrevende Moslims’. Jullie weten zelf ook dat jullie verantwoordelijk zijn voor de opinie die mensen over jullie hebben.

Fethullah Gülen

In een uitzending van NOVA van 4 juli werd de beweging van Fethullah Gülen gepresenteerd als een gevaarlijke sekte. Dat trof mij bijzonder omdat ik al ruim anderhalf jaar columns verzorg in de maandelijkse Nederlandse uitgave van het blad Zaman. Die krant is inderdaad losvast gelieerd aan de beweging van Gülen. Daarom ben ik indertijd natuurlijk even nagegaan waar ik me in begaf alvorens medewerking te verlenen. Ik wist dus dat de figuur van Gülen omstreden was. Sommigen zagen in hem een warm voorstander van een tolerante, open Islam, anderen als iemand die streeft naar een islamitische machtsovername. Ik besloot dus maar af te gaan op wat ik zelf zou zien en meemaken. Welnu, het blad zelf, daar is niets op aan te merken. De artikelen en interviews (met mensen als van Agt en Rinnooy Kan) zijn zeer divers, evenals de columns. Van enig fundamentalisme of van agressiviteit is nergens sprake. Mijn columns keren zich juist heel expliciet tegen mensen die denken de exclusieve waarheid, de wil van God of een definitief geldige moraal in hun zak te hebben. Ik heb nooit enige tegenwerking ondervonden voor wat betreft de inhoud van wat ik schreef, integendeel. Eén keer was er een nummer, waar geloofsinhouden van de Islam aan de orde kwamen. Het riep bij mij herinneringen op aan de naïef-katholieke vroomheid waarmee ik als kind werd opgevoed. Maar ook hier geen sprake van agressie of fundamentalisme. Ik werd door de hoofdredacteur uitgenodigd voor een Iftar-maaltijd en voor de feestelijke afsluiting van een conferentie over het gedachtegoed van Gülen. Ik denk dat ik voldoende ervaring heb om een sekte te herkennen. Daar was echt geen sprake van, de sfeer was eerder liberaal te noemen.

In de uitzending van NOVA werd gesteld dat deze islamitische prediker erop uit zou zijn de westerse samenleving te “islamiseren”. En inderdaad bevatte de uitzending één korte clip uit een preek van Gülen waarin hij opriep tot de bekering van het Westen, dat “zo lang misbruik van ons gemaakt heeft.” Er werd niet gevraagd hoe die uitspraak te rijmen is met de zeer veel andere die juist oproepen tot interreligieuze dialoog en tot tolerantie. Ook werd niet verteld wanneer die uitspraken gedaan werden en hoe er later op gereageerd werd. De rest van de uitzending bestond hoofdzakelijk uit beschuldigingen en aantijgingen van een anonieme “oud medewerker” die niet herkenbaar in beeld kwam en waarvan de stem verwrongen werd weergegeven. De Leidse professor Zürcher werd als deskundige opgevoerd. Maar ook hij kwam met nogal algemene beschuldigingen, niet met duidelijke en controleerbare feitelijke onderbouwingen.

Heb ik me dan toch, samen met andere Nederlandse schrijvers in het blad, laten gebruiken voor window dressing of als een soort nützlicher Idiot? Zou dat hele blad dan pure façade zijn? Onwaarschijnlijk. Recente berichten in The Guardian zie de website van deze krant) wijzen eerder in de richting van het streven naar een liberale Islam en op een open pedagogische sfeer binnen de scholen van de beweging in Turkije. Wel wordt gepleit voor een ruimere plaats voor religie in de openbare ruimte, binnen een seculiere staat. Die discussie wordt ook hier in Nederland gevoerd.

De beweging is in Turkije voor de rechter gedaagd, maar er werd geen bewijs gevonden voor pogingen om de seculiere staat omver te werpen. Gülen werd vrij gesproken maar week toch voor de zekerheid uit naar de Verenigde Staten. Voor iedereen die weet dat het juridische apparaat, net als het leger, in Turkije gedomineerd wordt door extreem nationalistisch-seculiere krachten, zal de vrijspraak inderdaad een vrijspraak zijn. Secularisme staat in Turkije niet vanzelfsprekend voor democratische gezindheid.

