Notice: Trying to access array offset on value of type bool in /www/wp-content/themes/Divi/epanel/custom_functions.php on line 499

Verklaring omtrent ontwikkelingen in Turkije: Corruptiezaak, AKP en Gulenbeweging

 

Openbare Verklaring van de Stichting voor Journalisten en Schrijvers omtrent de recente ontwikkelingen in Turkije

30-12-2013

De strijd tegen de corruptie is een van de kwesties die door het publiek over de hele wereld nauwlettend en graag gevolgd wordt. Het ligt voor de hand dat de regeringen in Turkije die tot nu toe verwikkeld raken bij corruptieschandalen en waarvan het publieke geweten het vermoeden krijgt dat deze regeringen niet adequaat optreden tegen de corruptie hun geloofwaardigheid en hun krediet bij het volk verliezen. Het is van essentieel belang dat de beschuldigingen van corruptie die in deze dagen nauwlettend en met volle nieuwsgierigheid gevolgd wordt door het publiek, zoals dat hoort in alle democratische landen, zowel door de rechterlijke macht als door de media op de meest effectieve manier vervolgd wordt.

Het is van belang dat vooral door de regering, maar ook alle betrokken personen en instanties respectabel wordt omgegaan met de besluiten van de rechterlijke macht, die conform de grondwet en de wetten namens het volk worden genomen, zodat het publieke geweten ervan overtuigd wordt dat gerechtigheid bewerkstelligd is.

“Te beweren dat de Hizmetbeweging achter het lopende onderzoek zou zijn, is een schandelijke laster.”

Beweringen dat onze erevoorzitter de heer Fethullah Gülen en de Hizmetbeweging banden zouden hebben met “de openbare aanklagers” die het onderzoek naar corruptie voeren en “lakeien van buitenlandse mogendheden” zouden zijn en dat ze daarom deze zaken geopend zouden hebben is een schandalige laster.

Daarnaast is het verdraaid weergeven van nieuws over zelfs de transparante vergaderingen van onze stichting met het doel om zowel Turkije als de activiteiten die ontplooid worden door de vrijwilligers van de Hizmetbeweging aan de hele wereld te vertellen, door de media die dicht bij de regering zijn, als “verraad”, “spionage”, “samenwerken met internationale duister machten” zijn belachelijke samenzweringstheorieën en beschuldigingen die onverenigbaar zijn met oprechtheid.

Anders zouden we iedereen die met dergelijke activiteiten bezig zijn met spionage en landverraad kunnen beschuldigen waardoor we het land mee zullen sleuren in een onontwarbare krankzinnigheid.

“Er is absoluut geen sprake van vijandigheid van de Hizmetbeweging jegens de AK-partij.”

Er bestaat geen vijandigheid van de heer Gülen en de Hizmetbeweging jegens de AK-partij, die het land veel diensten heeft bewezen. De Hizmetbeweging heeft de AK-partij openlijk gesteund in al haar pogingen om het democratiseringsproces tussen de jaren 2002-2011 te realiseren. Echter, in het besturen, acties en non-acties van de heer Erdogan en zijn partij is er sinds de verkiezingen van 2011 een significant verschil opgetreden. De vertraging van het EU-proces, het voorstel van een presidentieel systeem dat de scheiding der machten doet eroderen, het geleidelijk beperken van de mediavrijheid, het verzwakken van de parlementaire controle, het feit dat de Rekenkamer niet meer in staat is om haar taken uit te voeren, de toename van de tekenen van een autoritair regime, last but not least het ingrijpen in het rechtssysteem, heeft zelfs bij de nuchtere AK-partij supporters geleid tot ernstige bezorgdheid over de toekomst van het land.

Het is niet realistisch om te beweren dat deze discussies en kritieken, die ook door de Hizmetbeweging gedeeld en dikwijls verwoord worden, zouden zijn begonnen met de ontwikkelingen rond het verbieden van de scholen die leerlingen voorbereiden op toelatingsexamens van de universiteiten. Reeds lang voordat de discussies rond het verbieden van deze voorbereidingsscholen begonnen, heeft onze Stichting haar zorgen met name over de mediavrijheid, met inbegrip van de vertraging van de hervormingen in Turkije en de neigingen tot autoritaire regime met de publieke opinie gedeeld.

“We zijn bezorgd dat de straatprotesten aanleiding kunnen geven tot een reeks van provocaties.”

Het beeld dat er ontstaan is dat door de regering openlijk ingegrepen wordt bij de rechterlijke macht, die het onderzoek naar de corruptieschandalen leidt, dat er ingegrepen werd bij de politie die in opdracht van de rechterlijke macht werkt, maar ook de nieuwe benoemingen bij de politie, waardoor de politie haar taak van rechtshandhaving niet meer wil en kan vervullen, heeft bij veel mensen terecht reacties veroorzaakt.

Vreedzame straatprotesten, die in overeenstemming met de wetten worden gevoerd, zijn een democratisch recht, zolang deze zich niet lenen aan geweld. Echter, het beeld dat de regering toont alsof er onverdraagzaamheid is jegens de rechterlijke macht en de dagelijkse zeer polariserende uitspraken die in deze dagen tot meer spanningen leiden, hoewel deze vreedzaam en gerechtvaardigd zijn, maakt ons bezorgd dat dit soort straatprotesten tot provocaties zullen leiden.

We maken ons duidelijk zorgen dat de protestacties ons land in een chaotische toestand zullen brengen. Het kan ertoe leiden dat, als de vreedzame straatprotesten, die bedoeld zijn om tegen de corruptie te protesteren gesaboteerd worden, de corruptieagenda verdoezelen, en precies het tegenovergestelde van het beoogde resultaat leveren. In deze context nodigen we de regering uit, zoals we ook bij de protesten in het kader van de Taksimplein hebben verklaard, om voorzichtig en bedachtzaam te regeren en op te treden als de regering van 76 miljoen inwoners, inclusief de protestgangers. We roepen op dezelfde manier ook de activisten op om zich te beperken tot vreedzame methoden.

“Parallelle staat is onaanvaardbaar in een democratisch land. Als er een dergelijke structuur bestaat moet de regering dit met bewijsmateriaal openbaar maken.”

Aan de andere kant geven de onbewezen en te abstracte beschuldigingen zoals de “junta van de rechterlijke macht”, “parallelle staat”, “autonome structuur”, “spion”, “spionage” die samen met het corruptie onderzoek, zowel door de overheid als de media die dicht bij de overheid staan steeds luider geuit worden, de indruk dat het onderzoek verhuld wordt.

Als er hieromtrent aanwijzingen zijn in handen van de overheid moeten deze onmiddellijk aan de rechterlijke macht overhandigd worden. Dit hebben we reeds in onze uitspraken in Augustus ook openlijk verwoord. Echter in plaats van dit te doen, wordt er door middel van abstracte en onbewezen beschuldigingen de Hizmetbeweging, die miljoenen sympathisanten, mensen die haar waarderen en vrijwilligers telt, afgeschilderd als “de pionnen of de spionnen van buitenlandse duistere machten”, “een smerige bende, wiens handen afgehakt dient te worden”. Dit is niets anders dan, op zijn mildst, oneerlijk.

Het is duidelijk dat de persoonlijke rechten van de verdachten, die beschuldigd worden van corruptie, geschonden wordt om ze bij voorbaat schuldig te verklaren omdat ze onschuldig zijn zolang het tegendeel bewezen is. Echter, op dezelfde manier is het onrechtvaardig en valt het niet te rijmen met logische verstand, rede en oprechtheid, om zonder een beroep te doen op eventuele juridische en democratische beginselen om een grote gemeenschap die miljoenen sympathisanten heeft, te bestempelen met bende of criminele organisatie.

Zoals we keer op keer hebben uitgedrukt is het uiterst belachelijk om de Hizmetbeweging, die een civil society beweging is, te beschuldigen met het vestigen van een “voogdij” op de overheid of een “aandeel” te claimen van de regering. Het beschuldigen van elke advies, kritiek, verzoek of het verdedigen van de rechten van de groepen uit de maatschappij alsof ze uit zijn op macht en hen als op macht beluste, bij de politiek betrokken organisatie, en tegen hen te zeggen “bemoei je niet met de politiek”, “ga dan zelf een politieke partij oprichten”, “wacht op de verkiezingen”, “ga niet door krantenkoppen de nationale wil onder druk zetten” strookt niet met de geest, normen en waarden van het democratische systeem en is evenwel onaanvaardbaar.

