Dit moeten wij, moslims, afwijzen – Fethullah Gulen in NRC

Dit moeten wij, moslims, afwijzen – Fethullah Gulen in NRC

Moslims, zegt Fethullah Gülen, wij moeten de door terroristen gepropageerde ideologie categorisch afwijzen en veroordelen. En wij moeten zelf voorbeeldig leven, en alert blijven op onze jeugd.

door: Fethullah Gülen
datum: 19 december 2015
in: NRC

[divider]

Fethullah Gülen is een Turkse islamgeleerde en de inspiratiebron van de Hizmet-beweging, ook wel bekend als Gülen-beweging. Time riep hem in 2013 uit tot een van de honderd invloedrijkste personen ter wereld.

[divider]

Woorden schieten te kort om uiting te geven aan mijn verdriet en afkeer over de onder meer door IS aangerichte bloedbaden. Samen met zo’n 1,5 miljard andere moslims ben ik diep gefrustreerd dat zulke groeperingen met hun geperverteerde ideologie terreur bedrijven uit naam van religie. Wij moslims hebben een bijzondere verantwoordelijkheid – niet alleen om met onze medemens de handen ineen te slaan en zo de wereld te behoeden voor terrorisme en gewelddadig extremisme, maar ook om het besmeurde imago van ons geloof te herstellen.

Het ware geloof wordt niet bepaald door slogans, kleding of uiterlijkheden; de lakmoesproef bestaat uit naleving van de kernwaarden die alle grote religies wereldwijd delen, zoals de onschendbaarheid van het leven en respect voor de waardigheid van alle mensen.

We moeten de door terroristen gepropageerde ideologie categorisch afwijzen en veroordelen. In plaats daarvan moeten we een plurale denkwijze naar voren schuiven. Immers, onze gemeenschappelijke menselijkheid komt vóór onze etnische, nationale of religieuze identiteit. De Franse burgers die in Parijs het leven lieten; de Libanese shi’itische moslims die een dag eerder in Beiroet omkwamen; de vele soennitische moslims in Irak die door dezelfde terroristen werden omgebracht – zij zijn op de eerste plaats allen menselijke wezens.

Onze beschaving kent geen vooruitgang zolang we het lijden van mensen, ongeacht religie of etniciteit, niet even tragisch vinden en niet met eenzelfde vastberadenheid daarop antwoorden.

Moslims moeten samenzweringstheorieën verwerpen. Zulke theorieën hebben er immers slechts toe geleid dat we onze sociale problemen niet onder ogen zien. We moeten juist de échte problemen aanpakken. Vormen onze gemeenschappen een vruchtbare voedingsbodem voor totalitaire groeperingen omdat we het autoritarisme in onszelf niet herkennen, door huiselijk geweld, verwaarlozing van onze jeugd en het gebrek aan opleidingen? En ons falen om basale mensenrechten en vrijheden na te leven, om een rechtstaat en plurale denkwijzen binnen onze gemeenschappen te implementeren? Heeft dat ertoe geleid dat jongeren alternatieve wegen bewandelen?

De recente tragedie in Parijs is de zoveelste die ons eraan herinnert dat de barbaarse daden uit naam van ons geloof krachtig verworpen moeten worden. Echter, op dit kritieke moment zijn afwijzing en veroordeling niet voldoende: het rekruteren van terroristen binnen moslimgemeenschappen moet worden bestreden door een effectieve samenwerking tussen de overheid, religieuze leiders en spelers uit het middenveld van de samenleving.

We moeten met onze gemeenschap een raamwerk opzetten dat niet alleen jeugdige risicogroepen identificeert, maar dat ook voorkomt dat jongeren het pad van zelfvernietiging kiezen en dat families bijstaat met advies en andere diensten.

“Het ware geloof wordt niet bepaald door slogans, kleding of uiterlijkheden”

We moeten een pro-actieve en positieve overheidsbetrokkenheid bevorderen opdat betrokken moslimburgers hun ideeën kunnen delen en kunnen plaatsnemen aan de tafel waar de anti-terreurmaatregelen worden bedacht.

We moeten onze jeugd leren zich te uiten met democratische middelen. Het inbedden van democratische waarden in onze schoolcurricula is daarom cruciaal, opdat jonge geesten een democratische cultuur aanleren.

In de nasleep van tragedies zoals die in Parijs komen in de regel sterke reacties bovendrijven. Islamofobie en antireligieuze sentimenten, maar ook de control gedreven behandeling van moslims door overheden zijn echter contraproductief. Europese moslimburgers willen immers in vrede en rust leven. Ondanks het negatieve klimaat moeten zij zich inspannen om meer betrokken te raken bij lokale en nationale overheden om tot een meer inclusief beleid te komen. Een beleid waarmee hun gemeenschappen beter in de samenleving integreren.

Het is ook belangrijk dat wij moslims kritisch kijken in hoeverre onze interpretatie en beoefening van de islam nog in lijn zijn met de voorwaarden en vereisten van deze tijd en hoe deze zich verhouden ten aanzien van wat collectieve historische ervaringen ons hebben geleerd. Dat impliceert geen breuk met de cumulatieve islamitische traditie, maar is eerder een intelligent vragen waarmee we de ware leer van de koran en de soennah bevestigen die onze islamitische voorgangers trachtten te onthullen.

Het uit zijn verband rukken van onze religieuze bronnen en het vervolgens dienstbaar maken aan geperverteerde ideologieën moeten we proactief marginaliseren. Islamitische denkers en intellectuelen moeten een meer holistische benadering aanmoedigen en gerechtelijke uitspraken heroverwegen die hun oorsprong hebben in de Middeleeuwen, een tijd van aanhoudende conflicten waarin religieuze en politieke overtuigingen vaak congruent waren. Er moet onderscheid komen tussen het koesteren van kernwaarden en dogmatisme. Het is mogelijk, zelfs absoluut noodzakelijk, om de vrijheid van gedachte, die tot een renaissance van de islam leidde, nieuw leven in te blazen en tegelijkertijd trouw te blijven aan het ethos van de religie. Alleen in zo’n atmosfeer kunnen moslims tegenwicht bieden aan onbeschaafdheid en gewelddadig extremisme.

“Waar we nu getuige van zijn is geen clash of civilizations, maar een botsing tussen menselijkheid en barbaarsheid binnen onze gemeenschappelijke beschaving”

In de nasleep van de recente gebeurtenissen ben ik verdrietig genoeg getuige van een opleving van Huntingtons theorie van de clash of civilizations. Deze retoriek werkt de werving door terroristische netwerken in de hand. Ik wil duidelijk stellen dat waar we nu getuige van zijn geen clash of civilizations is, maar een botsing tussen menselijkheid en barbaarsheid binnen onze gemeenschappelijke beschaving.