Ik heb natuurlijk maar een hoek van de invloedssfeer van Gülen leren kennen en heb geconstateerd dat daar niets mis mee is. Een meerderheid in de Tweede Kamer schijnt nu een onderzoek naar alle aantijgingen voor te staan, vooral omdat sommige van de in de uitzending genoemde instituten subsidie ontvangen. Er zijn natuurlijk ook fundamentalistische krachten actief in Turkije. Zowel de seculiere nationalisten als de moslims kennen hun extremisten. Een onpartijdig en grondig onderzoek kan dan ook nooit kwaad. Dat moet plaats vinden buiten de sfeer van agressie tegen alles wat met de Islam te maken heeft.

Geschreven door Frits Florin, Zaman Nederland

Fethullah Gülen: Turkse voorvechter van tolerantie

Geschreven door Marianne Vorthoren, VolZin

Fethullah Gülen, een Turkse prediker die in eigen land omstreden is omdat hij het seculiere karakter van Turkije in gevaar zou brengen, krijgt langzaam maar zeker meer bekendheid in Nederland. Niet altijd in positieve zin. Een meerderheid in de Tweede Kamer (CDA, PvdA, SP en VVD) wil dat minister Ella Vogelaar van Integratie onderzoek doet naar organisaties in Nederland die zijn gedachtegoed zouden uitdragen. Wie is Gülen eigenlijk en wat zijn zijn principes?

Fethullah Gülen wordt in 1941 geboren, als tweede kind van een gezin met acht kinderen, in Korucuk, een dorp in het oosten van Turkije. Zijn vader Ramiz is voorganger in de moskee en zijn moeder Refia zorgt voor het huishouden. Al jong krijgt Gülen les van plaatselijke geleerden. Na de afronding van zijn opleiding tot voorganger en prediker vertrekt hij naar Edirne, in het westen van Turkije. Daar werkt hij vier jaar als voorganger totdat hij in 1966 als prediker wordt aangesteld in de kosmopolitische stad Izmir. Daar preekt hij in veel grote moskeeën. Van dan af zal hij geleidelijk aan uitgroeien tot een van Turkije’s meest populaire predikers en geestelijke leiders.

Islamitische principes worden door Gülen uitgelegd met het oog op de actualiteit. Typerende thema’s in zijn preken en publicaties (intussen verschenen al zo’n vijfentwintig boeken van zijn hand) zijn: altruïsme, tolerantie, dialoog, acceptatie en respect voor anderen. Hij drukt zijn volgelingen op het hart zich in woord en gedrag verre te houden van fanatisme en extremisme en wijst hen op het “goddelijke geschenk” van de vergeving, waardoor wij mensen “boven de donkere wolken uitstijgen die aan onze horizon opdoemen en het licht van deze wereld zien”. Moslims moeten volgens hem niet treurig blijven terugblikken op een voor altijd verloren ‘gouden eeuw’, maar met alle mensen van goede wil samenwerken aan de realisering van een rechtvaardige, meevoelende en fatsoenlijke samenleving.

‘Hodja efendi’ (meester leraar) wordt Gülen in Turkije genoemd. Hij ontleent zijn faam niet in de laatste plaats aan zijn rol als volksopvoeder. Hij beklemtoont bij voortduring het belang van onderwijs, dat volgens hem nodig is om je als individu te laten verlichten. Het denken van Gülen is inmiddels de inspiratiebron voor meer dan vijfhonderd scholen, vijf colleges en zes universiteiten, niet alleen in Turkije en Centraal-Azië, maar ook daarbuiten. Deze scholen staan bekend om hun moderne, seculiere karakter. Waar de staat een uur per week godsdienstonderwijs voorschrijft, zoals in Turkije, voeren ze dat uit.