“Elke vorm van voogdij is onaanvaardbaar”

Het is vanzelfsprekend dat in een democratisch land mensen hun wettelijke en legale burgerlijke rechten benutten en in overeenstemming met het principe van bevoegdheid tot de bureaucratie toetreden. Evenwel is het logisch en aanvaardbaar dat er mensen zijn die met de Hizmetbeweging sympathiseren en ervan houden. Wet kijkt naar concrete acties. Het kan niet uitgelegd worden met goede wil om de mensen die, ongeacht welke mening en levensstijl de burgers koesteren, conform de wetten van het land een functie bekleden op alle niveaus van de staat, te beschuldigen met “het overmeesteren van de staat”, “infiltreren in de staat”, “vestigen van voogdij” of “parallelle regering”. Gedurende de periode van de militaire voogdij is de heer Gülen, met identieke verwijten beschuldigd, acht jaar lang tegen hem geprocedeerd en is uiteindelijk vrijgesproken van alle aanklachten.

Natuurlijk is het zo dat de bureaucraten, de (wettelijke) bevelen van hun gekozen bestuurders en toezichthouders moeten gehoorzamen en alleen hun bevelen op te volgen. De administratieve handelingen van de door het volk gekozen regeringen moeten uiteraard gerespecteerd worden; maar zoals de informatie en documenten, die ook publiekelijk bekend zijn en die niet weersproken zijn, ook onthullen, worden de mensen op een onrechtmatige manier in verband gebracht met de Hizmetbeweging, die overigens een grondwettelijke misdaad is, en op een zwarte lijst gezet en vervolgens op grond van verkregen informatie van inlichtingendiensten waarvan de criteria onbekend zijn, op een onrechtmatige manier geëlimineerd. Dit is zowel ondemocratisch als in strijd met de meest elementaire mensenrechten.

“Wat voor een Turkije”

Zowel onze erevoorzitter de heer Fethullah Gülen, als de Hizmetbeweging als wel onze Stichting hebben keer op keer niet alleen geëist dat de EU-hervormingen worden doorgevoerd, volledig democratische Turkije wordt opgebouwd, de volledige suprematie van het recht in de ruimste zin van het woord gevestigd wordt, de meest gevorderde staat van de mensenrechten gerealiseerd wordt, de gelijkheid van iedereen niet alleen in theorie maar ook in de praktische uitvoering van de wet gepraktiseerd wordt, civiele grondwet, een transparante staat, die ter verantwoording geroepen kan worden, maar zich ook ingezet, met inbegrip van de inspanningen voor het grondwettelijk referendum, met alle activiteiten en projecten, voor de realisatie van deze doelen.

Nogmaals, het is duidelijk een irrationeel en onlogisch eis dat, degenen die de staat willen overmeesteren of een parallelle, autonome structuur in de staat willen vestigen. Want de grootste obstakel voor deze eisen van een parallelle structuur, of de overmeestering van de staat door een duistere kliek, waarvan de intenties onduidelijk zijn, is een volledig democratische en transparante rechtsstaat die, conform de EU-normen, verantwoording kan afleggen tegen zowel het parlement, de rechterlijke macht en de Rekenkamer, alsmede de media en de publieke opinie.

Wiens inspanningen al dan niet in deze richting is, staat ter beoordeling van de waardering van het publiek.

Hoogachtend aangekondigd.

Stichting voor Journalisten en Schrijvers

Gülen leerstoel: dialoog en transparantie

Gülen leerstoel: dialoog en transparantie

Door: Professor Johan Leman, professor in de sociale en culturele antropologie

Toen enkele maanden geleden bekend geraakte dat aan de KU Leuven een Gülen leerstoel voor interculturele studies zou geopend worden, was de berichtgeving hierover in De Standaard erg negatief. Naïviteit, blindheid voor verborgen agenda’s… waren nog de meest zachte verwijten. Ik herinner me dat zelfs de persdienst van de KU Leuven toen enigszins in verlegenheid kwam. Niet dat men het initiatief wou afvallen, maar ze hadden het uiteraard liever positiever gezien… en dus werd van dan af die leerstoel in de mate van het mogelijke niet te veel onder de aandacht gebracht. Men zou wel zien wat het zou worden.

Ik heb me toen voorgenomen om zelf voor volledige transparantie te zorgen, continu…

Ik heb me toen voorgenomen om zelf voor volledige transparantie te zorgen, continu… en over alles te berichten wat in dit verband publieke aandacht mag verdienen, zowel in positieve als – indien nodig – negatieve zin. Ik neem aan dat ik dit niet via De Standaard moet doen, en waarschijnlijk ook niet via De Morgen, die er ook al een gepeperde en sterk gekleurde reportage op zitten had over de Lucerna colleges, wat wel niet hetzelfde is als de Gülen leerstoel maar toch ook bij de (islamitische) Gülen beweging aansluit.
Dus doe ik het hier via de website van integratiecentrum Foyer en via De Wereld Morgen. Het is nu eenmaal moeilijk om positieve berichtgeving over de islam via onze media verspreid te krijgen. Dus gebruik ik het middel dat me toegang geeft hiervoor.
Wat kan ik melden? Dat met de middelen van de Gülen-leerstoel volgende reeks open lessen zullen plaats vinden in het tweede semester van het academiejaar 2011-12 aan de KU Leuven, campus Sociale Wetenschappen.
Tegelijk wil ik benadrukken dat de samenstelling van de open lessen-serie (dus toegankelijk ook voor mensen van buiten de KU Leuven) volledig overgelaten werd aan mij en dat ik dit in volle vrijheid, zonder enige beïnvloeding kon doen.
De conferenties vinden, voor wie geïnteresseerd is, plaats telkens op donderdag tussen 18u en 20u.

Bij deze een overzicht van de reeks.

Titel: Current issues in Islam

Week 1: Islamic self-understanding and Islamic understanding of society (including its main currents) by Emilio Platti, Prof.Em., KU Leuven (16 February 2012)

Week 2: Euro-Islam and Euro Muslims by Brigitte Maréchal; Prof.,UC Louvain. (23 February 2012)

Week 3: Social work, Poverty, inequality and social safety nets: voluntary welfare associations by Jonathan Benthall, Dr., University College London.(1March 2012)

Week 4: Islam and Shi’ite influences, in Europe and in the World By Matthijs van den Bos, Dr., Birkbeck, University of London.(8 March 2012)

Week 5: Secularism in the Muslim Contexts Abdou Filali-Ansary, Dr, Aga Khan University London ( 15 March 2012)

Week 6: Radicalization and Muslims: Salafism, Wahhabism in Europe By Roel Meijer, Dr.; Nijmegen University (22 March 2012)

Week 7: Islam and Sufism, in Europe and in the World By Eric Geoffroy; Prof., University of Strasbourg.(29 March 2012)

Week 8: Islamic bourgeoisie and Muslim Entrepreneurships C. Mazereeuw – van der Duijn Schouten, Dr., University of Tilburg.(19 April 2012)

Week 9: Muslim Self and European Public Sphere by Nilüfer GÖLE, Prof, EHESS (26 April 2012)

Week 10: Religious Freedom and Islamophobia by Chris Allen, Dr., London College (3 May 2012)

Week 11: Pluralism and Toleration: Interfaith and Intercultural Dialogue by Emilio Platti, Prof.E., KULeuven.(10 May 2012)

Week 12: Final: Theoretical Debates on European Muslims Erkan Toguslu, Dr. KU Leuven. (24 May 2012)

Wat hieruit te besluiten valt?

Dat er wel degelijk meer en meer heel positieve, dialooggerichte en intellectuele door de moslimwereld zelf gedragen initiatieven bij ons plaatsvinden, en dat dit er een van de voorbeelden van is.

Wil dat zeggen dat er ondertussen geen integristische attitudes tegelijk tot ontwikkeling komen bij anderen? Neen. Die zijn er ook, maar men moet tegelijk het vele positieve ook willen zien.

Dit stuk verscheen oorspronkelijk op: DeWereldMorgen.be

Gülen leerstoel: dialoog en transparantie

Mijn ervaringen met de Gülen beweging…

Door: Professor Johan Leman, professor in de sociale en culturele antropologie

Gisteren 10 april las ik, zoals sommigen onder u, het artikel over de “Gülen-beweging” in De Standaard. Mijn eerste reactie? Voilà, ’t is weer prijs. Ik heb het gelezen om tot de vaststelling te komen dat het hier weer maar eens om de zoveelste mix gaat van vermoedelijke waarheden, ongenuanceerde waarheden en soms ronduit foute beweringen. Kort van elk een voorbeeld. Vermoedelijk is het waar dat vanuit de hoek van mensen die aansluiten bij de Gülen-beweging actie gevoerd wordt, vooral in Turkije en wellicht ook in Nederland, tegen adoptie door buitenlandse niet-islamitische gezinnen. Ik weet het niet, maar dat valt geenszins uit te sluiten. Ongenuanceerd waar: er zouden al heel wat mensen binnen politie en justitie in Turkije Gülen’s ideeëngoed gunstig gezind zijn. Wat is daar ongenuanceerd aan?

