De Qur’an zinspeelt op technologische vorderingen en duidt hun verste ontwikkeling aan, naast andere methodes, door de mirakelen van de Profeten te beschrijven. Het moedigt de mens aan om in de lucht te vliegen en verwijst stilzwijgend naar het feit dat op een dag de mens in staat zal zijn om ruimteschepen en vliegtuigen te vervaardigen, door het vers:

‘En aan Salomon (onderwierpen Wij) de wind; de beweging in de ochtend is gelijk aan de reis van een maand, en de beweging in de avond is gelijk aan de reis van een maand.’ (al-Saba’ , 34.12)

Het nodigt de man ook uit om de oplossing te zoeken voor elke ziekte, in het vers:

‘(Jezus zegt): Ik zal ook de blinde en de melaatse genezen en de dode tot leven opwekken, bij de goedkeuring van God’ (Al Imran, 3.49)

Dit duidt aan dat op een dag de mens zal in staat zijn om alle ziekten te genezen in die mate dat mensen zullen denken dat de dood niet langer het leven zal beëindigen. Door het vers, ‘Toen sprak hij, die kennis had van het Boek:

‘Ik zal het ( de troon van de koningin van Yemen) tot U brengen (naar Salomon in Jeruzalem) zelfs voor uw oogopslag naar u terugkeert. (Al Naml, 27.40)

De Qur’an voorspelt dat op een dag afbeeldingen, of zelfs de dingen zelf, in één ogenblik zullen worden overgebracht doorheen kennis van het Heilige boek van het universum juist zoals een man die kennis bezit van het boek der Goddelijke Onthulling in staat zal zijn om dingen aan te brengen, van op een lange afstand, ‘voor zijn oogwenk naar hem terugkeert’.

De Qur’an laat ons ook symbolisch weten dat het mogelijk kan worden om de moordenaar van een persoon te identificeren door enkele cellen uit zijn lichaam te nemen op het ogenblik van de dood; door te vertellen dat de moordenaar in de tijd van de Profeet Mozes, vzmh, werd gevonden door het slachtoffer te treffen door een deel van een koe die de kinderen van Israël moesten slachten, op bevel van God de Almachtige (Al- Baqara, 2. 67-73)

We kunnen hier slechts enkele voorbeelden aanhalen, uit de Qur’an om deze beweringen te illustreren:

1. De Schepper, die alle dingen ziet en hoort, van voor het begin der schepping tot na het einde der tijden, vestigt onze aandacht op het feit dat, algemeen gesproken , de toekomst het tijdperk der kennis en der informatie zal zijn en dat het als een natuurlijk gevolg hiervan, ook een tijdperk van geloof en religie zal zijn.

‘Weldra zullen Wij Onze tekens tonen aan de verste horizonten, én in hun eigen zielen. Tot het voor hen duidelijk wordt dat dit de waarheid is. Volstaat het niet dat uw Heer de Getuige is van al deze dingen?’ (S41, A53)

Vanaf de allereerste dagen der Islam hebben Sufi’s dit vers aangenomen en als verwijzing gebruikt als een teken en verzekering van de spirituele wijsheid waar zij naar streefden. Maar het vers kan ook gelezen worden vanuit het standpunt over de vooruitgang van wetenschappelijke kennis sinds de Openbaring. Deze vooruitgang is in zeer belangrijke mate te danken aan Moslimgeleerden en wetenschappers. Het feit zelf van de Openbaring van dit vers, wordt als een wonder beschouwd.

Alles wat binnen het bereik van het menselijk denken ligt en het wetenschappelijk onderzoek, kan slechts de éénheid van de Schepper bevestigen. De ware natuur en het verband tussen microkosmos en macrokosmos wordt dan verder onthuld en beter begrepen.

Als we dit punt verduidelijkt zien in honderden beschikbare boeken dan zien we dat de betekenis van de Openbaring het volledig begrijpen nadert. Zelfs nu reeds voelen we dat we binnenkort zullen horen en kunnen begrijpen, de duizenden getuigenissen en lofprijzingen aan God door zovele tongen der natuur.