Inzet voor dialoog

“Liefde is de reden van het bestaan en de essentie ervan en het is de sterkste band die schepselen bindt. Alles in het universum is het werk van God”, aldus Gülen. Hij is zich de afgelopen decennia steeds meer gaan inzetten voor de interculturele en interreligieuze dialoog. Hij ontmoet journalisten, schrijvers, kunstenaars, politici, zakenlui, sporters en wetenschappers van uiteenlopende overtuiging. Verder spreekt hij met de geestelijke leiders van de voornaamste religieuze gemeenschappen in zijn land: joden, protestanten en Grieks-, Syrisch- en Armeens-orthodoxen. In 1998 heeft hij een ontmoeting met paus Johannes Paulus II. Om maatschappelijke kwesties in een breder perspectief bespreekbaar te maken, wordt in 1999 door de Stichting van Journalisten en Schrijvers in Turkije, waarvan Gülen erevoorzitter is, het Abant Platform in het leven geroepen. Aan dit platform doen nationale en internationale wetenschappers en denkers van verschillende religies en levensvisies mee. Het platform behandelt onderwerpen als democratie, scheiding van kerk en staat en de rechtsstaat. Fethullah Gülen blijft een grote groep mensen inspireren, ook in Nederland, waar diverse organisaties op het gebied van onderwijs, media en interculturele en religieuze dialoog mede op zijn gedachtegoed zijn gebaseerd. Naast een stimulans tot maatschappelijke activiteiten vormen zijn boeken, artikelen en cassettes voor velen een bron van persoonlijke verlichting.

Wat wel de ‘Gülen-beweging’, of ‘hizmet’ (wat ‘dienst’ of ‘dienstbaarheid’ betekent) wordt genoemd, is volgens de Amerikaanse islam- en Aziëkenner Greg Barton in feite een uitgebreid, losjes verbonden netwerk van zelfstandige scholen, universiteiten, niet-gouvernementele organisaties en media- en uitgeversondernemingen. Gülen wordt vaak verkeerd begrepen, zegt Barton, omdat er in de moslimwereld niets is wat met zijn beweging vergelijkbaar is. Oppervlakkig gezien lijkt zijn beweging enigszins op een sociale beweging in de trant van de Moslim Broederschap, onder meer bekend in Egypte. Nadere bestudering van de kernleer en waarden toont evenwel al snel aan dat deze beweging in geen enkel opzicht fundamentalistisch is. De ‘Gülen-beweging’ kan men dan ook beter vergelijken met christelijke bewegingen en organisaties die actief zijn in het maatschappelijk middenveld. Dat Gülen in Turkije omstreden is omdat hij het seculiere karakter van Turkije in gevaar zou brengen, is in het licht van het voorgaande op zijn zachtst gezegd ongerijmd te noemen. Op het ogenblik verblijft hij overigens al enige tijd in de Verenigde Staten voor een medische behandeling.

Vrede als beginsel

Gülen wordt meestal gezien als intellectuele erfgenaam van de invloedrijke en geliefde geleerde en schrijver Said Nursi, die op zijn beurt veel ontleende aan de grote soefi ‘Mevlana’ (‘onze leraar’) Djalaal-ad-Din Roemi. Mevlana (1207-1273) neemt ook in het werk van Gülen een centrale plaats in. Volgens de Vaticaanse islamdeskundige Thomas Michel is Roemi voor Gülen het ware gezicht van de islam, zonder grofheid, wreedheid of fanatisme. Deze negatieve aspecten zijn geen onderdeel van de islam maar er juist mee in strijd. Vrede, liefde, vergeving en tolerantie zijn fundamenteel. Als God belang hecht aan liefde, dan moeten we dit als een fundamenteel beginsel aanvaarden, betoogt de Turkse prediker. Een wezenlijk kenmerk van Gülen is zijn streven naar een vrede die zowel individuen als de samenleving omvat. Juist in tijden van gewelddadige conflicten, die Turkije meermalen heeft gekend en die dwars door gezinnen liepen, riep Gülen zijn gehoor op om het hoofd koel te houden. Hij spoorde hen aan om geduldig te blijven werken aan een vreedzame toekomst. Gülen houdt zich niet bezig met onderwerpen als een islamitische staat of met de invoering van islamitische wetgeving (sharia) hoewel sommige machthebbers hem daar herhaaldelijk van hebben beschuldigd. Er zijn in Turkije verscheidene rechtszaken geweest tegen hem gevoerd. Hij is keer op keer op dit punt vrijgesproken. Hij is tegen islamisme en fanatisme. ‘De visie op de islam als een alles omvattende ideologie is geheel tegen de geest van de islam, welke de rechtsstaat voorstaat en openlijk onderdrukking tegen enig segment van de samenleving verwerpt”, aldus Gülen.