Tot op heden was een toppositie in Turkije, bij het leger, binnen justitie en binnen de bureaucratie, al decennialang een privilege van kemalistische families, met alle machtsconcentraties en soms ronduit corruptie vandien. (Niemand in het Westen zag daar toen graten in.) Op een ogenblik dat heel wat mensen, vooral intellectuelen, sedert de jaren 90 naar Gülen’s ideeëngoed overgaan, lijkt het me niet abnormaal dat je meer en meer van die mensen ook in die kemalistische bolwerken zal terugvinden.
Is dit infiltratie? Volgens mij is dit gewoon een gevolg van een toenemende democratisering van die diensten, onder druk van o.a.  Europa, waardoor een sociologisch evenwichtiger vertegenwoordiging van de samenleving daarin terug te vinden valt.
Ronduit onwaar zijn dan weer beweringen als zou Saïd Nursi aan de oorsprong staan van de Gülen-beweging. Niet dat daar bezwaar zou tegen zijn, maar het is gewoon niet waar en je moet echt geen expert zijn om dat te weten. Dat Gülen invloeden ondergaan heeft van Nursi, en trouwens ook van anderen, is juist… maar meer niet.

Wat dan weer opviel bij het artikel in De Standaard, was de in dikke letters afgedrukte bewering dat het hier vermoedelijk om een grote indoctrinatiemachine gaat. Akkoord, ‘k geloof dat er een vraagteken bij stond. En verder, heel subtiel, dat KU Leuven een leerstoel heeft, gefinancierd door IDP, en dus gefinancierd door de Gülen-beweging (en dus door die indoctrinatie-machine?). Hoe subtiel kan journalistiek toch tewerk gaan, nietwaar!
En wat doe je dan als lezer van o.a. De Standaard en als leerstoelhouder? Je kan zwijgen en het laten overgaan… Risico: sommige mensen zeggen dan: haha, het was een schot in de roos. Hij reageert zelfs niet.
Je kan ook reageren. Zakelijk. Dit is wat ik, terecht of ten onrechte, gedaan heb. Ik heb een korte Opinie gestuurd, met de vermelding dat ik in het artikel werd vermeld, en de opname in De Standaard van mijn reactie fair zou vinden. Welnu, nothing… Zelfs geen antwoord van ontvangst. Daarom publiceer ik mijn reactie dus hier. En u moet zelf maar oordelen.

Wat is hetgene wat ik zelf ooit meegemaakt heb en dat me ertoe aangezet heeft vertrouwen te hebben in de mensen uit de Gulen beweging?

Vooraf wil ik echter nog iets kwijt wat ik niet in mijn reactie geplaatst had. Toen de leerstoel aan de KU Leuven werd geïnaugureerd, kreeg ik een telefoontje van een De Standaard-journalist die mij noch min noch meer wou laten zeggen dat de Gülen-beweging mij zijn programma opgedrongen had in ruil voor geld. Ik kreeg ook te horen dat evolutietheorie en dergelijke niet zou mogen, enzovoort. Toen ik zei dat ik daar tot op heden niets van ondervonden had, haakte hij af. Nadien hoorde ik dat hij de decaan en de omgeving van het rectoraat in dezelfde zin opgebeld had… Tiens!

En nu mijn Opiniestuk, met weglating van de inleiding:

“Wat is hetgene wat ik zelf ooit meegemaakt heb en dat me ertoe aangezet heeft vertrouwen te hebben in die mensen? Voorgeschiedenis: geloof me of niet, maar als ik ooit bedreigd of onder druk gezet geweest ben vanuit ‘islamitische’ hoek, is het begin jaren ’90 gebeurd vanuit kemalistische hoek. Nadien heb ik begrepen dat dit de periode geweest is van de fameuze Ergenekon-affaire in Turkije, maar dit zou ons te ver leiden.

Later kreeg ik op het Koninklijk Commissariaat van het Migrantenbeleid, waar ik kabinetschef was, bezoek van een Turkse kolonel bij de Nato die me afdreigde dat ik in de kwestie van het woordvoerderschap voor de islam in België het standpunt van de toenmalige Turkse ambassade moest verdedigen. Zoniet ging hij ervoor zorgen dat ik in het kanaal van Brussel zou belanden. Ik hoor het hem nog zeggen: “voor 50.000 frank vinden wij wel een Albanees”.

Andere keren heb ik, als directeur van het CGKR, ook nog wel eens last gehad van islamisten die tot een manifestatie in Molenbeek en aan de Beurs in Brussel hadden opgeroepen tegen mij. Mijn conclusie: net zoals het islamisme, heeft ook het kemalisme niemand lessen te geven over intimidatie. Wat ik vandaag wel nog steeds ondervind, is dat ik heel frequent e-mails ontvang vanuit een bepaalde kemalistische hoek om me te waarschuwen tegen islamisering en anti-westers gedachtegoed bij Gülen. Ik vermoed dat sommige journalisten daar ook heel frequent mails over ontvangen. Voor mezelf heb ik echter uitgemaakt dat ik zal geloven wat ik zie en ondervind, en niet wat men roddelt.

En nu de leerstoel in Leuven. Geloof me, ik zal u informeren als ik me geïndoctrineerd of geïntimideerd voel vanuit de kant van de Gülen-beweging. Echter… tot op heden organiseer ik het onderzoek dat ze financieren zoals ik het zie, en in volle vrijheid. En in de cursus die ik coördineer, nodig ik uit wie ik wil. Ik vermoed dat er tussen de lezers van mijn Opiniestuk mensen zullen zitten die de cursus volgen. Als ze vinden dat dit niet waar is, dat ze het dan laten weten, aan de krant of aan mij.

Geloof me, ik zal u informeren als ik me geïndoctrineerd of geïntimideerd voel vanuit de kant van de Gülen-beweging. Echter…

Wat ondervind ik nog? Ik zie dat er een reeks initiatieven (Beltud, Golden Rose, Betiad, Fedactio, Lucerna) van de grond gekomen zijn in België en Vlaanderen, die gezien kunnen worden als behorend tot de Gülen-beweging. Ik zie dit als een los aaneengekoppeld netwerk van initiatieven, die ‘bottom up’ ontstaan en moreel-religieus vanuit een islamitische ethiek in wisselende mate ‘top down’ geïnspireerd worden. Die initiatieven worden gekenmerkt door een sterke lokale onderlinge netwerking, maar kunnen nogal grondig verschillen per land.

Wat is daar verkeerd aan? Is dit een indoctrinatiemachine? Is een Davids- of een Willemsfonds een indoctrinatiemachine? Verraadt dit een verborgen agenda? Zijn er dan geen ex-leden die wat ontgoocheld kunnen zijn? Kent u een beweging waar dit niet het geval is? En ongetwijfeld zullen daar ook wel eens beheersfouten gemaakt worden…

Maar ten gronde, moet het Westen misschien eens beginnen te leren begrijpen en aanvaarden dat globalisering niet betekent dat alles nog zal lopen zoals het Westen het verwacht vanuit zijn eigen vooropstellingen… en dat er nieuwsoortige bewegingen bij ons aan het opkomen zijn. Blijkbaar hebben sommigen het daar moeilijk mee en moet alles wat niet aan de eigen logica beantwoordt als verdacht voorgesteld worden. Ondertussen stel ik vast dat die initiatieven bij ons, die men ervan verdenkt een sterke Turkse islamitische staat te willen doordrukken, in mijn ogen zelfs te weinig de Turkse taal en cultuur valoriseren, waarmee ik bedoel dat ze daarin terecht veel verder zouden mogen gaan, en dat ik hen nog nooit een démarche heb zien doen die op islamisering van hun omgeving lijkt.”

Als afsluiter wil ik nog het volgende meegeven. Ik hoor ook meer dan eens vertellen dat de evolutieleer door de Gülen-beweging in twijfel getrokken wordt, of dat er banvloeken over homosexualiteit uitgesproken worden. Eerlijk gezegd: ik sluit niet uit dat sommige mensen zo denken die bij de beweging aansluiten.

Trouwens, bij de evangelicals en bij de katholieken heb je ook van alles, hoor. Waarom dus niet in een beweging met enkele honderdduizenden sympatisanten, in meerdere landen en met wisselende betrokkenheid? En er zijn al mensen bij mij gekomen om me vanuit Koerdische hoek te waarschuwen tegen de beweging. Welnu, beste lezer, tot nu toe heb ik daar zelf als persoon allemaal nog niets van ondervonden. En als het ooit zo ver komt, zal ik u informeren.