‘De zeven hemelen en de aarde, en alles wat deze bevatten, eren Gods Glorie. Er is niets wat Hem niet prijst. En toch begrijpt gij nog steeds niet hoe al deze wezens God eer betonen.. Waarlijk, Hij is de Dikwijls-Aankondigende, Meest-Vergevingsgezinde.’ (S17, A44)

Wat we nu reeds begrijpen van het belang van dit vers is niet verwaarloosbaar. De kleinste atomen, zowel als de grootste sterrennevels, spreken tot ons in hun eigen taal, van hun onderwerping aan de Ene God en hun eerbetoon aan Hem. Nochtans zijn er maar weinig mensen in staat deze lofbetuigingen te beluisteren en te begrijpen. De eerlijke Moslims die aan alle volkeren der aarde deze lofbetuiging aan God kenbaar maken, zijn weinig talrijk, verspreid en zwak.

2. Wat de Qur’an onthult over de vorming en de ontwikkelingsfazen van een embryo in de baarmoeder, is treffend door de juistheid:

‘O mensheid! Indien gij twijfels had over de Heropstanding, weet dan dat Wij u hebben geschapen uit stof; daarna uit zaad; daarna uit een bloedgevuld weefsel, vervolgens uit een klomp vlees die gedeeltelijk gevormd was en gedeeltelijk niet, zodat Wij aan u kunnen duidelijk maken wat Wij willen.’ (S22, A5)

In een ander Vers is de ontwikkeling geschetst en uitgelegd met meer details en worden de verschillende ontwikkelingsfasen duidelijker benadrukt:

‘Mens!, Wij schiepen uit een essentiële vorm van klei. Dan hebben we hem als een druppel zaad in een rustplaats gezet, stevig bevestigd. Dan hebben we dit zaad, sperma, in een weefsel van samengeklonterd bloed omgevormd en maakten hier een klomp (embryo) uit. Dit voorzagen we van beenderen en bekleedden deze met spieren en vlees. Tenslotte ontwikkelden we dit tot een nieuw, onderscheiden en individueel, wezen. (S23, A12-14)
‘Hij maakte U in de lichamen van uw moeders, in verschillende stappen, één na één, in drie sluiers van duisternis.’ (S39, A6)

Deze Qur’an zin kan worden uitgelegd als; de drie sluiers van duisternis zijn het parametrium, het miometrium en het endometrium. Dit is dus een nauwkeurige aanduiding van de drie vliezen die de drie water-, hitte- en lichtbestendige membranen omgeven: namelijk amnion, corion en de binnenwand van de baarmoeder.

3. Wat de Qur’an heeft gezegd over melk en de productie ervan, is zo briljant als de drank zelf is. En het begrijpen van deze beschrijving is ook reeds een zegen.

‘Waarlijk, in het vee zult gij ook een duidelijk teken zien.; Van wat uit hun lichamen komt, tussen bloed en uitwerpselen, hebben Wij voor u melk gemaakt, een zuivere en aangename drank voor wie dit drinkt.’ (S16, A66)

De Qur’an vertelt het proces van de melkvorming in opmerkelijke details. Het verteringsgedeelte is wat als voedsel wordt opgenomen, een tweede proces is de uitzuivering in de klieren. Melk is een aangenaam en volledig dieet voor de mens, toch is het slechts een dierlijke uitscheiding, zoals de andere uitscheidingen van het lichaam, zo nutteloos als het bloed dat wordt uitgescheiden van de kostbare bloedsomloop in het lichaam.

4. De Qur’an heeft onthuld dat alle schepsels in de natuur per 2 zijn geschapen.

‘Eer aan God, die alles in paren schiep, van wat de aarde voortbracht, van zichzelf, en van wat niet is gekend.’ (S36, A38)

Elk wezen heeft zijn partner of tegenhanger, tegengesteld of aanvullend. Het aanvullend karakter der geslachten in mens, dier en sommige planten is sinds lang gekend. Maar wat betekent: ‘de paren in alle dingen, ook wat niet is gekend’? Dit kan verwijzen naar een hele verscheidenheid van eenheden, bezield en niet bezield. In de subtiele krachten en principes van de natuur, bezield en onbezield,, levend en levenloos, zijn er vele soorten ‘paren’. Alle dingen, van atomen tot wolken, bestaan in paren. Dit wordt door onze moderne instrumenten bevestigd.