Ondanks al onze grieven is het onze verantwoordelijkheid als moslimburgers om deel uit te maken van de oplossing. Willen we wereldwijd de levens en burgerrechten verdedigen van moslims en van alle mensen, ongeacht hun geloofsovertuiging, dan moeten we nu handelen om het gewelddadige extremistische probleem in al zijn facetten aan te pakken: politiek, economisch, sociaal en religieus. Door zelf voorbeeldig te leven, door het in diskrediet brengen en marginaliseren van de extremistische interpretaties van religieuze bronnen, door alert te blijven op hun invloed op onze jeugd, en door democratische waarden in te bedden in opvoeding en scholing – zo kunnen we geweld en terrorisme, en de totalitaire ideologieën die hen voortbrengen, bestrijden.

Dit artikel is afgelopen donderdag gepubliceerd in Le Monde. Op vrijdag verscheen het in deze Nederlandse vertaling op de site van Zaman Vandaag.

Interview Süd-Deutsche Zeitung: Gülen veroordeelt de ‘heksenjacht’ in Turkije

Interview Süd-Deutsche Zeitung: Gülen veroordeelt de ‘heksenjacht’ in Turkije

In één van de meest bekende nieuwsbladeren van Duitsland, de Süddeutsche Zeitung (SZ), verscheen 13 december 2014 een interview met de islamitische geleerde Fethullah Gülen. Het gerenommeerd nieuwsblad die dagelijks een half miljoen lezers heeft, is een toonaangevend blad in Duitsland.

Christiane Schlötzer, die 7 jaar Turkije-correspondent is geweest voor de SZ, heeft middels dit interview Fethullah Gülen zijn mening gevraagd over de recente antidemocratische ontwikkelingen in Turkije, het corruptieonderzoek welke Erdogan als een ‘poging tot staatsgreep’ en ‘terrorisme’ beschouwt, Erdogan zijn 1000-kamers tellende paleis, ‘de lange arm van Ankara’ en nog meer onderwerpen.

Enkele fragmenten uit het interview met de islamitische geleerde Fethullah Gülen:

 

Christiane Schlötzer: Voorheen steunde u het partij van Erdogan. Wat is er nu veranderd?

Fethullah Gülen: Bij de oprichting gaf de AKP aan zich hard te zullen maken voor democratie, mensenrechten, lidmaatschap van de Europese Unie, corruptiebestrijding, tegengaan van discriminatie en economische vooruitgang. In hun eerste jaren deed de AKP daadwerkelijk pogingen om die standpunten in praktijk te brengen en door deze inspanningen zijn zij ook gesteund door sympathisanten van de Gülenbeweging. Echter werden er na de verkiezingen van 2011, toen de AKP voor de derde keer aan macht kwam, stappen ondernomen die in strijd waren met het democratisch beleid waar ze zich eerder voor hadden ingezet.

“Wat valt er anders te zeggen dan: ‘Al is de leugen nog zo snel, de waarheid achterhaalt hem wel.'”

De onderdrukking van de media, bovenmatige zeggenschap van de Turkse Veiligheid en Inlichtingendienst, in praktijk brengen van de methodes die in het verleden werden gebruikt door de Stasi in Oost-Duitsland, het niet in acht nemen van rechterlijke uitspraken, de manier van aanpak tegenover demonstranten die hun ongenoegen uitten binnen een democratisch kader en hiernaast vertoonde de AKP nog vele andere handelingen die een democratische ineenstorting genoemd kan worden. Nu word ik als vijand beschouwd door de Turkse overheid. Door deze lijn te volgen kunnen de corruptieschandalen gedekt worden en een autoritaire staat opgericht worden. Wat valt er anders te zeggen dan “Al is de leugen nog zo snel, de waarheid achterhaalt hem wel.

Fethullah Gulen over Erdogan en Turkije

U bent samen met Erdogan medeverantwoordelijk geweest voor de vermindering van de politieke invloeden van het leger. Zijn deze inspanningen nu verleden tijd?

In het verleden hebben legerofficieren vier keer een staatsgreep gepleegd waarna gekozen regeringen omver zijn geworpen. Als gevolg hiervan werden er tienduizenden mensen ondervraagd, gevangen genomen en velen van hen zelfs gemarteld. Gedurende de kandidaatschap van Turkije voor EU-lidmaatschap hebben er onvoorstelbare gebeurtenissen plaatsgevonden. In het jaar 2010 heeft er een referendum plaatsgevonden om een grondwettelijke regeling te treffen om militairen, die in het verleden een actieve rol hebben gehad bij verschillende staatsgrepen, te laten berechten door de civiele rechter. Dit referendum werd door 58% van de Turkse bevolking gesteund. Nadat de militaire alleenheerschappij tot een eind kwam heeft de AKP de uitvoerende macht een buitengewone machtspositie verleend. Hierdoor werd de toezichthoudende orgaan ineffectief. Vervolgens werd de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht gemanipuleerd. Het resultaat: de alleenheerschappij van een politieke partij. Onze hedendaagse houding tegenover de alleenheerschappij van een politieke partij is hetzelfde als onze houding tegenover de militaire alleenheerschappij in het verleden. Vanwege deze houding worden we nu bestempeld als staatsvijanden.

“Vanwege deze houding worden we nu bestempeld als staatsvijanden.”

 

Waar gaat Turkije heen?

De huidige toestand van de Turkse Republiek geeft in plaats van een democratische, seculiere en sociaal rechterlijke staat eerder de indruk weer een eenpartijstelsel te zijn of zelfs alsof er sprake is van alleenheerschappij. De scheiding der machten, diegene in de bovenste laag van de rechterlijke macht die zich verzetten buitenwege gelaten, lijkt te zijn geseponeerd. Turkije zorgt vanwege haar huidige reputatie voor polarisatie binnen haar eigen gelederen. En buiten Turkije om verliest zij langzamerhand haar reputatie en dreigt alleen te geraken. Ik betreur de positie waarin mijn land zich verkeert.

 

Erdogan zegt dat hij een gelovige generatie wil scholen/opleiden? Heeft u niet dezelfde ambitie?