Steun voor democratie

In zijn benadering van de islam legt Gülen de nadruk op rationaliteit, op een open, onderzoekende geest, op tolerantie ten opzichte van verschillen en op pluralisme. Deze principes leiden bij hem juist tot steun voor de seculiere democratie. Barton: “Voor Gülen betekent seculiere democratie de enige geschikte weg naar bestuur in de moderne staat. Koran en soenna (de profetische traditie, red.) mogen dan wel duidelijk zijn over godsdienstige waarden waarover men moet nadenken en die men moet hooghouden in de staat, toch bevatten ze geen blauwdruk voor de politiek. De islam staat geen onveranderlijke vorm van regering voor, noch probeert hij daaraan vorm te geven. In plaats daarvan stelt de islam de basisprincipes op die wijzen naar de algemene eigenschappen van een regering. Hierbij laat de islam het aan de mensen over om het type en de vorm van bestuur te kiezen, afhankelijk van tijd en omstandigheden. Gülen komt vaak specifiek op voor democratie met als argument dat het de meest geschikte vorm van bestuur is in de moderne tijd en dat het volledig in overeenstemming is met de islam.” Gülen ziet samenwerking met mensen van andere religies en levensbeschouwingen als een noodzaak: “Los van hoe de aanhangers hun geloof in hun dagelijks leven in de praktijk brengen, zijn algemeen geaccepteerde waarden als liefde, respect, tolerantie, vergevingsgezindheid, genade, mensenrechten, vrede, broederschap en vrijheid allemaal door religie verheven waarden. De meeste van deze hebben een zeer prominente plaats gekregen in de boodschappen van Mozes, Jezus en Mohammed, vrede zij met hen allen, maar ook in die van Boeddha en zelfs Zarathustra, Lao-Tze, Confucius en de hindoeprofeten.”

‘Gülen is een mens van tolerantie en de beweging staat boven partijen’

Geschreven door Rainer Hermann, Zaman Europa

Dat een charismatische predikant als Rick Warren de presidentskandidaten uitnodigt voor zijn gemeente van de Saddleback Kerk, wordt in Amerika niet gezien als tegenstrijdig met het laïcisme. In Turkije worden zelfs op initiatieven van minder belang met woede gereageerd.

Het doel dat Warren had, was het overbruggen van de muren die zich bevonden tussen verschillende groeperingen en daarbij godsdienstige waarden verdedigen. De charismatische predikant Fethullah Gülen, aan wiens woorden gehoor wordt gegeven in Turkije, is niets anders dan dat. Al negen jaar leeft hij in Amerika, want thuis is de kemalisitische elite bang voor hem. De elite beschuldigt Gülen ervan ten doel te hebben een islamitische staat te willen stichten en houden hem op afstand van hun eigen republiek.

De kemalistische buizerds beweren dat Gülen een “verborgen agenda” heeft om Turkije te verislamiseren. De open agenda laat echter iets anders zien. Gülen is de eerste bekende Turk die Bartholomeos, de patriarch van de Grieks orthodoxe gemeenschap in Turkije, en de Armeense patriarch Mezrob, heeft bezocht. Sindsdien pleegt hij overleggen met beiden. Gülen is de eerste die intellectuelen van tegengestelde richtingen ieder jaar bijeenbrengt voor een uitwisseling van gedachten; daarbij bleek sprake te zijn van een productieve dialoog. Gülen heeft particuliere scholen laten stichten onder toezicht van de overheid, maar die (scholen) zijn in vergelijking met openbare scholen, meer toegespitst op natuurwetenschappen en het leren van vreemde talen.

Desondanks vertrouwen de seculiere kemalisten in binnenland en hun vrienden in het buitenland deze oproep en bewegingen niet. Gülen accepteert niet de botsing tussen moderniteit en godsdienst, waarvan de seculiere buizerds menen dat die er is. De buizerds hebben het vooroordeel dat moderniteit door religie wordt afgestompt. Gülen daarentegen zegt dat moderniteit juist behoefte heeft aan religie en metafysieke waarden. Dit maakt hem in Turkije tot staatsvijand. De Berlijnse schrijfster Necla Kelek beschuldigt hem er zelfs van “diep conservatieve opvattingen” te hebben. Komt bij dat de kemalistische elite en hun buitenlandse vrienden het argument gebruiken dat alles wat de islam buiten de theologie om voortbrengt, politiek is. Ze verdedigen dat de islam daarmee opstaat als een politiek en maatschappelijk model tegenover het moderne Westen. Naast de politieke islam die bestaat in de meeste Arabische samenlevingen, zijn er echter ook altijd volksbewegingen geweest die niet de politiek, maar de mensen als uitgangspunt namen. Gülen en zijn beweging behoren hiertoe.