5. De Qur’an verteld, in het eigen unieke taalgebruik, van de eerste schepping en de levende vormen erin:

‘Weten de ongelovigen dan niet, en zien zij niet, dat de hemelen en de aarde als één massa werden samengevoegd vooraleer wij hen splitsten? Uit water werd elk leven wezen gemaakt. Zullen zij dan niet tot geloof komen? (S21, A30)

Het betoog in de Qur’an is duidelijk en overtuigend. Het zou niet moeten geconfronteerd worden met de verschillende hypothesen die worden uitgesproken over het eerste materiaal in de schepping. Het kan een ‘ether’ of een grote wolk zijn, een sterrennevel, een massa heet gas of nog iets anders. De Qur’an stelt ook dat alle levend wezen uit water werd geschapen. De Schrift maakt zich er geen zorgen over of deze unieke levensbron tot stand kwam als een resultaat van gassen en dampen of dat het op een andere manier gebeurde; of deze gassen later condenseerden en als regen terugvielen, zee en oceaan vormden en zo een geschikt milieu en voorwaarde schiepen waaruit het leven zich verder kon ontwikkelen; daarmee houdt het Schrift zich dus niet bezig. Dit Qur’an vers stelt expliciet en zonder twijfel dat het universum één enkel mirakel van schepping is. Alles in het universum maakt deel uit van dit mirakel en draagt de tekens van deze deelname. Alles is met elkaar verbonden, zoals de bladeren in sommige massieve bomen die verschillend zijn maar op elkaar lijken en allen herleidbaar zijn tot dezelfde wortels. Dit vers benadrukt dus ook de levenskracht en betekenis van water dat driekwart van de massa van de meeste levende wezens uitmaakt.

6. De zon heeft een speciale en betekenisvolle plaats in de schepping. De Qur’an onthult het belangrijkste aspect ervan in juist 4 Arabische woorden waarvan de volle betekenis niet gemakkelijk kan worden uitgelegd:

‘En de zon loopt zijn baan (mustaqarr) die er voor is vastgelegd. Dit is Zijn voorschrift, de Verhevene in Macht, de Alwetende.’ (S36, A36)

In feite betekent ‘mustaqarr’ hier een welbepaald traject in de ruimte of een bepaalde plaats van rust of beweging, zowel als een in de tijd vastgelegde route. Er word ons duidelijk gemaakt dat: niet alleen loopt de zon een vastgelegd traject, maar het beweegt zich ook naar een bepaald punt in het Universum. Ons zonnestelsel: zon, planeten en manen, beweegt zich, zoals we nu weten, naar het sterrenbeeld Lyra met een snelheid die we ons nauwelijks kunnen voorstellen. Elke seconde komen we 10 mijl dichterbij, bijna een miljoen mijl per dag. Onze aandacht wordt ook getrokken door het feit dat als de zon de voorgeschreven taak heeft beëindigd, ze een bevel zal gehoorzamen en tot rust zal komen. Zo groot is de rijkdom der Qur’an dat vele waarheden kunnen verteld worden in zo weinig woorden. Hier worden in slechts 4 woorden, vele vaag gekende dingen toegelicht. Nochtans is de Qur’an 14 eeuwen geleden geopenbaard toen de mensen meestal nog geloofden dat de zon elke dag een baan om de aarde doorliep.