De overheid kan geen taak hebben om een gelovige generatie te scholen, omdat men in dit geval andersdenkende individuen een bepaalde visie oplegt. Vrijheid van godsdienst is een van de fundamentele rechten van de mens. Het is de taak van de overheid om haar burgers, ongeacht hun geloof, de ruimte te bieden hun geloof te belijden en deze te kunnen doceren. De verwachtingen aan het adres van Erdogan waren, gedurende zijn 12 jaar durende leiderschap van de uitvoerende macht, om voor religieuze minderheden deze fundamentele rechten mogelijk te maken. De vraag in hoeverre dit is verwezenlijkt staat ter discussie. Een gelovig persoon zou geen concessies moeten doen op het gebied van recht en rechtvaardigheid. Wat dit betreft hoop ik wel op een gelovige generatie. Echter is het een ander verhaal wanneer er een generatie bedoeld wordt die in onwetendheid verkeert over haar eigen geloof, de samenleving polariseert en zelfs haat zaaien tot een dagelijks ritueel heeft gemaakt. Dan is mijn antwoord daarop heel duidelijk: absoluut niet.

“Een burger infiltreert niet in een instantie van diens eigen overheid. Dat heet deelname en van dienst zijn voor je eigen volk.”

 

Het nieuwe paleis van Erdogan. (Bron: Express.be)

Het nieuwe paleis van Erdogan. (Bron: Express.be)

Wat is uw mening over het nieuwe paleis van Erdogan?

Ieder land heeft ter vertegenwoordiging gebouwen nodig. Echter zou in plaats van een paleis met 1000 kamers te bouwen ervoor gekozen kunnen worden om al bestaande gebouwen uit te breiden. De rechter probeerde de bouw tegen te gaan maar de premier heeft dat weten te omzeilen. Dergelijke gedragingen zullen het vertrouwen en waardering van de burger schaden tegenover de rechtsstaat. De meest spectaculaire paleizen van de Ottomanen zijn gebouwd in hun laatste periode, vlak voor hun instorting. Vandaag de dag zien we op vele plekken op de wereld dat presidentiële gebouwen doorgaans bescheiden gebouwen zijn. Dit paleis heeft de reputatie van Turkije beschadigd. Pakweg 60% van de Turkse bevolking is van mening dat het paleis verkwisting is. Vanuit islamitisch optiek is dit ook niet veroorloofd en wordt het als ‘haram’ (verboden) beschouwd.

 

Erdogan beweerd dat u geïnfiltreerd bent in de Turkse overheid..

Een burger infiltreert niet in een instantie van diens eigen overheid. Dat heet deelname en van dienst zijn voor je eigen volk. Eenieder die de benodigde kwalificaties heeft kan regeringsfunctionaris worden. Komt deze onvrede en zelfs vijandigheid misschien doordat het ambtenaren betreft die niet blindelings trouw zijn aan hen? De huidige machthebbers beschouwen niet alleen de sympathisanten van Hizmet [red: benaming voor de Gülenbewging. Turks voor ‘dienstbaarheid’] als gevaarlijk. Eenieder met een afstandelijke houding tegenover hen dan wel zij die niets te maken willen hebben met de machthebbers worden tot dezelfde categorie gerekend. Dit wordt een heksenjacht genoemd.

“Het kan niet ontkent worden dat de kijk op de Gülenbeweging in de ogen van het volk schade is toegebracht.”

 

Hoeveel overgeplaatste ambtenaren zijn sympathisanten van de Gülenbeweging?

Ik ken nog geen 10% van de mensen die aan deze beweging gelieerd zijn. Met de tijd zal het duidelijk worden dat de meerderheid van de betreffende openbare aanklagers, politieofficieren en docenten in geen enkel verband een relatie met deze beweging hebben. Hoogstwaarschijnlijk worden genoemde daden gepleegd vanuit twee motieven. Allereerst worden zoveel mogelijk mensen gelabeld als van de Hizmetbeweging waardoor de suggestie gewekt wordt dat de beweging een grote bedreiging vormt. Aan de andere kant proberen ze af te komen van niet-AKP’ers, door hen bijvoorbeeld te ontslaan. Onlangs heeft een AKP’er met aanzien dit toegegeven. 

 

Wat heeft u te zeggen over de beschuldigingen betreft corruptie?

Het juridisch proces is niet ver gekomen. Hierdoor kan niemand een werkelijk oordeel hierover geven. Indien er in een Westers land sprake zou zijn van dergelijke beschuldigingen, dan zou dat geresulteerd hebben in de val van de overheid. Ankara benoemde op haar beurt deze beschuldigingen als een internationale complot. Een reactie die typisch is wat autoritaire staten betreft.

“Wanneer dit niet het geval is zal Turkije de verliezer worden..”

 

Heeft de Gülenbeweging aan machtsverlies geleden?

Het kan niet ontkent worden dat de perceptie op de Gülenbeweging in de ogen van het volk schade is toegebracht. De reden hiervoor was aanhoudende propaganda die verspreid werd door aan de overheid gelieerde media. Er word angst opgewekt bij het volk zodat zij hun kinderen niet naar scholen sturen en niet doneren aan Hizmet gelieerde instanties en hulporganisaties. Al deze op leugens berustte laster en propaganda zullen vroeg of laat door de waarheid ingehaald worden. Wanneer de waarheid boven water komt, zal het effect van deze propaganda op het volk zich ditmaal tegen henzelf keren.

 

Zij willen alle scholen gelieerd aan de Gülenbeweging in Turkije sluiten…

Deze scholen hebben tot op heden verscheidene prijzen en onderscheidingen gekregen. Indien Turkije een rechtsstaat is, dan verwachten we geen negatieve gevolgen voor deze scholen. Wanneer dit niet het geval is zal Turkije de verliezer worden.

 

Meest recent zijn er in Midden Azië scholen gesloten gelieerd aan de Gülenbeweging. Is de lange arm van Ankara hier verantwoordelijk voor?

De Turkse regering kiest afhankelijk van het land/gebied haar argumenten om hun wil door te zetten. Zo worden er binnen de grenzen van de oude Sovjet-Unie aangegeven dat wij spionnen van Amerika zouden zijn, in Amerika geven zij aan dat wij radicale moslims zouden zijn en in islamitische gebieden wordt er aangegeven dat wij kinderen tot afvalligen zouden maken. Tegenstrijdige laster dus. Het is overduidelijk dat men een pragmatische weg bewandelt. Maar door deze pad te bewandelen gaat dit alleen maar ten koste van de vriendschappelijke bruggen van Turkije met deze landen en ook lopen de internationale betrekkingen mede hierdoor schade op. De Turkse paranoia wordt hierdoor geëxporteerd naar het buitenland.

 

Een van de voormalige Amerikaanse ambassadeurs beschreef u als op één na belangrijkste persoon van Turkije. Hoe ziet u uzelf?

Met alle respect, de mensen die mij van dichtbij of ver af kennen weten dat ik nimmer de ambitie heb gehad om gekend en/of herkend te worden. Evenmin heb ik op geen enkele manier, spiritueel of materieel, persoonlijk gewin getracht te behalen. Het grootste bewijs hiervoor is mijn 76-jarige leven. Als deze beweging enige lof verdient, dan moet deze toegeschreven worden aan de vele vrijwilligers van deze beweging.

