De nieuwe man en vrouw

De nieuwe man en vrouw

Geschreven door M. Fethullah Gülen

Geschiedenis heeft ons geleid tot de drempel van een nieuw tijdperk dat openstaat voor de openbaring van de Goddelijke gunst. Ondanks (of parallel aan) de wetenschappelijke en technologische vooruitgang, hebben de afgelopen twee of drie eeuwen een wereldwijde breuk gekend met traditionele waarden en, onder het mom van vernieuwing, een gehechtheid aan verschillende waarden en speculatieve fantasieën. Het is onze hoop, versterkt door veelbelovende ontwikkelingen, dat de volgende eeuw het tijdperk zal zijn van geloof en morele waarden, een tijdperk dat getuige zal zijn van wedergeboorte en herleving voor de gelovigen.

De nieuwe mens zal een balans vinden tussen diens hart en intellect.

Onder een aarzelende menigte die niet over een gezonde geest en gezonde redenering beschikt, zal een nieuw type mensen verschijnen. Deze mensen zullen evenveel op reden als op ervaring afgaan, en net zoveel belang hechten aan geweten en inspiratie als aan reden en ervaring. Zij zullen onuitputtelijk perfectie in alles nastreven, en een balans creëren tussen deze wereld en de volgende wereld. Ze zullen hun hart aan het intellect koppelen.

Deze mensen zullen niet gemakkelijk ontstaan. Elke geboorte is pijnlijk, maar deze gezegende geboorten zullen plaatsvinden en de wereld voorzien van een nieuwe, briljante generatie. Zoals wolken die zich lange tijd hebben verzameld uiteindelijk regen opleveren, en zoals het water aan de bodem ontsnapt, zo zullen de “bloemen” van deze nieuwe generatie ooit hun intrede doen.

Deze nieuwe mensen zijn integere individuen die, vrij van externe invloeden, zich onafhankelijk weten te redden. Geen enkele wereldkracht kan hen binden, en niets leidt ze af van hun doel. Ze zijn werkelijk onafhankelijk van elke wereldmacht en denken en handelen vrij, aangezien hun vrijheid evenredig is met hun dienstbaarheid aan God. In plaats van anderen na te doen, vertrouwen zij op hun eigen dynamiek die geworteld is in de diepte van de geschiedenis, en proberen zij hun oordeel te baseren op authentieke waarden.

Zij denken na, gaan op onderzoek uit, geloven, en lopen over van spiritueel genot. Terwijl zij de moderne voorzieningen ten volste benutten, verliezen zij hun traditionele en spirituele waarden nooit uit het oog bij het bouwen van hun eigen wereld.

Indien veranderingen en hervormingen gekoppeld zijn en afhankelijk zijn van onveranderlijke universele waarden, kunnen zij gretig worden omarmd. Anders vormen zij een overvloed aan speculatieve fantasieën die aantrekkelijk zijn vanwege hun nieuwheid en moderniteit. Met de zekerheid van deze onveranderlijke waarden, probeert de nieuwe man en vrouw altijd naar de toekomst te kijken om de donkere wereld te verlichten. De nieuwe man en vrouw zijn waarheidlievend en uiterst betrouwbaar en, ter ondersteuning van de waarheid, zijn zij bereid om indien nodig hun familie en thuis op te geven. Omdat zij zich niet hechten aan wereldse spullen, comfort en luxe, gebruiken zijn hun door God gegeven talenten om het mensdom te dienen en de zaden te planten voor een gelukkige toekomst. Vervolgens, met de hulp van God en altijd strevend naar succes dankzij Hem, zullen zij hun best doen om deze zaden te beschermen, zoals een kip zich over haar ei ontfermt. Hun hele leven staat in het teken van deze waarheid.

Om contact met de mensen te onderhouden en om te communiceren met de mensen (hun hoofd, hart en gevoelens) zullen de nieuwe man en vrouw de massamedia gebruiken en proberen een nieuw machtsbalans te vinden in gerechtigheid, liefde, respect en gelijkheid tussen de mensen. Zij zullen macht ondergeschikt maken aan recht, en nooit discrimineren op basis van huidskleur of ras.