Ondertussen heb ik mijn buik vol van alle mogelijke roddels, verborgen agenda’s, “double talk” en wat nog allemaal wat verteld wordt als het over een zo complex iets als de islam gaat. Sommigen reduceren het tot enkele Koranverzen, anderen hebben ergens een of andere ervaring met een moslim opgedaan, en hop… de veralgemening volgt in een oogwenk. Sommige niet-moslims mogen er zich, bij zoveel halsstarrige perspectiefvernauwing, echt wel eens vragen beginnen bij stellen.

Dit stuk verscheen oorspronkelijk op: DeWereldMorgen.be

Spanningen tussen AK-partij en Gülen-beweging in Turkije

In Turkije komen stilaan enorme interne spanningen aan de oppervlakte, die ook een invloed zouden kunnen krijgen binnen de Turkse gemeenschappen in de diaspora. Na de Gezi Park-protesten, die premier Erdogan en sommige mensen in zijn omgeving duidelijk zwaar op de maag zijn blijven liggen, wordt een zondebok gezocht. Dit keer wil premier Erdogan blijkbaar de Gülen-beweging zien hangen.

Dit gebeurt via 11 beschuldigingen, die geleidelijk gefantaseerd en de wereld ingestuurd worden en binnenkort vermoedelijk ook via ambassadepersoneel in verschillende kringen van Buitenlandse zaken en van de Veiligheid verspreid zullen worden. Voor deze analyse baseer ik me op http://gyv.org.tr/Haberler/Detay/2455 , een belangrijk opiniestuk verspreid door de Gülen gezinde Journalists and Writers Foundation. (13.08).

In dit Opiniestuk kan men de 11 beschuldigingen (vanuit kringen rond premier Erdogan) lezen, alsook de antwoorden die de Turkse tak van de Gülen beweging hierop geeft.

De 11 beschuldigingen

1: de Gülen beweging ligt aan de basis van de Gezi park protesten in Istanboel. Als bewijs wordt aangevoerd dat Gülen had laten weten dat hij niet gekant was tegen vreedzame democratische protesten. Wat opvalt, is dat de betrokken regeringskringen die de beschuldiging formuleren verzuimen om te vermelden dat Gülen zich krachtig uitgesproken heeft tegen de plunderingen en dat hij zich eveneens gekeerd heeft tegen infiltraties van buiten uit die de protesten trachtten te manipuleren.

2: het zijn rechters die nauw aansluiten bij de Hizmet beweging van Gülen die de aangehouden jongeren die protesteerden vrij snel weer vrij lieten. Enkele rechters die van dergelijke laksheid verdacht werden, werden ondertussen overigens al uit hun post ontslagen.

3: de Gezi Park protesten werden aangewakkerd door Gülen gezinde politiemensen die de tenten van de jongeren die protesteerden in brand staken en die excessief geweld gebruikten.

4: de Gülen beweging zou de staatsgreep in Egypte niet veroordeeld hebben.

5: de Gülen beweging wil vanuit Pennsylvania (waar Gülen verblijft) een alternatieve macht uitbouwen die de legitiem verkozen burgerlijke regering in Turkije wil vervangen. Als bewijs hiervoor wordt aangevoerd dat sommige mensen uit Turkije, ook mensen uit de politiek, soms Gülen nog opzoeken in de VSA.

6: via infiltratie in de administratie probeert de Gülen beweging te delen in de regeringsmacht.

7: de Gülen beweging zou tegen het vredesproces met de Koerden gekant zijn.

8: de Gülen beweging zou gehoopt hebben dat de eerste minister aangehouden zou zijn geweest bij een vroeger incident rond 7 februari.

9: de Gulen beweging zou in het zicht van de volgende verkiezingen een alliantie willen sluiten met bepaalde politieke partijen buiten de AK partij. Als bewijs wordt aangevoerd dat de krant Zaman zich soms kritisch uitgelaten heeft over het feit dat de premier zelfs via Grondwetswijzigingen zijn macht wil bestendigen..

10. de Gülen beweging zou afluisterapparatuur geplaatst hebben in het kantoor van de eerste minister. (Eigenaardig genoeg werd echter nooit een gerechtelijk onderzoek hierover aangevraagd door de premier zelf, alhoewel dat eigenlijk – als het waar is – een heel ernstig misdrijf zou geweest zijn.)

11. waarom komt Fethullah Gülen niet terug uit de VSA naar Turkije? Omdat hij onder invloed staat van de VSA.

De Gülen beweging verdedigt zich tegen de aanklachten

Wat de Gezi park protesten betreft, wijst ze er o.a. op dat zelfs president Gül geprotesteerd heeft tegen het gebruik van excessief geweld tegen de jongeren door de politie, en dat ook ministers uit Erdogans regering afstand genomen hebben van het politiegeweld. Ook wijst ze erop dat rechters en politie in Turkije niet ressorteren onder de bevoegdheid van een beweging uit het middenveld, maar onder de ministers respectievelijk van Justitie en van Binnenlandse Zaken.

Wat de situatie in Egypte betreft, wijst ze erop dat Gülen van een “darbe” (Turks woord voor een putsch) gesproken had door het leger tegen Morsi en erop gewezen had dat problemen in Egypte, als die er waren, anders dan via een ingreep door het leger opgelost moesten worden.

In de Koerdische kwestie claimt de beweging dat zij in steden als Diyarbakir en elders meetings georganiseerd heeft om de dialoog met de Koerden te promoten, en dat Gülen zelf al jaren verdedigt dat het Koerdisch als taal een plaats moet krijgen in het onderwijs. Ook heeft de beweging een privé zender in het Koerdisch opgericht.

De beschuldiging dat de beweging Erdogan graag gearresteerd had gezien, steunt nergens op, aldus de beweging, en is complete onzin. En er wordt inderdaad geen enkele aanwijzing hiervoor vernoemd. Hier komt men dus in de pure paranoia terecht.

Wat het feit betreft dat Gülen in de VSA mensen ontvangt uit Turkije en ook van elders, wijst de beweging erop dat dit een normaal menselijk gegeven is en dat iemand nog altijd mensen mag ontvangen zonder vooraf toestemming te vragen aan de Turkse of aan de Amerikaanse regering. Dat Gülen niet naar Turkije terugkeert, is gewoon een kwestie van gezond verstand… Immers, dit zou in Turkije aanleiding kunnen worden voor een hele reeks manipulaties uit de meest verschillende richtingen.

Onze commentaar

Het is duidelijk dat er een ernstig probleem aan het rijzen is tussen de Gülen beweging en sommige mensen rond Erdogan (uit de regerende AK partij). Nu is een zekere paranoia altijd wel een beetje inherent geweest aan de strategieën in de Turkse binnenlandse politiek, maar de AK partij gaat deze keer toch wel bijzonder ver met enkele van haar verdachtmakingen. Wat ze eigenlijk insinueert, of aan het voorbereiden is als beschuldiging, is dat de Gülen beweging wel eens een terroristische beweging zou kunnen zijn die de macht wil grijpen in Turkije. (Je weet wel: verborgen agenda’s enzovoort, de “klassieke” dooddoeners).

Onze vraag: Zou het kunnen, gelet op het ontbreken van een echte politieke oppositie in Turkije, dat Erdogan die uit islamistische Milli Görüs hoek komt (kringen die nota bene in Europa zelf minder ‘moslimbroeder’ geïnspireerd zijn geworden dan in Turkije), die sector uit het middenveld, namelijk de Gülen beweging, wil uitschakelen die als enigste nog wat kritiek op de regeringsleider durft uiten? (Alhoewel Erdogan zou moeten weten dat de Gülen beweging nog nooit echt tegen de AK partij ingegaan is, vermoedelijk omdat ze ook wel weet dat er momenteel geen echt alternatief voor bestaat. En het valt bijvoorbeeld op dat de corruptie die in bepaalde kringen binnen de AK partij bestaat, zelfs nooit ter sprake wordt gebracht in de met de Gülen beweging sympatiserende media, zo zeer lijkt men er van overtuigd dat de AK partij eigenlijk best de regering blijft vormen).