“Elke nacht voor het slapen gaan sta ik stil bij de mogelijkheid dat ik niet meer wakker ga kunnen worden. Echter maak ik mij geen seconde zorgen over..”

 

Zal de Gülenbeweging ook in staat zijn om zonder jou door te gaan?

Zelfs mensen die voor nog geen 1% onze visie deelden, hebben hun steun aan Hizmet getoond. Dit komt omdat wij de gedeelde menselijke waarden overeenkomstig hebben. Mensen uit Afrika die ik niet heb gekend hebben hun financiële steun getoond aan Hizmet gelieerde scholen en ziekenhuizen. Dit waren rijke mensen waarvan wij niets verwachtten. Elke nacht voor het slapen gaan sta ik stil bij de mogelijkheid dat ik niet meer wakker ga kunnen worden. Echter maak ik mij geen seconde zorgen over de toekomst van de beweging.

 

Bent u van plan om ooit terug te keren naar Turkije?

Ik mis mijn land enorm. Ook ben ik een gevoelig persoon. Ik heb ook vrienden en familie In Turkije. Ik ben ook maar een mens. Kortgeleden heb ik mijn broertje verloren en heb zijn begrafenis niet kunnen meemaken. Daarvoor heb ik de begrafenis van een ander familielid gemist. 60 jaar van mijn leven heb ik doorgebracht in Turkije. Als een gevoelig persoon voel ik passie voor sommige ruimtes en bezittingen. Het dorpje Korucuk [waar Gülen geboren is], het graf van mijn wijlen vader, opa en oma; de vele herinneringen die ik heb overgehouden aan de vele jaren die ik heb doorgebracht in Bozyaka en Yamanlar en mijn boeken aldaar. Wanneer ik deze herinner, krijgen mijn tranen de vrij loop. Als ik terugkeer zouden sommige mensen met een hoge rang binnen de staat mijn terugkeer kunnen gebruiken voor hun eigen kwade bedoelingen.

 

Is er iets dat u opvrolijkt ondanks alle gebeurtenissen?

Ik ben nooit voor een lange periode vrolijk geweest. Na elke militaire coup ben ik achtervolgd in Turkije. Ondanks alle gebeurtenissen van toen zijn de huidige gebeurtenissen erger. Het positieve van deze gebeurtenissen is het feit dat het kaf van de koren wordt gescheiden. De wereld kan deze beweging nu beter plaatsen.

 

Ambiguïteit van de Gulenbeweging? Onvermijdelijk.

Ambiguïteit van de Gulenbeweging? Onvermijdelijk.

  

Onvermijdelijke dubbelzinnigheid van de Gülen-beweging

Net als schoonheid, wordt dubbelzinnigheid geopenbaard aan degenen die er oog voor hebben. Hoewel aan de dubbelzinnigheid van Hizmet ofwel de Gülen-beweging − sociale beweging die geënt is op ideeën van de Turkse intellectueel Fethullah Gülen − een aantal aan Hizmet gerelateerde oorzaken ten grondslag liggen, hebben nog meer oorzaken te maken met de perceptie van de buitenstaander. Hizmet tart de meeste van onze vooroordelen; we willen het beestje graag een naam geven en in een hokje stoppen en worden boos wanneer dat ons niet lukt. En dan verzinnen we allerlei niet-kloppende beelden van een man, een beestje en een hokje dat te klein is.

Out of the box denken

We willen het beestje graag een naam geven en in een hokje stoppen en worden boos wanneer dat ons niet lukt.

De reden daarvoor is dat Hizmet allerlei zaken combineert waarvan we niet gewend zijn dat die op die manier gecombineerd worden: geënt op geloof (de motivatie), maar toch geloofsneutraal (in activiteiten); gebaseerd op principes van de Koran, maar toch inclusief en zonder bekeerdrift; overwegend moslim, maar open naar de samenleving toe en constructief reagerend op moderne en postmoderne ideeën en levenswijzen. Het grootste struikelblok is echter waarschijnlijk ons ingebakken cynisme ten aanzien van een altruïstische wens om tot een meer humane, liefdevolle en vreedzame wereld te komen. We zijn er immers aan gewend dat voor niets de zon op gaat en dat wanneer een vreemde iets voor ons doet, daar altijd iets tegenover moet staan.

In zijn meest recente boek Gülen: The Ambiguous Politics of Market Islam in Turkey and the World (2013), betoogt socioloog Joshua D. Hendrick (Loyola University Maryland) dat de Hizmet-beweging strategische dubbelzinnigheid hanteert door onduidelijk te blijven over de brede doelstellingen, het karakter en de methoden van de beweging. Het gevolg daarvan is een zekere flexibiliteit waardoor de beweging voor elk wat wils kan zijn. Voorbeelden van die strategie zijn Gülens rol met betrekking tot de beweging, zijn verhouding tot de scholen en zelfs zijn geboortedag.

Ik geef toe, het laat onverlet dat er dubbelzinnigheid is. 

Als Hizmet-sympathisant ben ik het er niet mee eens dat dubbelzinnigheid, als zoiets al bestaat, een strategisch belang dient. In de 20 jaar dat ik sympathisant ben, was ik getuige van en betrokken bij verschillende pogingen om de doelen, waarden en activiteiten van de beweging duidelijker en toegankelijker te maken. Dus als er al een overkoepelende strategie bestaat, dan heeft die duidelijkheid als doel, en niet dubbelzinnigheid. Ik geef toe, het laat onverlet dat er dubbelzinnigheid is. Ik ben echter van mening dat dit onvermijdelijk en vaak onopzettelijk is. Daar heb ik verschillende redenen voor.

Dubbelzinnigheid? Onvermijdelijk en onopzettelijk, want..

Ten eerste, Hizmets ideaal is veel groter dan wat de meeste mensen ervan denken. Het gaat niet om dagelijkse politiek, economie of macht, maar om iets diepers en significanters. Door middel van Gülens leer en raad en de activiteiten van de beweging, wil Hizmet bijdragen aan een reconceptualisering van onze formatieve ideeën, culturele paradigma’s, ons begrip van de realiteit en manieren van ‘zijn’. Daarmee brengt Gülen een vernieuwing die materie en metafysica, wetenschap en geest, egocentrisme en sociale verantwoordelijkheid beter met elkaar in evenwicht brengt. Gülen stelt dat dat niet in één keer of door één beweging gerealiseerd kan worden, maar dat het een generationele verschuiving is waaraan hij wil bijdragen. Gülen behandelt het in een aantal van zijn boeken en artikelen, zoals The Statue of Our Souls, The Light (2005). Je kunt het ideaal onrealistisch, utopisch en zelfs idioot vinden, maar dat is weer een geheel andere discussie. Waar het hier om gaat is dat een beweging met zo’n doel logischerwijs overkomt als dubbelzinnig wanneer geprobeerd wordt die beweging te begrijpen vanuit een volledig andere en incompatibele zienswijze. Het is alsof we op verschillende niveaus met elkaar praten – en dus volkomen langs elkaar heen.