De islam heeft vele gezichten. Een derwisj die om zijn eigen as draait en streeft naar samenzijn met Allah, symboliseert de mystieke en tolerante Turkse islam. Gülen heeft zichzelf de mystiek en tolerantie opgelegd die Mewlana Djelaleddin Roemi, Yoenoes Emre en Said Nursi hebben ontwikkeld en gepredikt. Hij zet zelfs de traditie van de rationele islam voort die Gazali (1058-1111) heeft geformuleerd. Aanhangers van Gülen halen regelmatig zijn volgende woorden aan: “Steek een kaars aan in plaats van te vloeken naar de duisternis.” De kern van Gülens gedachtegoed is het eigen maken van de godsdienst in plaats van grote politieke spelletjes. Daarom predikt hij waarden die in beginsel niet verschillen van die van het christendom: loyaliteit aan God, trouw aan mensen, genade en toewijding. Daarmee komt hij op tegen “botsingen en waarden waarmee men tegenover elkaar komt te staan.” Als doel wordt gesteld dat deze (waarden) tezamen de mens een innerlijke vrede geven en (de mens) het besef van verantwoordelijk voor zijn sociale omgeving, waarmee een soort “wereldlijke ascese” verschijnt. “Gedachten brengen mensen tot beweging en motiveren hen,” zegt Gülen. Hij concentreert zich op drie “gedachten”: onderwijs, dialoog en media. Zodoende hebben zijn aanhangers in verschillende delen van de wereld meer dan 500 scholen geopend; Het “Abant Platform” en de “Vereniging van journalisten en schrijvers” (Foundation of Journalists en Writers) brengt intellectuelen met verschillende overtuigingen bijeen. De krant met de meeste oplagen is Zaman, de krant waar Gülen nauw mee verbonden is, vele televisiezenders en een serie worden afgesloten met periodieke uitzendingen.

Het is moeilijk de beweging in een hokje te plaatsen. Want wat gemeenschappelijk is, is niet een organisatie, maar het staan voor waarden. De tegenstanders van Gülen vervormen dit gebrek aan institutionalisering tot de beschuldiging dat het gaat om “een geheime organisatie met revolutionaire doelstellingen”. Wat verschijnt, is een onafhankelijk web zonder verbindingen die medestanders bijeenbrengt zonder ze vorm te geven. Bekim Agai, de islamgeleerde uit Bochum, heeft dit onderzocht. Wie zich door de gedachten van Gülen laat inspireren, opent op eigen initiatief een school of studiecentrum. De beweging noemt zichzelf daarom “de beweging van vrijwilligers en onbezoldigden, de Vrijwilligersbeweging”.

De aanhangers van Gülen dragen de gedachten van hun predikant ook over naar de rest van de wereld en Duitsland. Zelfs in de Arabische wereld begint het zich geleidelijk aan te verspreiden. Wat jammer is, zijn de beweringen dat de Milli Görüş en Gülen-bewegingen parallel lopen en/of in elkaar overgaan. De Milli Görüş is de politiek-islamitische koepelorganisatie van Turkije die door Necmeddin Erbakan werd opgericht. Milli Görüş heeft het kenmerk zich op de binnenlandse politiek van Turkije te richten en heeft een islamisme dat duidelijk kan worden waargenomen. Zijn leden zijn overwegend gastarbeiders van Turkse migranten. De Gülen-beweging onderscheidt zich op alle punten. De leden van Gülen worden zowel in Turkije als in Duitsland overwegend gevormd door de nieuwe middenklasse. Academici die zich kunnen vinden in de drie wensen van Gülen (onderwijs, dialoog en media) sluiten zich aan bij de beweging. Omdat zij zich bezighouden met de plaatselijke projecten in Duitsland, houden zij zich minder bezig met de politiek in Turkije, overigens zijn zij vrijwillig in dienst. Want men kan hen telkens weer horen zeggen dat zij “alleen hopen op de goedkeuring van God”, dat zij hopen op [een plaatsje in] het paradijs, op dat zij het paradijs binnen mogen gaan, ook al is daar geen garantie voor. Behalve hun gebeden, moeten zij zich bewijzen tegenover God door aanleiding te zijn voor concrete werken en daar beloning voor te krijgen. Deze houding heeft ertoe geleid dat in Turkije de term “islamitisch calvinisme” werd geïntroduceerd. Moslims die dit aannemen, zeggen dat werken een hoge vorm van aanbidding is.