7. Nog een inspirerende en goed verwoorde uiting van de Qur’an, betreffende de uitdeining of expansie van het heelal in de ruimte is de volgende: (de Arabische Tekst gebruikt slechts 4 woorden, origineel):

‘En het firmament: Wij construeerden het met kracht en bekwaamheid en wij laten het uitdienen.’ (S51, A47-48)

Dit Vers onthult ons dat de afstand tussen hemellichamen (ruimte) toeneemt en dat het universum uitdeint. In 1922 beweerde de astronoom Hubble dat alle melkwegen (sterrennevels) behalve de 5 die zich het dichtste bij de aarde bevonden, zich van ons verwijderen aan een snelheid die evenredig is met hun afstand tot de aarde. Volgens Hubble beweegt een sterrennevel die een miljoen lichtjaar is verwijderd, zich van ons weg aan een snelheid van 168 km/jaar. Een die 2 maal zo ver weg is, beweegt zich dubbel zo snel van ons weg, enz. Le Maitre, een Belgische wiskundige en priester stelde later een theorie voor die hij ook ontwikkelde, namelijk dat het universum uitdeint. Om het even hoe mensen die realiteit uitdrukken en of de cijfergegevens van Hubble juist zijn of niet, of de snelheid van verwijdering verandert of niet, De Openbaring is duidelijk over het verschijnsel in de algemeenheid en het karakter zelf.

8. We hebben enkele aanduidingen gekregen in de Qur’an van de onzichtbare werking van wat we nu de wetten der natuurkunde noemen, zoals aantrekking en afstoting, rotatie en omkering in het universum.

‘Allah is Hij, Die de hemelen heeft doen verrijzen zonder pilaren die gij kunt zien.’(S13, A2)

De hemellichamen, van individuele manen tot volledige zonnestelsels bewegen ordelijk, evenwichtig en harmonieus. Zij zijn in deze ordening bijeengehouden door zuilen van het onzichtbare soort. Sommige hiervan zijn afstoting of middelpuntvliedende kracht.

‘Hij houdt de hemel in stand zodat die niet kan neerstorten op de aarde tenzij met Zijn toestemming.’ (S22, A65)

Door dit vers begrijpen we dat de hemellichamen op elk moment op arde kunnen neerstorten indien God dit niet zou verbieden. Dit is een onderdeel van de universele gehoorzaamheid aan Gods Woord, dat in de taal der hedendaagse wetenschap wordt uitgelegd als het evenwicht tussen middelpuntvliedende en middelpuntzoekende krachten. Het is van groot belang dat we ons verstand op die gehoorzaamheid richten en op de Goddelijke Genade waardoor het universum in een betrouwbare beweging wordt gehouden. Dit is belangrijker dan of mensen geloven dat de theorieën van Newton dan wel Einstein de beste beschrijving zijn van de wiskundige en de mechanische aspecten van deze gehoorzaming.

9. Er is een vers in de Qur’an dat volgens sommige commentatoren een verwijzing inhoudt van de reis van mensen naar de maan, vroeger een vér verwijderde droom, die nog niet zo lang geleden realiteit werd.

‘Bij de volle maan! Zeker zult gij reizen van ‘toneel (toestand)’ naar ‘toneel (toestand)’.’ (S84, A18-19)

Vroegere commentatoren verstonden dit vers helemaal anders. Zij lazen dit figuurlijk, in verband met het spirituele leven van de mens dat als een opstijgen van de ene plaats naar de andere plaats werd begrepen, van de ene naar de andere hemel. Anderen begrepen dit vers als een verwijzing naar verandering in het algemeen, van de ene naar de andere toestand. Door de loop der tijden heen, probeerden latere schriftgeleerden van de Qur’an de betekenis in een ontwijkende vorm te zetten omdat de letterlijke betekenis niet overeen kwam met wat zij als een zekerheid beschouwden, gezien hun kennis over de toenmalige mogelijkheid om dergelijke grote afstanden te overbruggen. Maar in feite is de beste verklaring van de woorden die de eed volgen (Bij de volle maan!), gezien de context van dit vers, die van een echte reis naar de maan, letterlijk of figuurlijk, bedoeld.

10. De woorden in het Boek over de geografische vorm van de aarde en de veranderingen in die vorm zijn bijzonder interessant:

‘Zien zij niet hoe Wij geleidelijk aan het land van zijn buitenste grenzen laten inkrimpen? Zijn zij het dan die de overwinnaars zullen zijn?’ (S21, A44)

De verwijzing naar het inkrimpen van de grenzen kan een aanduiding zijn van het nu bekende feit dat de aarde aan de polen is samengedrukt. Eerder dan een verwijzing naar erosie van bergen door de wind en de regen, of van erosie der stranden door de zee of van het oprukken der woestijn op het land dat door de mens was vruchtbaar gemaakt.