De tweede onvermijdelijke dubbelzinnigheid treedt op wanneer we Gülens rol ten aanzien van de beweging proberen te begrijpen. Gülen is geen conventionele leider of manager – laat staan een micromanager. Hij voorziet de beweging weliswaar van een raamwerk voor Hizmets ideeën en principes, maar die ideeën en principes worden dialoogsgewijs ontwikkeld door Hizmets praktijken en activiteiten. Omdat de beweging sterk gedecentraliseerd is over meer dan 160 landen, beperkt Gülen zich ertoe op metaniveau te spreken. Op die manier hebben zijn visies en adviezen waarde voor zo veel mogelijk mensen en contexten. Treedt hij echter in detail, dan bestaat het gevaar dat zijn ideeën niet meer op zoveel plekken en in zoveel situaties toepasbaar zijn.

Zonder de oorzaak van die discrepantie te begrijpen, is men geneigd te denken dat het opzettelijk is. Terwijl het dat niet is.

De derde reden is de onvermijdelijke discrepantie tussen theorie en praktijk, twee niveaus waarop Hizmet tegelijkertijd actief is. Niet alleen biedt Hizmet ons een theoretisch kader, het houdt zich ook bezig met een waaier aan activiteiten. De discrepanties, en zelfs tegenstellingen, hier zijn het onvermijdelijke gevolg van het tegelijkertijd ‘toepassen’ als ‘omhelzen’, en al helemaal in relatie tot een massale grassrootbeweging. Een voorbeeld daarvan is Gülens visie op genderzaken en de praktijk van Hizmet. Terwijl Hizmets praktijk op dit terrein ver voor ligt op de benadering en cultuur van Turkije ten aanzien van vrouwenzaken, loopt het tegelijkertijd sterk achter op Gülens leer. Zonder de oorzaak van die discrepantie te begrijpen, is men geneigd te denken dat het opzettelijk is. Terwijl het dat niet is.

De vierde reden is dat terwijl Hizmets waarden, idealen en principes onveranderlijk blijven, de praktijk zich continu ontwikkelt en evolueert. Deelnemers aan de beweging zijn zich bewust van die dynamiek van haar activiteiten en van Hizmets wens om zo inclusief mogelijk te zijn. Door dat besef formuleren en kaderen ze hun doelen, namen en beeldvormingen zo breed, dat ze op een buitenstaander overkomen als ondoorzichtig. Waarom zou je een Turks tv-station ”De Melkweg” (Samanyolu) noemen of een tijdschrift, getiteld ”De Fontein” (Sızıntı) publiceren over wetenschap, religie, literatuur, geschiedenis en poëzie? Het punt is dat een dergelijke brede oriëntatie onvermijdelijk, en onbedoeld, een evenzo grote hoeveelheid dubbelzinnigheid oplevert.

Een laatste argument heeft te maken met reflexen en gewoonten. Hizmet ontstond in het moderne Turkije en wordt geleid door overwegend Turkssprekenden. De moderne Turkse Republiek is gebaseerd op, onder meer, de afwijzing van religie en op de vooronderstelling dat de burgers niet in staat zijn om zichzelf te hervormen. Deze manier van denken leidde tot een autocratisch regime dat moslims in de publieke arena vervolgt – net als de alevieten, Koerden, Armeniërs en andere minderheden die om wat voor reden dan ook niet pasten in het plaatje van de nieuwe ‘ideale Turkse burger’. Om die reden werd het voor Hizmet-sympathisanten een tweede natuur om in Turkije de persoonlijke identiteit te verbergen.

Nog een woord over Turkije

En hoewel de leiders van Turkije veranderd zijn, geldt dat niet voor de dynamiek van controle en macht. Onlangs ontketende premier Erdoğan een heksenjacht op Hizmet-sympathisanten in de publieke sector. De onbedoelde en onvermijdelijke consequentie daarvan is dat sommige Hizmet-sympathisanten zeer behoedzaam opereren in Turkije. Het is duidelijk dat bestaande dubbelzinnigheden meerdere oorzaken hebben en dat ze onvermijdelijk en onbedoeld zijn.

Veel van de dubbelzinnigheid vloeit voort uit de hardnekkigheid waarmee buitenstaanders proberen de beweging in hun vooroordelen en aannames in te passen. 

Zowel het traject als de beweging is echter zo open, duidelijk en transparant als maar mogelijk is. En er is al veel bereikt op dat gebied door een grotere zichtbaarheid, de bereidheid van de beweging om zich vaker uit te spreken en samen te werken in uiteenlopend kritisch onderzoek naar de organisatie.

Tot slot, veel van de dubbelzinnigheid vloeit voort uit de hardnekkigheid waarmee buitenstaanders proberen om de beweging in te passen in hun vooroordelen en aannames. Ze zouden de mogelijkheid eens moeten overwegen dat de beweging niet een beestje is dat een naam moet hebben en dat wanneer een vreemde iets voor hen doet, hij daar niet op een dag een tegenprestatie voor terug verlangt.

Ozcan Keles onvermijdelijke dubbelzinnigheid van de GulenbewegingÖzcan Keleş is promovendus in Human Rights Law aan het Human Rights Centre van de University of Essex en directeur van de organisatie Dialogue Society in Londen.

De naïviteit van Hizmet

De naïviteit van Hizmet

Fethullah Gülen verklaarde enkele dagen geleden dat hij een vergissing heeft begaan toen hij de Turkse regeringspartij AKP (Partij voor Rechtvaardigheid en Ontwikkeling) tijdens de referendumcampagne van 2010 steunde. Toch geloof ik niet dat het steunen van de grondwetswijziging an sich verkeerd was, maar het lijkt erop dat dit pakket maatregelen de weg heeft geëffend voor het semi-despotisme van de AKP.

Naïviteit van de Gulenbeweging

Zoals ik herhaaldelijk heb onderstreept, heeft de AKP met de Ergenekon-processen haar eerste angst, die voor een militaire staatsgreep, geëlimineerd. En met het referendum van 2010 schakelde ze haar tweede grote angst uit – haar sluiting door het Hooggerechtshof.  Sindsdien voelt de partij zich onbelemmerd om te doen en laten wat ze wil met de democratie en de rechtsstaat. Toch kon niemand dit in 2010 voorspellen omdat Erdoğan zijn ware bedoelingen altijd zeer zorgvuldig verborgen heeft gehouden.