Anders dan Milli Görüş, ziet de Gülen-beweging zichzelf boven partijen, maar in principe ondersteunt zij alle partijen die een bijdrage leveren aan de democratisering van Turkije. Gülen heeft in zijn preken telkens weer benadrukt dat de voorwaarde voor mensen om in vrede met elkaar te kunnen samenleven, een werkende democratie is en een veelzijdige samenleving. Het is niet mogelijk de omvang van het web (van de beweging) binnen een raamwerk te plaatsen, want er bestaat geen lidmaatschap en er is sprake van een sterke decentralisatie (er is geen centralisatie). De beweging is niet geïnstitutionaliseerd en is niet politiek. De beweging wil niet middels politieke macht “een betere samenleving” bewerkstelligen, integendeel wil zij van beneden [bottom-up] de samenleving opleiden en de mensen dienen middels tolerantie.

Heksenjacht op andersdenkenden

Geschreven door Francisco van Jole, 2525.com

Op verzoek van ‘Erasmus in Rotterdam’ schreef ik onderstaande column voor een bijlage die bij nrc.next werd gevoegd.

De reportage begint met een Nederlands straatbeeld. In slow motion. Een Turkse jongen kijkt achterom naar de camera terwijl hij wegloopt, een busje met daarin een man in islamitisch uitgaanstenue rijdt voorbij. Ook hij kijkt even naar de camera. Alsof ze zich betrapt weten. Er zwelt muziek aan en een stem zegt dreigend: ‘Niemand weet precieze aantallen, maar met mogelijk duizenden aanhangers is het waarschijnlijk de grootste Turkse beweging in Nederland.’ Als je een beetje verstand van media hebt, weet je het dan al meteen. Dit wordt een reportage die van de suggestie aan elkaar hangt: Niemand weet. Mogelijk. Waarschijnlijk. Allemaal in een enkele zin gebruikt. Zo begon op 4 juli een reportage van Nova over de islamitische intellectueel Fethullah Gülen en zijn aanhang.

De nietsvermoedende kijker schrikt zich ondertussen een hoedje, want de dreiging druipt er vanaf. Help! Er is iets onder ons wat we niet kennen. Een Vijfde Colonne van militanten die zich voordoen als modelburgers, maar ondertussen het land willen overnemen. Dat was inderdaad ook de strekking van de reportage. Die Fethullah Gülen zou naar de buitenwereld sympathieke praatjes verkopen, maar ondertussen werken aan de onderwerping van de Westerse wereld. Hetzelfde wordt beweerd van Tarik Ramadan, hoogleraar aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. Bewijzen zijn er niet of amper. Het zijn dan ook geen beschuldigingen, maar verdachtmakingen. Dat is een doeltreffende methode, want we worden allemaal onwillekeurig beheerst door het ‘waar rook is, is vuur’.

De Nova-presentator benadrukte nog een paar keer dat de organisatie ‘tonnen subsidie’ ontvangt. Hoeveel precies of waarvoor werd niet verteld. Het werd gebracht als een soort halve fraude. ‘Ze gaan er ook nog met onze belastingcenten vandoor!’ Terwijl subsidie gewoon een middel van de overheid is om bepaalde zaken voor elkaar te krijgen. Daar is niets verdachts aan. Als een organisatie onrechtmatig subsidie krijgt of er mee sjoemelt, moet je dat aantonen. Nova deed dat niet.

Om de sfeer compleet te maken, vond er na afloop nog een studiogesprek plaats. Met twee politici die allebei fel tegen Fethullah Gülen zijn. Dat is geen journalistiek meer, dat is activisme. Een activisme dat bij Nova vaker te bespeuren valt als het om de islam gaat. Het is onderdeel van de heksenjachtcultuur die de laatste jaren in Nederland is opgebloeid.