Ondertussen neemt de Gülen geïnspireerde Journalists and Writers Foundation in haar manifest heel duidelijk als haar positie in, dat ze het interne democratiseringsproces in Turkije wil blijven stimuleren en ook de toetreding van Turkije tot de Europese Unie als een prioriteit blijft zien. Is dit het wat Erdogan, die meer en meer met de moslimbroederschap sympatiseert, dwars zit? Eigenlijk moet gehoopt worden dat het conflict niet uit de hand loopt… want erg veel alternatieven voor de AK partij bestaan er momenteel niet in Turkije en dat weet de Gülen beweging ook, maar hopelijk ontspoort de AK partij niet in islamistische richting. Gevreesd mag echter worden dat de roddelmachines weer overvloedig allerlei “gossip” zullen produceren…

Johan Leman, bron: De Wereld Morgen

Anti-Gülen campagne in Europa

Recent kregen leden van het Europees Parlement een anonieme brief toegestuurd met allerlei vijandige beschuldigingen tegen de in het Turkse soefisme ontstane Gülen beweging. De in het Engels opgestelde brief begint als volgt:

“Ik schrijf deze brief als een menselijk wezen levend in Turkije met de bedoeling om te communiceren met bevriende menselijke wezens. We zijn in gevaar! Wij hebben je hulp nodig! Ons land staat onder controle van een radicale islamitische terroristische organisatie die zichzelf Fethullah Gülen gemeenschap noemt. Hun politieke partij namelijk de AKP heeft stap voor stap een dictatoriaal regime ingesteld in Turkije. Oppositie is niet meer toegelaten. De media staan onder controle. (…). Enzovoort.
Opvallend in de brief is dat de Gülen beweging als heel nauw verbonden voorgesteld wordt met de AK partij van Erdogan, en deze op haar beurt met de islamistische broederschappen in Syrië geassocieerd wordt. Europa wordt gewaarschuwd tegen een beweging die vergelijkbaar is met het nazisme in de jaren 30 in Europa.

Context.
Het valt op dat de brieven en artikelen-campagne in Europa gebeurt op een moment dat de onlusten bezig zijn in Istanboel en elders in Turkije. Van die onlusten kan men met enige waarschijnlijkheid zeggen – en hier deel ik de mening van de Turkse socioloog Ferhat Kentel – dat zij heel spontaan begonnen zijn, uitgaande van moderne jongvolwassenen en jongeren die het niet nemen dat premier Erdogan steeds meer Poetin-neigingen begint te vertonen en de vrijheden gaat inperken. Hun protest is terecht. Het valt me op dat ik ook in kringen van de Gülen beweging al een jaar lang kritiek hoor op Erdogan en die gaat in dezelfde richting: de man is te autoritair, is aan de macht verslaafd en wil zelfs de Constitutie ‘ad personam’ aanpassen om zijn macht te continueren. Wat echter ook opvalt, is dat vandaag andere mensen zich in die onlusten zijn gaan mengen, die duidelijk een andere agenda hebben. Ze willen dat zo snel mogelijk enkele doden vallen… zodat het leger een aanleiding krijgt om de macht over te nemen, op zulk een wijze dat het Westen ermee instemt.

Analyse.
Hier willen we het echter niet hebben over wat in Turkije gebeurt, maar over hetgeen in Europa in Turkse kringen aan de hand is. De brief aan de Europarlementariërs is immers geen alleen staand feit. Enige tijd geleden zijn er de artikels geweest in het Duitse “Der Spiegel”, die duidelijk ook de bedoeling hadden de Gülen beweging te discrediteren, en nu onlangs ook enkele voorvallen in Nederland. Wat opvalt is dat daarbij telkens heel veel geïnsinueerd en gedesinformeerd wordt. Uiteraard weet ik niet alles dat zich in de Gülen beweging afspeelt, maar enkele gegevens uit de verspreide informatie die ik zelf heb kunnen toetsen, stemmen op geen enkele wijze met de werkelijkheid overeen. Ondertussen heb ik zelf ook ondervonden dat veel e-mail berichten, anonieme en andere, tegen de Gülen beweging rond gestuurd worden. Ik kan er zo stilaan zelf een bloemlezing over publiceren.

Conclusie.
Er is dus wel degelijk een campagne bezig tegen de Gülen beweging. Vraag: door wie georganizeerd en waarom? Als het waar is dat een goede methode om te weten wie er achter zit, erin bestaat om na te gaan wie daar baat bij heeft, dan lijkt de meest waarschijnlijke verklaring de volgende. Het is duidelijk dat de harde kern van deviante kemalisten die zich indertijd rond Ergenenekon (vergelijkbaar met Gladio bij ons vroeger) georganiseerd heeft, en na de tweede wereldoorlog 40 jaar machtsposities en rijkdom opgebouwd heeft, met lede ogen ziet hoe haar macht in Turkije ondermijnd wordt, onder andere door de invloed van de Gülen beweging op het Turkse middenveld. Dààr heeft men er alle belang bij om de Gülen beweging als islamistisch voor te stellen zodat haar populariteit in het Westen zou tanen en ook intellectuelen in Turkije zouden aarzelen. Vervolgens leeft er in het Westen hoe dan ook enige twijfel over alles wat er in islamitische hoek, in Turkije en omringende landen, beweegt. Wanneer beide bewegingen, het Europese islamo-scepticisme en het Ergenekon gerelateerde kemalisme (dat sterk aanwezig is in Nato-kringen) mekaar kunnen vinden, lijkt dit een eerste mogelijke netwerk waar de oorsprong van de anti-Gülen geschriften kan gezocht worden.
Kan dit een invloed hebben op de manier waarop de Gülen beweging in Europa gepercipieerd wordt? Absoluut. Aangezien de Gülen beweging absoluut niet het monolitisch blok is, zoals haar opponenten haar graag voorstellen, kunnen sommige van haar leden, intellectuelen en businessmen, gaan aarzelen. “Waar er rook is, is er vuur,” is ook een Turks gezegde. Mensen die niet echt volop geëngageerd zijn, kunnen het veilige voor het onveilige verkiezen. En ook bij de mensen die geen lid zijn, maar gewoon enige sympathie voelen, kan twijfel ontstaan.

Zijn we wel zo zeker over wie ze zijn?
Daarom mijn advies aan mijn vrienden in de Gülen beweging:
1. neem duidelijk afstand van de Poetin-neigingen van premier Erdogan en bewaar duidelijk uw afstand van de AK partij;
2. spreek u duidelijker dan tot vandaag het geval is uit voor het respect van de Koerdische culturele diversiteit;
3. stel u prioritair en consequent op als een middenveld beweging, die zich met de hoogst mogelijke transparantie laat kennen.
In een extreem gepolariseerd Turkije is het bijzonder moeilijk om vandaag niet gevat te worden in een polariserend proces dat op een clash tussen extremen aanstuurt, maar dit zou voor de Gülen beweging een reden te meer moeten zijn om heel duidelijk een partijpolitiek-neutrale middenkoers aan te houden.

Johan Leman

PS. je moet voor de lol ook eens de gedachtekronkels van Vlaamse journalisten volgen als het over de Gülen beweging gaat… De betere versie dan nog! Tracht die “Vlaamse” etnocentrische kronkels dan wel eens heel objectief en zakelijk te analyseren…

Voorbeeld: nieuwe feiten d.d. 10 april… (zoek het op via VRT radio).

Aanleiding tot het bericht:
In Nederland is de Yünüs rel uitgebroken, een adoptiekind geplaatst bij een lesbisch koppel. De VRT journalist deelt mee dat dit volgens een Nederlands artikel (klakkeloos overgenomen door De Standaard) te wijten is aan de Gülen beweging.
Journalist Vermeiren hierover opgebeld in Turkije begint met te zeggen dat over het geval Yünüs in Turkije eigenlijk al heel wat te doen is. Hij zegt niet dat dit op de Gülen beweging teruggaat. Alle Turkse media berichten er immers over. En dan, gevraagd naar de Gülen beweging, meldt de journalist dat er wellicht 10 à 15 miljoen leden zijn. “Zonder lidkaart?”, vraagt de VRT. De journalist bevestigt: “een beweging zonder lidkaart”. Oeioeioei, … De VRT journalist doet heel verwonderd. (wat mij betreft, ik wil nota bene de socialisten of nationalisten in Vlaanderen niet tellen, die geen lidkaart hebben…). Conclusie van de VRT journalist: het moet toch wel een “schimmige beweging” zijn… want: “geen lidkaart”. “Een vage beweging,” wordt aan de andere kant van de lijn bevestigd. Geen van beiden denkt er blijkbaar aan dat men bv in de islamitische traditie even zou kunnen nagaan wat daar bedoeld wordt met een “haraket” (beweging)! Puur euro-centrisme dus oude stijl.
En hoe zit het met de financiering, vraagt de VRT. Er wordt verwezen, niet naar een doctoraatsthesis die hierover gepubliceerd is aan Houston university (VSA), ondertussen alom bekend bij wie zich ook maar een heel klein beetje aan de beweging interesseert, maar naar een vaag antwoord tijdens een persconferentie in Istanboel door iemand die tot een groepering behoort die aanleunt bij de beweging. Alsof zo iemand had moeten weten hoe 10 à 15 miljoen mensen bij een beweging financieel aaneenhangen. Journalistiek prutswerk dus.
En dan, de gelekte video-opname… waar de omgeving van Gülen onmiddellijk in harde woorden afstand had van genomen omdat het een “manipulatie” zou geweest zijn. Om dan te eindigen met een interview dat de journalist ooit had met één meisje… (uit de 10 à 15 miljoen), dat ontzettend conservatief bleek te zijn en het cliché dat je daar (bij die 10 à 15 miljoen?) niet over de evolutietheorie moet beginnen.