Gülen treft dus geen blaam, maar uit nederigheid bekritiseert hij zichzelf. Toch denk ik dat hij, gezien zijn commitment ten aanzien van democratie, pluralisme en mensenrechten, een zelfde pakket maatregelen als destijds in 2010 zelfs nu zou steunen. Ik denk dat media en veel Hizmet-sympathisanten, onder wie ikzelf, hun grote vergissing met betrekking tot de AKP begingen tijdens de algemene verkiezingen van 2011. Toen steunden zij enthousiast en publiekelijk de AKP die daardoor 50 procent van de stemmen behaalde.

Achteraf is het makkelijk praten

Volgens mij is deze verkiezing, na de Ergenekon-processen en het referendum van 2010, de derde belangrijke factor die bijdroeg aan Erdoğans ‘roes’ en zijn transformatie in een halve despoot. Achteraf is het natuurlijk gemakkelijk praten, maar gezien de omstandigheden waarin de verkiezingen van 2011 plaatsvonden, bleef deze vergissing onopgemerkt. De centrumrechtse partijen hebben zichzelf in de voet geschoten door de kant van de generaals te kiezen tijdens de crisis die ontstond bij de presidentsverkiezingen van 2007 en ik kan me herinneren dat Gülen ontstemd was dat ze Erdoğan in de steek lieten zonder enige levensvatbare alternatieven.

Hij had zelfs voorzien dat Erdoğan op een kwade dag verwend zou raken en stout zou worden bij gebrek aan alternatieven. Bedenk wel dat er tijdens de verkiezingen in 2011 maar drie serieuze kandidaten bestonden: AKP, CHP (Republikeinse Volkspartij) en de MHP (Partij van de Nationalistische Beweging) en dat zowel de CHP als de MHP Ergenekon-verdachten naar voren hadden geschoven als parlementskandidaten. Het was dus niet meer dan logisch dat vrijwilligers en media van Hizmet vreesden voor een terugkeer naar het tijdperk van Ergenekon en staatsgrepen. Bovendien was de AKP de enige grote partij die in 2011 toetreding tot de Europese Unie, democratisering, meer grondrechten, pluralisme en mensenrechten omarmde. Zelfs toen verscheidene collega’s en ik de grote tekortkomingen van de AKP begonnen te zien en de partij begonnen te bekritiseren, wogen deze mankementen niet op tegen de grote verdiensten van de AKP. Tot 2012.

Desalniettemin hadden vrijwilligers en media van Hizmet terughoudender kunnen zijn in hun enthousiasme voor de AKP en in plaats van haar volledig te steunen hadden ze politieke partijen objectiever, evenwichtiger en neutraler tegemoet kunnen treden. Het was een vergissing de tekortkomingen van de AKP over het hoofd te zien – haar gebrekkige enthousiasme voor de EU en democratisering en de corruptiepraktijken waar de oppositie op wees. Had de AKP 45 procent van de stemmen gekregen in plaats van circa 50 procent, dan was de partij weliswaar nog steeds aan de macht gekomen, maar zou de partij niet zo vreselijk verwend zijn geweest.

Naïef geweest? Ja.

Het was een grove fout om Erdoğan niet terecht te wijzen toen hij regelmatig misbruik maakte van illegaal verkregen opnames over het privéleven van oppositieleider Deniz Baykal en verschillende MHP-kandidaten tijdens zijn verkiezingscampagnes. Het was een reusachtige en onvergeeflijke fout om de AKP-corruptie in de zaak Deniz Feneri niet aan de kaak te stellen. Ik schaam me ervoor dat ik zo naïef geloofde wat pro-Erdoğan-columnist Fehmi Koru destijds daarover schreef. Hij deed ons geloven dat dit een buitenlands complot was tegen de AKP, en ik schaam me er nog steeds diep voor.

We geloofden toen de ‘Witte Turken’ en pro-Ergenekon-media niet omdat ze in het verleden onnoemelijk veel verhalen verzonnen om de AKP, gelovige moslims en Hizmet zwart te maken. Mijn collega´s en ik waren zo druk bezig met democratisering en de Ergenekon-processen dat we maar weinig tijd besteedden aan wat de oppositie allemaal te zeggen had over de corruptie van de AKP, haar antidemocratische praktijken en fouten in de KCK- en Ergenekon-processen. Wij allen, inclusief Hizmet, krijgen daar nu de rekening voor gepresenteerd.

Het is mosterd na de maaltijd, maar ik heb er spijt van dat ik niet nieuwsgieriger was, evenwichtiger, meer uitgesproken, minder onpartijdig en minder naïef.

Ihsan_Yilmazİhsan Yılmaz is schrijver, columnist en professor in Politieke en Sociale Wetenschappen aan de Fatih Universiteit in İstanbul.

Gülen leerstoel: dialoog en transparantie

Gülen leerstoel: dialoog en transparantie

Door: Professor Johan Leman, professor in de sociale en culturele antropologie

Toen enkele maanden geleden bekend geraakte dat aan de KU Leuven een Gülen leerstoel voor interculturele studies zou geopend worden, was de berichtgeving hierover in De Standaard erg negatief. Naïviteit, blindheid voor verborgen agenda’s… waren nog de meest zachte verwijten. Ik herinner me dat zelfs de persdienst van de KU Leuven toen enigszins in verlegenheid kwam. Niet dat men het initiatief wou afvallen, maar ze hadden het uiteraard liever positiever gezien… en dus werd van dan af die leerstoel in de mate van het mogelijke niet te veel onder de aandacht gebracht. Men zou wel zien wat het zou worden.

Ik heb me toen voorgenomen om zelf voor volledige transparantie te zorgen, continu…

Ik heb me toen voorgenomen om zelf voor volledige transparantie te zorgen, continu… en over alles te berichten wat in dit verband publieke aandacht mag verdienen, zowel in positieve als – indien nodig – negatieve zin. Ik neem aan dat ik dit niet via De Standaard moet doen, en waarschijnlijk ook niet via De Morgen, die er ook al een gepeperde en sterk gekleurde reportage op zitten had over de Lucerna colleges, wat wel niet hetzelfde is als de Gülen leerstoel maar toch ook bij de (islamitische) Gülen beweging aansluit.
Dus doe ik het hier via de website van integratiecentrum Foyer en via De Wereld Morgen. Het is nu eenmaal moeilijk om positieve berichtgeving over de islam via onze media verspreid te krijgen. Dus gebruik ik het middel dat me toegang geeft hiervoor.
Wat kan ik melden? Dat met de middelen van de Gülen-leerstoel volgende reeks open lessen zullen plaats vinden in het tweede semester van het academiejaar 2011-12 aan de KU Leuven, campus Sociale Wetenschappen.
Tegelijk wil ik benadrukken dat de samenstelling van de open lessen-serie (dus toegankelijk ook voor mensen van buiten de KU Leuven) volledig overgelaten werd aan mij en dat ik dit in volle vrijheid, zonder enige beïnvloeding kon doen.
De conferenties vinden, voor wie geïnteresseerd is, plaats telkens op donderdag tussen 18u en 20u.