In Rotterdam barstte er nog een relletje los. Leefbaar Rotterdam – de partij die allochtonenangst bij voorkeur giet in een debat over religie, omdat ze zo makkelijk het wettelijk verbod op discriminatie kan omzeilen – eiste meteen op hoge toon een onderzoek.

Ondertussen weet ik nog steeds niet wat ik van die Fethullah Gülen beweging moet denken. Ze hebben sekte-achtige trekjes, zei een criticus. Tja, dat heeft de Pinkstergemeente ook, of Jehovah’s Getuigen. Maar dat wil nog niet zeggen dat ze gelijk staan aan Scientology, om maar eens een echte sekte te noemen.

Gevaarlijk werd de beweging genoemd door een Turkse criticus. Ze zouden de sharia willen invoeren. Persoonlijk vind ik de Christen Unie ook gevaarlijk. Ik moet er niet aan denken dat die het met hun fetisj voor bijbelse regels ooit voor het zeggen krijgen in dit land. O wacht, dat hebben ze al. Hoeveel subsidie zouden die wel niet krijgen?

Wat me nog het meest verbaasde, was dat alle leden van die Gülen-beweging zo welbespraakt en goed opgeleid waren. Wat doe je jezelf dan toch in hemelsnaam aan, is de naïeve vraag die dan bij me opkomt. Waarom leef je niet gewoon volgens je eigen inzichten? Waarom dat gesmacht naar een ticket voor het hiernamaals?

Door de Rotterdamse stichting Huis van Erasmus wordt in oktober een conferentie over Gülen gehouden. Hij wordt door de organisatie in de titel van het congres op één lijn gesteld met de Rotterdamse wijsgeer. Dat lijkt me teveel eer, maar bij Erasmus te rade gaan is geen gek idee nu die heksenjacht op andersdenkenden in volle gang is.

Erasmus spreekt in de ‘Lof der Zotheid’ over ‘de specerij der dwaasheid’. We kunnen kennelijk niet zonder. Ondanks en dankzij onze intelligentie worden er steeds weer rare verhalen verzonnen waar mensen in geloven. De één denkt dat je drie keer per dag naar de kerk moet om het Opperwezen te behagen, de ander meent dat je er beter een hele maand voor kunt vasten. Ik vind ze allebei even zot, maar ik vind ook dat mensen recht hebben op die dwaasheid. Ontneem mensen hun dwaasheden en wat overblijft is de hel.

Hoed u voor ‘demonisering’ van succesvolle nieuwe Nederlanders

Geschreven door Alaattin Erdal

Op 6 februari jl. berichtte Trouw uitgebreid over een onderzoek naar enkele Turks-Nederlandse instellingen, waaronder internaten. Het onderzoek werd aangekondigd door de minister voor Integratie, overeenkomstig de wensen van verschillende fracties in de Tweede Kamer. De commissievergadering waarin een en ander aan de orde kwam, was mede te danken aan schriftelijke vragen die de Tweede Kamer eerder stelde over de zogenaamde ‘Gülen-beweging’.

Fethullah Gülen is een Turkse intellectueel, voormalig predikant, die al meer dan 50 jaar denkt, schrijft en spreekt over allerlei maatschappelijke vraagstukken. Gülen heeft meer dan 50 boeken op zijn naam staan en is een gezaghebbende persoonlijkheid, zowel binnen als buiten Turkije.

Maar hij heeft ook critici. En volgens sommigen van hen behoren ook allerlei Turks-Nederlandse instellingen die actief zijn op tal van gebieden, variërend van economie, onderwijs, dialoog, debat en media tot Gülens ‘beweging’. Zij zouden een dubbele agenda hebben en er zelfs op uit zijn om Nederland op termijn te islamiseren!