Ik eindig: al bij al deed Dirk Vermeiren, de journalist in Turkije, een ernstige inspanning om objectief en zakelijk te blijven… maar de gehele geheimdoenerij in de toonaard waarin het interview vanuit “nieuwe feiten” geplaatst werd, was m.i. typerend voor een weinig zakelijke benadering van wat in mijn ogen een van de meest interessante bewegingen is in de Islam. En als we zoiets nog niet eens zakelijk en niet-eurocentrisch kunnen benaderen, dan stel ik me vragen over hoe we het dan doen als we over Chinezen, en vele andere niet-Europeanen berichten. Ze allemaal een geheime agenda toeschrijven?

Bron: Foyer.be

 

Notice: Trying to access array offset on value of type bool in /www/wp-content/themes/Divi/epanel/custom_functions.php on line 499

Enkele beschuldigingen jegens de Gulenbeweging en antwoorden hierop

Reactie van de Stichting van Journalisten en Schrijvers op de beschuldigingen gericht tegen de Hizmetbeweging.

Er is recent weer een op onjuiste informatie gebaseerde actie op touw gezet met als doel de Hizmetbeweging in een kwaad daglicht te stellen. Deze lastercampagne is nog steeds groeiende en vindt zijn weg voornamelijk via de sociale media. De stelregel dat “Wie stelt moet bewijzen!” wordt genegeerd of afgedaan met de bewering dat “dergelijke zaken niet bewezen kunnen worden”. Alhoewel dit soort beweringen reeds eerder vele malen is weerlegd, voelt de Stichting van Journalisten en Schrijvers zich verantwoordelijk om het publiek van eerlijke informatie te voorzien.

Beschuldiging 1: ‘De Hizmetbeweging zat achter de Gezipark protesten.’

De verschillende verklaringen van Fethullah Gülen met betrekking tot deze protesten, en de houding van de Hizmetbeweging jegens dit soort incidenten maken duidelijk dat deze aantijging ongefundeerd is.

In het kader van de democratie en op basis van haar democratische betrokkenheid staat de Hizmetbeweging niet negatief tegenover het recht op een vreedzaam protest. Echter, gezien het feit dat dergelijke protesten soms escaleren en uitmonden in een geweldsuitbarsting en/of worden misbruikt ten behoeve van andere doeleinden, moedigt de Beweging haar leden niet aan om hieraan deel te nemen.

Bij aanvang verliep het protest volledig vreedzaam. De aanleiding voor dit protest was het milieu. Mensen van alle rangen en standen, waaronder een aantal mensen dat nauwe banden onderhoudt met de regerende partij, steunden in de beginfase het protest. Het kan heel goed zijn dat mensen die de Hizmetbeweging steunen in deze fase positief tegenover de protesten stonden vanwege hun persoonlijke voorkeuren en hun betrokkenheid bij het milieu. Hieruit kan echter op geen enkele manier worden afgeleid dat de Hizmet de protesten heeft aangewakkerd of op enigerlei wijze betrokken was bij een complot dat de basis vormt voor de protesten.

In een toespraak waarin onze erevoorzitter Fethullah Gülen verklaarde dat men zich niet in neerbuigende termen als ‘capulcu’ (‘rovers’ of ‘plunderaars’) over de protestanten zou moeten uitlaten, gaf hij verder aan dat de protesten, die in eerste instantie schuldig waren, in een later stadium werden uitgebuit en misbruikt door derden met kwaadwillende motieven, en dat sommige internationale mediabedrijven het nieuws op een bepaalde, eenzijdige manier uitzonden, zodat de aard van de protesten als vijandig ten opzichte van Turkije zouden worden geïnterpreteerd (http://www.herkul.org/herkul-nagme/323-nagme-taksim-gezi-parki-hadiseleri-ve-problemlerin-temeli/).

Een groot aantal mensen met verschillende achtergronden stond positief tegenover de betrokkenheid met het milieu van de protestanten en wezen het excessieve geweld tegen hen in de beginfase af. De uitspraak “de stembus is niet alles” van president Abdullah Gül, de verontschuldiging van vicepremier Bülent Arinç, de uitspraak van Minister van Cultuur Ömer Celik “de boodschap is overgekomen”, de uitspraak van Minister van Onderwijs Nabi Avci “we hebben de volledige oppositie samengebracht”, het artikel van EU Minister Egemen Bağış in de New York Times waarin hij de Gezipark protesten omschrijft als een weerspiegeling van “pluraliteit en democratie”, en ten slotte het verslag van prof. dr. Idris Bal, afgevaardigde van de AK Partij en parlementslid, waarin hij verklaart dat “de regering een strategische vergissing heeft begaan” als reactie op de Gezipark protesten, verschillen niet zoveel van de visie van de Hizmetbeweging op deze zaak.

Onmiddellijk na de Kazlıçeşme bijeenkomst die naar aanleiding van de aanhoudende Gezipark protesten werd gehouden, nam premier Erdogan deel aan de eindceremonie van de Turkse Olympiade. In zijn toespraak betuigde hij eer aan de Hizmetbeweging vanwege haar verdiensten. Aangezien de premier toegang heeft tot alle informatie die alle inlichtingendiensten in Turkije verzamelen, zou hij het niet in zijn hoofd hebben gehaald om de Hizmetbeweging eer te betuigen, als hij enig vermoeden zou hebben gehad dat de Hizmetbeweging betrokken was bij het ‘Gezipark-complot’.

Beschuldiging 2: ‘Gezipark protestanten werden vrijgelaten door rechters en aanklagers die nauwe banden onderhouden met de Hizmetbeweging.’

Alle aanklagers en rechters zijn staatsambtenaren en vallen onder toezicht van de Hoge Raad van Rechters en Aanklagers (HSYK). In het geval van onregelmatigheden of vergissingen tijdens het uitvoeren van hun taken, ligt de eindverantwoordelijkheid volledig bij het Ministerie van Justitie en de HSYK.

Bovendien is het dankzij een groot aantal nieuwsberichten in het verleden bekend dat de leden van het rechtswezen die werden beschuldigd van banden met de Hizmetbeweging te hebben, uit hun functie zijn gezet.

Nog niet zo heel lang geleden hebben de hoeders van het ‘Oude Turkije’ getracht de legitimiteit van het ‘Ergenekon Proces’ te ondermijnen door te beweren dat zich achter de schermen een ‘pro-Gülen’ rechterlijke macht had gevormd. Hoe ironisch is het dat degenen die toentertijd klaagden over de langdurige detentieperioden tijdens rechtszaken, zichzelf nu tegenspreken door de rechtbanken te veroordelen om het feit dat ze de Gezipark protestanten niet in hechtenis namen. De beschuldigingen worden openbaar gemaakt door andere kringen. Er wordt echter op geen enkele wijze op gereageerd, noch worden ze verworpen.

Beschuldiging 3: ‘Dat de protesten uit de hand zijn gelopen, is het gevolg van het gewelddadige optreden van politieagenten die betrokken zijn bij de Hizmetbeweging.’

Hoeders van de wet zijn staatsambtenaren die vallen onder het gezag van het Ministerie van Binnenlandse Zaken. Het is volstrekt onlogisch om een maatschappelijke beweging verantwoordelijk te stellen voor de acties van hoeders van de wet die onder de bevoegdheid vallen van, en verantwoording afleggen aan de regering.

Bovendien werd later duidelijk dat alle strategische beslissingen met betrekking tot de protesten van meet af aan door de regering waren genomen, en dat de tenten in brand waren gestoken door plaatselijke gemeenteambtenaren.

Premier Erdogan verklaarde publiekelijk dat hij de politieambtenaren persoonlijk had geïnstrueerd met betrekking tot de incidenten. Hij verklaarde tevens dat hij volledig achter de reactie van de ambtenaren staat en prees hen voor het correct uitvoeren van hun taak.

Beschuldiging 4: ‘De Hizmetbeweging is niet tegen de staatsgreep in Egypte.’

Hoe kan een beweging die slachtoffer is bij iedere staatsgreep die plaatsvindt niet tegen staatsgrepen zijn. Het moge duidelijk zijn dat dit soort beweringen worden gedaan om de reputatie van de Beweging in diskrediet te brengen. Een beweging die jarenlang veroordeeld is omdat zij afwijzend stond tegenover staatsgrepen zal niet plotseling veranderen in een voorstander van staatsgrepen in welke context dan ook.