Bij deze een overzicht van de reeks.

Titel: Current issues in Islam

Week 1: Islamic self-understanding and Islamic understanding of society (including its main currents) by Emilio Platti, Prof.Em., KU Leuven (16 February 2012)

Week 2: Euro-Islam and Euro Muslims by Brigitte Maréchal; Prof.,UC Louvain. (23 February 2012)

Week 3: Social work, Poverty, inequality and social safety nets: voluntary welfare associations by Jonathan Benthall, Dr., University College London.(1March 2012)

Week 4: Islam and Shi’ite influences, in Europe and in the World By Matthijs van den Bos, Dr., Birkbeck, University of London.(8 March 2012)

Week 5: Secularism in the Muslim Contexts Abdou Filali-Ansary, Dr, Aga Khan University London ( 15 March 2012)

Week 6: Radicalization and Muslims: Salafism, Wahhabism in Europe By Roel Meijer, Dr.; Nijmegen University (22 March 2012)

Week 7: Islam and Sufism, in Europe and in the World By Eric Geoffroy; Prof., University of Strasbourg.(29 March 2012)

Week 8: Islamic bourgeoisie and Muslim Entrepreneurships C. Mazereeuw – van der Duijn Schouten, Dr., University of Tilburg.(19 April 2012)

Week 9: Muslim Self and European Public Sphere by Nilüfer GÖLE, Prof, EHESS (26 April 2012)

Week 10: Religious Freedom and Islamophobia by Chris Allen, Dr., London College (3 May 2012)

Week 11: Pluralism and Toleration: Interfaith and Intercultural Dialogue by Emilio Platti, Prof.E., KULeuven.(10 May 2012)

Week 12: Final: Theoretical Debates on European Muslims Erkan Toguslu, Dr. KU Leuven. (24 May 2012)

Wat hieruit te besluiten valt?

Dat er wel degelijk meer en meer heel positieve, dialooggerichte en intellectuele door de moslimwereld zelf gedragen initiatieven bij ons plaatsvinden, en dat dit er een van de voorbeelden van is.

Wil dat zeggen dat er ondertussen geen integristische attitudes tegelijk tot ontwikkeling komen bij anderen? Neen. Die zijn er ook, maar men moet tegelijk het vele positieve ook willen zien.

Dit stuk verscheen oorspronkelijk op: DeWereldMorgen.be

Gülen leerstoel: dialoog en transparantie

Mijn ervaringen met de Gülen beweging…

Door: Professor Johan Leman, professor in de sociale en culturele antropologie

Gisteren 10 april las ik, zoals sommigen onder u, het artikel over de “Gülen-beweging” in De Standaard. Mijn eerste reactie? Voilà, ’t is weer prijs. Ik heb het gelezen om tot de vaststelling te komen dat het hier weer maar eens om de zoveelste mix gaat van vermoedelijke waarheden, ongenuanceerde waarheden en soms ronduit foute beweringen. Kort van elk een voorbeeld. Vermoedelijk is het waar dat vanuit de hoek van mensen die aansluiten bij de Gülen-beweging actie gevoerd wordt, vooral in Turkije en wellicht ook in Nederland, tegen adoptie door buitenlandse niet-islamitische gezinnen. Ik weet het niet, maar dat valt geenszins uit te sluiten. Ongenuanceerd waar: er zouden al heel wat mensen binnen politie en justitie in Turkije Gülen’s ideeëngoed gunstig gezind zijn. Wat is daar ongenuanceerd aan?

Tot op heden was een toppositie in Turkije, bij het leger, binnen justitie en binnen de bureaucratie, al decennialang een privilege van kemalistische families, met alle machtsconcentraties en soms ronduit corruptie vandien. (Niemand in het Westen zag daar toen graten in.) Op een ogenblik dat heel wat mensen, vooral intellectuelen, sedert de jaren 90 naar Gülen’s ideeëngoed overgaan, lijkt het me niet abnormaal dat je meer en meer van die mensen ook in die kemalistische bolwerken zal terugvinden.
Is dit infiltratie? Volgens mij is dit gewoon een gevolg van een toenemende democratisering van die diensten, onder druk van o.a.  Europa, waardoor een sociologisch evenwichtiger vertegenwoordiging van de samenleving daarin terug te vinden valt.
Ronduit onwaar zijn dan weer beweringen als zou Saïd Nursi aan de oorsprong staan van de Gülen-beweging. Niet dat daar bezwaar zou tegen zijn, maar het is gewoon niet waar en je moet echt geen expert zijn om dat te weten. Dat Gülen invloeden ondergaan heeft van Nursi, en trouwens ook van anderen, is juist… maar meer niet.

Wat dan weer opviel bij het artikel in De Standaard, was de in dikke letters afgedrukte bewering dat het hier vermoedelijk om een grote indoctrinatiemachine gaat. Akkoord, ‘k geloof dat er een vraagteken bij stond. En verder, heel subtiel, dat KU Leuven een leerstoel heeft, gefinancierd door IDP, en dus gefinancierd door de Gülen-beweging (en dus door die indoctrinatie-machine?). Hoe subtiel kan journalistiek toch tewerk gaan, nietwaar!
En wat doe je dan als lezer van o.a. De Standaard en als leerstoelhouder? Je kan zwijgen en het laten overgaan… Risico: sommige mensen zeggen dan: haha, het was een schot in de roos. Hij reageert zelfs niet.
Je kan ook reageren. Zakelijk. Dit is wat ik, terecht of ten onrechte, gedaan heb. Ik heb een korte Opinie gestuurd, met de vermelding dat ik in het artikel werd vermeld, en de opname in De Standaard van mijn reactie fair zou vinden. Welnu, nothing… Zelfs geen antwoord van ontvangst. Daarom publiceer ik mijn reactie dus hier. En u moet zelf maar oordelen.

Wat is hetgene wat ik zelf ooit meegemaakt heb en dat me ertoe aangezet heeft vertrouwen te hebben in de mensen uit de Gulen beweging?