Het artikel in Trouw bevatte een uitgebreide weergave van de vragen die door Kamerleden gesteld zijn aan de minister. Daarbij valt op dat veel vragen gebaseerd lijken op aannames, beelden, geruchten, insinuaties en allerlei andere vormen van informatie die elkaar tegenspreken en niet direct controleerbaar zijn. Misschien is dit de reden voor een onderzoek. Om voor eens en voorgoed een eind te maken aan allerlei desinformatie en geruchten over een reeks individuen en organisaties. Een vergelijkbaar, uitgebreid en zeer zorgvuldig onderzoek is een aantal maanden geleden nog in Rotterdam uitgevoerd. Het resultaat werd , met uitzondering van Leefbaar Rotterdam, door alle partijen in de gemeenteraad omarmd. De voortdurende beschuldigingen uit de hoek van Leefbaar Rotterdam werden op overtuigende wijze ontkracht.

Ook de ‘argumenten’ die enkele Kamerleden nu aanvoeren om een dubbele agenda van deze organisaties aan te wijzen, zijn niet gebaseerd op feiten. Even zorgelijk is volgens mij het gemak waarmee sommige politici , zonder enig bewijs, publiekelijk met verdachtmakingen strooien ten aanzien van organisaties die juist bezig zijn met op integratie en dialoog gerichte activiteiten.

Volksvertegenwoordigers die zich zorgen maken over groepen die achterblijven, problemen veroorzaken en zichzelf buitensluiten, met als uitgangspunt om deze groepen juist te betrekken bij het geheel, hebben mijn volledige steun en sympathie. Dat is mijns inziens in ons aller belang.

Maar wat ik niet begrijp is de gretigheid en gemakzucht, waarmee allerhande praatjes worden overgenomen en gepresenteerd, alsof het om feiten gaat.

Helaas lijken we steeds meer te leven in een samenleving waarin de nodige voorzichtigheid en empathie met betrekking tot elkaars zienswijzen ontbreekt. De verharding en tal van barrières maken het steeds moeilijker om de zo broodnodige oprechte dialoog tot stand te brengen. Om die desondanks te verwezenlijken, hebben we juist alle handen en hoofden nodig die kunnen werken en denken ten bate van een welvarende, leefbare en veilige samenleving.

We verkeren in Nederland niet in de luxe positie, dat we een beperkt potentieel kader – het ‘potential of the civil society’ – zouden kunnen opofferen omwille van populistisch succes en electoraal gewin.

Een concreet voorbeeld moge dit verduidelijken. In het artikel wordt tevens gesteld dat het dagblad Zaman zich niet zou bezighouden met integratiebevorderende activiteiten. (Alsof dat wel een primaire doelstelling zou zijn van de Nederlandse mainstream bladen!)

Dagblad Zaman is op dit moment verreweg het grootste Turkstalige dagblad, zowel in Turkije als daarbuiten. In Nederland beschikt Zaman over een eigen Beneluxeditie, dat wil zeggen, een ochtendblad dat zich uitsluitend richt op de lezers in Nederland en België. Bovendien heeft Zaman het eigen weekblad ‘Zaman Hollanda’, met meer achtergrondverhalen, onder andere over Nederland.

Je bent pas met het ‘ritsen’ in de samenleving bezig, wanneer je niet alleen in eigen taal maar ook in het Nederlands publiceert. Zo geven we ook een Nederlandstalig opinie(maand)blad uit, ‘Zaman Nederland.’ De activiteiten (seminars, cursussen journalistiek) en onderwerpen, variërend van ‘democratie en islam’ tot economische betrekkingen tussen Nederland en Turkije, geven duidelijk aan dat Zaman niet slechts doet wat het moet doen, maar daar nog een schepje bovenop doet. We publiceren dagelijks over wat we denken en over wat we aan het doen zijn. Er is geen ruimte en behoefte om dingen voor onszelf te houden. Er wordt nergens geheimzinnig over gedaan. Voor degenen die de Turkse taal niet machtig zijn, wordt in het Nederlands gepubliceerd. Iedere politicus en collega journalist die de Nederlandse taal machtig is, kan onze bladen en onze website raadplegen.

Als er dan toch zulke ongegronde beschuldigingen in de openbaarheid worden geslingerd kan er slechts sprake zijn van een intentie tot ‘demonisering’.

Juist van diegenen die geloven in het vrije woord, mogen wij steun verwachten om deze hetze te laten stoppen. Een hetze om kleurrijke en succesvolle organisaties monddood te maken, terwijl we ze juist zouden moeten koesteren in deze barre tijden.