Op een moment dat de meeste mensen geloofden dat de aarde vlak en onbeweeglijk was, onthulde de Qur’an in verschillende verzen, expliciet en impliciet, dat de aarde rond is. Nog meer onverwacht is het dat de Qur’an zegt dat de precieze vorm van de aarde meer op een (afgeplat) struisvogelei lijkt dan op een bolsfeer.

‘Daarna vormde hij de aarde als een ei, van waaruit Hij het water en de weiden deed ontspringen.’ (S79, A30-2)

Het werkwoord in het Arabisch (daha) betekent: vormen als een ei. De afgeleide naamsvorm (dahia) wordt nog steeds gebruikt om een ei aan te duiden. Omdat het wetenschappelijk feit in die tijd voorkwam als strijdig met de zintuiglijke waarneming, begrepen sommige geleerden de betekenis van het woord verkeerd, namelijk als ‘uitgerokken’, misschien omdat ze vreesden dat de letterlijke betekenis moeilijk begrijpelijk en daardoor misleidend zou zijn. Natuurlijk hebben moderne instrumenten aangeduid dat de vorm van de aarde inderdaad meer zoals een ei is dan een perfecte bol. Er is een lichte afplatting aan de polen en een iets sterkere kromming aan de evenaar.

11. Als een laatst voorbeeld, laten we beschouwen wat de Qur’an over de zon en de maan vertelt.

‘We hebben de nacht en de dag als twee tekens gemaakt. Het teken van de nacht hebben We verduisterd. Het teken van de dag hebben We tot een licht gemaakt om u te verlichten.'(S17, A12)

Volgens Ibn Abbas, verwijst het teken van de nacht naar de maan en dat van de dag naar de zon. Daarom begrijpen we de zin: ‘het teken van de nacht dat we verduisterd hebben’ als dat de maan ooit licht uitzond zoals de zon nu en dat God het licht van de maan heeft weggenomen zodat de maan donker werd en minder zichtbaar. Als dit vers dus weergeeft wat er met de maan gebeurd is, wijst het ook op de toekomstige bestemming van andere hemellichamen.

Er zijn nog veel meer verzen die verwijzen naar wat we nu wetenschappelijke feiten noemen. Het bestaan van zulke verzen duidt aan dat het zoeken van de mens naar kennis een deel is van de Goddelijke Genade die vol gratie op de mens is neergedaald door de Schepper. Inderdaad, de Goddelijke Genade is één der namen van de Qur’an voor zichzelf en alles wat het bevat van kennis en waarheid overstijgt het spreken van de mens, moeilijker nog is het inbeelden met zijn beperkt verstand. We moeten nochtans onthouden dat alhoewel de Qur’an  verwijst naar vele wetenschappelijke en technische feiten, het Boek niet moet worden gelezen als een verslag van wetenschappelijke verklaringen. Het moet eerder begrepen worden, en zo hebben gelovigen het ook altijd gedaan, als Boek der Leiding dat de mensen de weg van het juiste Geloof leert en de juiste daden zodat we de Goddelijke Genade en Vergeving mogen waard zijn. Het is de verantwoordelijkheid van Moslims dat het opzoeken van kennis, wetenschappelijke en andere, wordt gevoerd in het Licht van de Qur’an die dit zoeken aanmoedigt en ondersteunt. Niet in een geest van arrogantie, hoogmoed en ijdelheid.

Want dit is de weg der ongelovigen die leidt tot de verwoesting van het verstand en de teloorgang van de mens en de aarde. De mens leeft maar tijdelijk en behoedt de aarde, in Gods opdracht en met Gods vertrouwen.

Read more:
Fethullah Gulen persverklaringen
Fethullah Gülen: Het coronavirus veranderde hoe de ramadan eruitziet. Maar het zal ons geloof in God niet veranderen.

Vele jaarlijkse rituelen van de Ramadan zullen doorgaan, zelfs als enige verandering nodig is vanwege onze sociale verantwoordelijkheid om God's...

Close