Vooraf wil ik echter nog iets kwijt wat ik niet in mijn reactie geplaatst had. Toen de leerstoel aan de KU Leuven werd geïnaugureerd, kreeg ik een telefoontje van een De Standaard-journalist die mij noch min noch meer wou laten zeggen dat de Gülen-beweging mij zijn programma opgedrongen had in ruil voor geld. Ik kreeg ook te horen dat evolutietheorie en dergelijke niet zou mogen, enzovoort. Toen ik zei dat ik daar tot op heden niets van ondervonden had, haakte hij af. Nadien hoorde ik dat hij de decaan en de omgeving van het rectoraat in dezelfde zin opgebeld had… Tiens!

En nu mijn Opiniestuk, met weglating van de inleiding:

“Wat is hetgene wat ik zelf ooit meegemaakt heb en dat me ertoe aangezet heeft vertrouwen te hebben in die mensen? Voorgeschiedenis: geloof me of niet, maar als ik ooit bedreigd of onder druk gezet geweest ben vanuit ‘islamitische’ hoek, is het begin jaren ’90 gebeurd vanuit kemalistische hoek. Nadien heb ik begrepen dat dit de periode geweest is van de fameuze Ergenekon-affaire in Turkije, maar dit zou ons te ver leiden.

Later kreeg ik op het Koninklijk Commissariaat van het Migrantenbeleid, waar ik kabinetschef was, bezoek van een Turkse kolonel bij de Nato die me afdreigde dat ik in de kwestie van het woordvoerderschap voor de islam in België het standpunt van de toenmalige Turkse ambassade moest verdedigen. Zoniet ging hij ervoor zorgen dat ik in het kanaal van Brussel zou belanden. Ik hoor het hem nog zeggen: “voor 50.000 frank vinden wij wel een Albanees”.

Andere keren heb ik, als directeur van het CGKR, ook nog wel eens last gehad van islamisten die tot een manifestatie in Molenbeek en aan de Beurs in Brussel hadden opgeroepen tegen mij. Mijn conclusie: net zoals het islamisme, heeft ook het kemalisme niemand lessen te geven over intimidatie. Wat ik vandaag wel nog steeds ondervind, is dat ik heel frequent e-mails ontvang vanuit een bepaalde kemalistische hoek om me te waarschuwen tegen islamisering en anti-westers gedachtegoed bij Gülen. Ik vermoed dat sommige journalisten daar ook heel frequent mails over ontvangen. Voor mezelf heb ik echter uitgemaakt dat ik zal geloven wat ik zie en ondervind, en niet wat men roddelt.

En nu de leerstoel in Leuven. Geloof me, ik zal u informeren als ik me geïndoctrineerd of geïntimideerd voel vanuit de kant van de Gülen-beweging. Echter… tot op heden organiseer ik het onderzoek dat ze financieren zoals ik het zie, en in volle vrijheid. En in de cursus die ik coördineer, nodig ik uit wie ik wil. Ik vermoed dat er tussen de lezers van mijn Opiniestuk mensen zullen zitten die de cursus volgen. Als ze vinden dat dit niet waar is, dat ze het dan laten weten, aan de krant of aan mij.

Geloof me, ik zal u informeren als ik me geïndoctrineerd of geïntimideerd voel vanuit de kant van de Gülen-beweging. Echter…

Wat ondervind ik nog? Ik zie dat er een reeks initiatieven (Beltud, Golden Rose, Betiad, Fedactio, Lucerna) van de grond gekomen zijn in België en Vlaanderen, die gezien kunnen worden als behorend tot de Gülen-beweging. Ik zie dit als een los aaneengekoppeld netwerk van initiatieven, die ‘bottom up’ ontstaan en moreel-religieus vanuit een islamitische ethiek in wisselende mate ‘top down’ geïnspireerd worden. Die initiatieven worden gekenmerkt door een sterke lokale onderlinge netwerking, maar kunnen nogal grondig verschillen per land.

Wat is daar verkeerd aan? Is dit een indoctrinatiemachine? Is een Davids- of een Willemsfonds een indoctrinatiemachine? Verraadt dit een verborgen agenda? Zijn er dan geen ex-leden die wat ontgoocheld kunnen zijn? Kent u een beweging waar dit niet het geval is? En ongetwijfeld zullen daar ook wel eens beheersfouten gemaakt worden…

Maar ten gronde, moet het Westen misschien eens beginnen te leren begrijpen en aanvaarden dat globalisering niet betekent dat alles nog zal lopen zoals het Westen het verwacht vanuit zijn eigen vooropstellingen… en dat er nieuwsoortige bewegingen bij ons aan het opkomen zijn. Blijkbaar hebben sommigen het daar moeilijk mee en moet alles wat niet aan de eigen logica beantwoordt als verdacht voorgesteld worden. Ondertussen stel ik vast dat die initiatieven bij ons, die men ervan verdenkt een sterke Turkse islamitische staat te willen doordrukken, in mijn ogen zelfs te weinig de Turkse taal en cultuur valoriseren, waarmee ik bedoel dat ze daarin terecht veel verder zouden mogen gaan, en dat ik hen nog nooit een démarche heb zien doen die op islamisering van hun omgeving lijkt.”

Als afsluiter wil ik nog het volgende meegeven. Ik hoor ook meer dan eens vertellen dat de evolutieleer door de Gülen-beweging in twijfel getrokken wordt, of dat er banvloeken over homosexualiteit uitgesproken worden. Eerlijk gezegd: ik sluit niet uit dat sommige mensen zo denken die bij de beweging aansluiten.

Trouwens, bij de evangelicals en bij de katholieken heb je ook van alles, hoor. Waarom dus niet in een beweging met enkele honderdduizenden sympatisanten, in meerdere landen en met wisselende betrokkenheid? En er zijn al mensen bij mij gekomen om me vanuit Koerdische hoek te waarschuwen tegen de beweging. Welnu, beste lezer, tot nu toe heb ik daar zelf als persoon allemaal nog niets van ondervonden. En als het ooit zo ver komt, zal ik u informeren.

Ondertussen heb ik mijn buik vol van alle mogelijke roddels, verborgen agenda’s, “double talk” en wat nog allemaal wat verteld wordt als het over een zo complex iets als de islam gaat. Sommigen reduceren het tot enkele Koranverzen, anderen hebben ergens een of andere ervaring met een moslim opgedaan, en hop… de veralgemening volgt in een oogwenk. Sommige niet-moslims mogen er zich, bij zoveel halsstarrige perspectiefvernauwing, echt wel eens vragen beginnen bij stellen.

Dit stuk verscheen oorspronkelijk op: DeWereldMorgen.be