Wellicht ten overvloede  maar wij willen hierbij nogmaals benadrukken dat de militaire interventie tegen de rechtmatig gekozen president Morsi in Egypte een staatsgreep is die onder geen beding mag worden goedgekeurd.

Fethullah Gülen hield een toespraak naar aanleiding van de gebeurtenissen in Egypte waarin hij zei: “De democratie krijgt opnieuw een klap te verduren’ (waarin hij het Turkse woord ‘darbe’ gebruikte voor ‘klap’, dat in het Turks tevens ‘coup’/’staatsgreep’ betekent) (http://www.herkul.org/herkul-nagme/352-nagme-misirda-darbe-ve-ramazanda-tevbe/).

Gülen verklaarde nadrukkelijk dat de dag dat de Egyptische President Morsi binnen een jaar uit zijn macht is gezet, omdat ‘hij fouten heeft gemaakt’, zoals ook het geval was bij de Turkse staatsgrepen van 27 mei 1960, 12 maart 1971 en 12 september 1980, als een zwarte dag de geschiedenisboeken in zal gaan.

Geen van de mediabedrijven die betrokken zijn bij de Hizmetbeweging, hebben een positieve redactionele houding aangenomen ten opzichte van de Egyptische coup; sterker nog, alle aan deze mediaorganen gerelateerde medewerkers die verslag uitbrachten van de coup waren duidelijk negatief kritisch. Dezelfde mediabedrijven stonden ook kritisch tegenover de immorele houding die sommige Westerse politici ten opzichte van de staatsgreep hadden aangenomen.

Beschuldiging 5: ‘De weg naar een alternatieve macht leidt door Pennsylvania. Degenen die streven naar een macht die de regering vervangt bezoeken Gülen.’

Het is even onjuist als misleidend om bezoekjes aan een opinieleider die door burgers uit verschillende lagen van de bevolking wordt gerespecteerd, af te schilderen als een poging om een alternatieve macht op te bouwen. Dit zou in strijd zijn met de doelen en de waarden van Gülen, een man die, mits zijn gezondheid het toeliet, zijn hele leven voor iedereen klaar stond en die altijd de dialoog is aangegaan met mensen vanuit alle lagen van de bevolking. Vele mensen met diverse achtergronden bezoeken Gülen om veel verschillende redenen, zo ook leden van de regerende partij.

Bovendien maakt men een grote vergissing door de aard van de contacten van Gülen met mensen af te doen als zuiver politiek. Daarmee doet men de dynamiek en de diepgang ervan ruimschoots te kort.

In het verleden waren er mensen die Gülens aanwezigheid in zijn eigen land als storend ervoeren. Blijkbaar vinden zij het eveneens storend dat mensen hem in het buitenland bezoeken. Dit is in strijd met de democratische rechten van een vrij persoon en heeft veel weg van een vervolgpoging om Gülen af te zonderen van anderen (door de indruk te wekken dat degenen die hem bezoeken dit uit politieke overwegingen doen).

Beschuldiging 6: ‘Via infiltratie in de bureaucratie probeert de Hizmetbeweging te delen in de regeringsmacht.’

In een democratie verkrijgen en verliezen regeringen de macht door middel van verkiezingen. Tussen de verkiezingen door hebben burgers en maatschappelijke organisaties het recht om kritiek te uiten en suggesties te doen. Dit kan derhalve niet worden gezien als bemoeienis met de regering.

Controle van de rechtmatig gekozen regering is één van de uitgangspunten van een participatieve democratie binnen het kader van de Europese Unie, waar Turkije deel van wil uitmaken. De maatschappij neemt deze verantwoordelijkheid met hulp van maatschappelijke organisaties, oppositiepartijen en de vrije en kritische media.

Insinueren dat maatschappelijke organisaties die suggesties doen of kritiek uiten de regering omver willen werpen, de politieke macht willen delen of zeggen dat ze ‘zich niet moeten mengen in de politiek’, ze ‘een politieke partij moeten oprichten’, of dat ze ‘moeten wachten tot de volgende verkiezing’, druist volledig in tegen de aard, normen en waarden van democratische systemen en is absoluut onacceptabel.

Bovendien zijn er veel mensen met veel verschillende achtergronden die de principes en de idealen van de Hizmetbeweging in hun levenswijze hebben geïntegreerd. Het is derhalve niet meer dan logisch dat ook deze mensen hun basisrechten opeisen als burgers in een democratisch land, zich ontwikkelen en bepaalde posities bereiken binnen de overheidsdienst.

Het is onjuist om degenen die hebben gekozen om een functie te bekleden binnen de overheid van hun eigen land af te schilderen als figuren die ‘de staat omver willen nemen’, ‘in de regering infiltreren’, ‘de leiding over willen nemen’ of ‘een parallelle regering willen opzetten’, ongeacht hun persoonlijke visie of levenswijze. Dit soort beschuldigingen en op deze wijze in diskrediet brengen van mensen, doen denken aan het ‘Oude Turkije’.

Ambtenaren moeten uiteraard gehoorzaam zijn aan hun gekozen leidinggevenden (mits niet strijdig met de wet). Ambtenaren die de wet mogelijk overtreden of weigeren hun politieke leidinggevenden te gehoorzamen dienen derhalve nagetrokken te worden en, indien nodig, geschorst of aangeklaagd.

Echter, indien er getracht wordt de verschillende overheidsdiensten te ontdoen van een bepaald ‘soort’ mensen of maatschappelijke ‘segmenten’ gebaseerd op de bewering dat zij ‘de leiding over willen nemen’ of ‘uit zijn op politieke macht’, zoals in het verleden is gebeurd, dan overtreedt men de meest fundamentele principes van de wet en democratie. De politieke en bestuurlijke beslissingen van de door het volk gekozen regering moeten natuurlijk worden gerespecteerd; echter het bestempelen van mensen (wat in strijd is met de Turkse Constitutie) als ‘sympathiserend met de Hizmetbeweging’ en hen op grond daarvan uit hun functie zetten, is uitermate ondemocratisch en onrechtmatig.

Beschuldiging 7: ‘De Hizmetbeweging is tegen het vredesproces met de Koerden.’

De Hizmetbeweging heeft dit vredesproces van meet af aan ondersteund. Fethullah Gülen, onze erevoorzitter, zei al in het beginstadium dat ‘vrede goed is en dat het goede in vrede is’ (http://www.herkul.org/herkul-nagme/195-nagme-sulh-hayirdir/).

Gülens verklaringen van ver voor het vredesproces, en die van erna, zijn duidelijk en ondubbelzinnig. Gülen heeft zijn visie op deze kwestie duidelijk naar voren gebracht in zijn lezingen en recent in een interview met de Rudaw krant in Erbil (http://www.zaman.com.tr/yorum_hak-ve-hurriyetler-pazarlik-konusu-olamaz_2103914.html ). In bovengenoemd interview geeft hij bijvoorbeeld heel duidelijk weer dat onderwijs in iemands moedertaal een basisrecht van de mens is en derhalve nooit ter discussie kan worden gesteld.

Echter, suggesties of waarschuwingen met betrekking tot het verloop van het vredesproces kunnen niet worden beschouwd als afwijzing van het vredesproces zelf. Integendeel, ze zouden gezien moeten worden als een zienswijze, bedoeld om het vredesproces te laten slagen.

De Stichting van Journalisten en Schrijvers heeft vele bijeenkomsten in verschillende steden, waaronder Diyarbakir en Erbil, georganiseerd rondom de Koerdische kwestie. Hizmet gerelateerde scholen hebben zich de afgelopen twee decennia beziggehouden met het aanbieden van onderwijs in het Koerdisch in het Koerdische gedeelte van Irak. Het eerste legale particuliere TV station dat in het Koerdisch uitzond is eveneens opgericht door ondernemers die zijn geïnspireerd door de Hizmetbeweging.

Als een dergelijke houding ten opzichte van de Koerdische kwestie zo openlijk en duidelijk wordt geuit door de Hizmetbeweging, dan is er sprake van onrechtvaardigheid en een duidelijke poging om het publiek te misleiden wanneer wordt gesuggereerd dat de Hizmetbeweging achter het KCK-onderzoek zit, een onderzoek dat overduidelijk wordt gesteund door de regering van de AK Partij.

Beschuldiging 8: ‘De Hizmetbeweging was voornemens de premier te laten arresteren inzake het incident van 7 februari.’

Degenen die deze bewering doen zijn niet in staat om ook maar één plausibel, rationeel of overtuigend argument te noemen dat verklaart wat de Hizmetbeweging denkt te kunnen bereiken met de arrestatie van de premier, en waarom, na zo hard te hebben gewerkt voor een constitutionele hervorming in het referendum van nog maar 9 maanden geleden, de Beweging plotseling een dergelijke stap zou willen zetten.

De Hizmetbeweging en de mediaorganisaties die worden geacht ‘nauwe banden’ te onderhouden met de Beweging hebben alle pogingen tot democratisering van Turkije en alle pogingen om de structuur en de relaties van de diepe staat van Turkije aan het licht te brengen altijd gesteund. Om die reden heeft de Beweging en hebben verschillende mediaorganisaties het ‘Ergenekonproces’ gesteund. Om diezelfde reden hebben sommige Hizmet gerelateerde mediaorganisaties positief gereageerd op het KCK gerelateerde MIT onderzoek; zij zagen een onderling verband tussen deze processen en grootschaliger pogingen tot democratisering van Turkije. Dit bewijst echter geenszins dat er sprake was van een samenzwering tegen de premier.

Het is algemeen bekend dat zelfs de hoofdofficier van justitie van het Hooggerechtshof, laat staan de lager in rangorde staande officier van justitie, in Turkije niet de bevoegdheid heeft om een zaak aan te spannen tegen de premier of tegen welke minister dan ook. De bewering dat ‘de premier gearresteerd zou gaan worden’ is dan ook misplaatst.

Het is onduidelijk waarom AK-parlementsleden en -bestuurders die juridisch zijn onderlegd dit soort ongefundeerde roddels en beschuldigingen kritiekloos aannemen.

Bewering 9: ‘De Hizmetbeweging wil een verkiezingsverbond sluiten met bepaalde politieke partijen en mensen.’

Feit is dat de Hizmetbeweging tot op de dag van vandaag nimmer een verbond heeft gesloten met een politieke partij of persoon, en niet voornemens is dit ooit te gaan doen.

Een verbond sluiten met een politieke partij druist in tegen de stellingname van de Beweging om buiten de politieke arena te blijven en tegen het feit dat de Beweging sympathisanten heeft uit alle politieke partijen met allerlei verschillende politieke visies.

Hoewel de Hizmetbeweging geen verbonden sluit met politieke partijen, steunt zij beleidsvormen en acties die gestoeld zijn op democratie, pluralisme, mensenrechten, vrijheid van religie en geloof, en de wet, welke partij deze ook voorstelt, zonder hierbij een partijdige houding aan te nemen. Dit is niet louter een democratisch recht maar ook een verantwoordelijkheid die zij heeft te nemen ten opzichte van Turkije en de volgende generatie. Mocht sprake zijn van beleidsvormen en acties die indruisen tegen bovengenoemde waarden, dan zal de Beweging niet nalaten om daar kritisch over te zijn en suggesties te doen, wederom zonder een partijdige houding aan te nemen. Dit is een benadering die het nationale belang van Turkije respecteert en koestert, gebaseerd op een aantal principes, en staat volkomen los van partijpolitiek.

Bewering 10: ‘Het afluisterapparatuur in het kantoor van de premier was daar geplaatst door mensen die nauwe banden onderhouden met de Hizmetbeweging.’

De Beweging is niet betrokken bij een strijd tussen verschillende staatselementen en kan dus niet worden geraakt door beweringen dat iemand binnen de Beweging ‘de premier heeft afgeluisterd’ tijdens privégesprekken.

Het geeft stof tot nadenken dat de kwestie niet is doorverwezen naar justitie en dat er geen actie is ondernomen met betrekking tot deze duidelijke misdaad. Het feit dat roddels en artikelen die twijfel willen zaaien omtrent de Hizmetbeweging vrij mogen circuleren, en dat degenen die hier verantwoordelijk voor zijn niet worden aangeklaagd of vervolgd, doet vermoeden dat sprake is van motieven die niet welwillend zijn te noemen.

Het is de verantwoordelijkheid van de regering en justitie om deze kwestie tot op de bodem uit te zoeken, de verantwoordelijken op te sporen en hier duidelijkheid over te verschaffen.

Bewering 11: ‘Waarom keert Fethullah Gülen niet terug naar Turkije? Zijn verblijf daar bewijst dat hij wordt beïnvloed door de VS.’

Degenen die deze bewering doen, beweerden jaren geleden hetzelfde toen hij nog in Turkije woonde. Zij stellen ook dat de VS de baas is over alle delen van de wereld. Als we hier vanuit gaan, dan is het voor Gülen toch onmogelijk om aan de invloed van de VS te ontsnappen, al zou hij terugkeren naar Turkije? Deze mensen beschuldigen mensen die nog nooit een voet in de VS hebben gezet van precies hetzelfde als waar ze Gülen van beschuldigen. Feit is dat er zelfs figuren waren die beweerden, met name in de beginjaren van de partij, dat de AK-Partij een door de VS geleid project was,

Gülen heeft vele malen een verklaring afgelegd waarom hij niet terugkeert naar Turkije. Hij heeft verklaard dat hij vreest dat zijn terugkeer naar, en aanwezigheid in, Turkije in sommige kringen kan worden aangewend om problemen te veroorzaken en waar mogelijk de democratische verworvenheden van Turkije ongedaan te maken. Daarom zegt hij niet terug te zullen keren naar Turkije totdat deze zorgen zijn weggenomen, ondanks zijn sterke verlangen om verenigd te worden met zijn geboorteland.

Bovendien heeft Gülen gezegd, gezien de snel veranderende agenda van Turkije en de media-aandacht die hij zonder twijfel zou trekken, dat “degenen die mij in het verleden hebben aangeklaagd, die via de media een lastercampagne tegen mij op touw hebben gezet om de aandacht af te leiden van de staat, die mij met van alles en nog wat hebben beschuldigd, die mij buiten het rechtswezen om wilden executeren, dit opnieuw zullen doen als ik terugkeer. Ik denk dat het na een bepaalde leeftijd moeilijk is om terug te keren naar een plaats waar ik steeds opnieuw dezelfde dingen naar mijn hoofd geslingerd krijg”. Zelfs als Gülen in een ander land dan de VS zou wonen, zou hij geconfronteerd worden met beschuldigingen van een gelijke aard als waar hij vandaag de dag mee wordt geconfronteerd.

Degenen die bovenstaande beschuldigingen uiten geven blijk van hun kwaadaardige intenties door te zeggen dat ze “met één aanklager en drie politieagenten kunnen verklaren dat deze Beweging een terroristische organisatie is om ze op die manier voorgoed het zwijgen op te leggen”. Sommigen interpreteren de beslissing van de regering om de particuliere voorbereidingscursussen voor de universiteit te sluiten als een manier om de Beweging een les te leren. Sommigen beweren dat de ambtenaren die beschouwd werden als sympathisanten van de Hizmetbeweging uit hun functie zijn gezet. Het is zeer betreurenswaardig dat dit alles erg doet denken aan de diepe staat praktijken en het proces van de postmoderne staatsgreep van 28 februari 1997.

De Hizmetbeweging heeft zich tijdens het uitvoeren van haar activiteiten altijd gehouden aan de wet. De bewering dat sommige aan de Beweging gerelateerde instellingen, die door de oprechte opoffering van gewone mensen konden worden opgericht en tot vandaag de dag een grote bijdrage leveren aan de maatschappij, door de regering worden opgedoekt om de Beweging op haar plaats te zetten, een lesje te leren, kan door geen enkel weldenkend en gewetensvol mens serieus worden genomen.

Kort samengevat, de Hizmetbeweging streeft ernaar de mensheid te dienen. Zij bestaat uit opofferingsgezinde en onbaatzuchtige vrijwilligers die door leiders en gewone mensen in alle 150 landen waarin de Beweging actief is, altijd met open armen zijn ontvangen. De Beweging is nimmer betrokken geweest bij een activiteit of project dat in strijd is met democratie, mensenrechten of de wet van het land waarin ze actief is. Betrokkenheid bij dergelijke activiteiten is voor de Beweging niet mogelijk zonder de aard van de Beweging volledig en onherkenbaar te veranderen, nu niet en in de toekomst niet. De Hizmetbeweging bestaat uit mensen, en waar mensen zijn worden fouten gemaakt. Dit is een natuurlijk gegeven. Daarom staat de Beweging niet alleen open voor kritiek, maar stimuleert zij de mensen die de moeite nemen kritiek te bieden, en verwelkomt zij hen oprecht. Dit alles in beschouwing genomen, is het onmogelijk om te zwijgen over de lastercampagnes met als doel het in een kwaad daglicht stellen van de Beweging en al haar activiteiten. Het doel van dit persbericht is niet het in de kiem smoren van opbouwende kritiek; het is bedoeld om een bijdrage te leveren aan een gezonder platform om dit soort kwesties te bespreken.

 

Stichting van Journalisten en Schrijvers (GYV)