Deze nieuwe mensen zullen diepgaande spiritualiteit, brede kennis, gezond verstand, wetenschappelijk temperament en wijze activisme combineren. Omdat zij nooit tevreden waren met de kennis die ze hadden, zullen zij hun kennis onophoudelijk vergroten – kennis van zichzelf, de natuur, en kennis van God.

Terwijl zij zichzelf vormen naar de universele deugdgietvorm, proberen zij tegelijkertijd de weg voor de ander te verlichten.

Uitgerust met goede zeden en deugden die iemand werkelijk menselijk maken, zijn deze nieuwe man en vrouw altruïsten die de menselijkheid liefdevol omarmen en indien nodig bereid zijn zichzelf op te offeren voor het welzijn van anderen. Terwijl zij zichzelf vormen naar de universele deugdgietvorm, proberen zij tegelijkertijd de weg voor de ander te verlichten. Ze steunen, verdedigen en bevelen het goede aan terwijl ze tevens proberen al het kwaad aan te vechten, te bestrijden en uit te roeien.

De nieuwe man en vrouw geloven dat Hij die hen het leven heeft geschonken dit gedaan heeft opdat zij Hem zouden kennen en aanbidden. Zonder een onderscheid te maken tussen het Boek van het Universum (waarin de Goddelijke Namen vermeld staan en derhalve naar Hem verwijzen, met een “trap” die naar Hem leidt) en De Heilige Schrift (de vertaling van het Boek van het Universum), beschouwen zij religie en wetenschap als twee manifestaties van dezelfde waarheid.
Zij zijn nooit reactionair. Zij gaan niet achter gebeurtenissen aan, daar zij de geschiedenismotor zijn die de gebeurtenissen initieert en vormt. Met gepast inzicht in hun tijdperk en de omringende omstandigheden, en met toewijding aan hun kernwaarden en blindelings vertouwen op God, zijn zij in een staat van ononderbroken zelfvernieuwing.

Deze nieuwe man en vrouw (deze mensen) zijn veroveraars en ontdekkers: ze veroveren zichzelf, gedachten, harten en ontdekken het onbekende. Voor hen is de tijd die niet geïnvesteerd wordt in het verder ontdekken van zichzelf en het universum weggegooide tijd. Terwijl zij, door middel van geloof en kennis, de sluiers weghalen die het ware gezicht bedekken, kunnen ze niet wachten om een stap verder te gaan. Met de boodschappen en antwoorden vanuit de Hemel, de Aarde en de Zee, reizen zij door totdat zij terugkeren naar hun Schepper.

Uit: Zamanin Altin Dilimi, Izmir 1997, p. 157-160
Democratie

Democratie

Steun voor democratie

(Uit het opinieblad VolZin. Fethullah Gülen: Turkse voorvechter van tolerantie Marianne Vorthoren, Opinieblad VolZin, nr. 15 van 2008, 07 augustus 2008)

In zijn benadering van de islam legt Gülen de nadruk

  • op rationaliteit
  • op een open en nieuwsgierige geest
  • op tolerantie ten opzichte van verschillen en
  • op pluralisme

Deze principes leiden bij hem juist tot steun voor de seculiere democratie. Barton:

“Voor Gülen betekent seculiere democratie de enige geschikte weg naar bestuur in de moderne staat. De Koran en soenna (de profetische traditie, red.) mogen dan wel duidelijk zijn over godsdienstige waarden waarover men moet nadenken en die men moet hooghouden in een staat, toch bevatten ze geen blauwdruk voor de politiek. De islam staat geen onveranderlijke vorm van regering voor, noch probeert hij daaraan vorm te geven. In plaats daarvan stelt de islam de basisprincipes op die verwijzen naar de algemene eigenschappen van een regering. Hierbij laat de islam het aan de mensen over om het type en de vorm van bestuur te kiezen, afhankelijk van tijd en de omstandigheden. Gülen komt vaak specifiek op voor democratie met als argument dat het de meest geschikte vorm van bestuur is in de moderne tijd en dat het volledig in overeenstemming is met de islam.”

Gülen ziet samenwerking met mensen van andere religies en levensbeschouwingen als een noodzaak:

“Los van hoe de aanhangers hun geloof in hun dagelijks leven in praktijk brengen, algemeen geaccepteerde waarden als liefde, respect, tolerantie, vergevingsgezindheid, genade, mensenrechten, vrede, broederschap en vrijheid zijn waarden die door religies verheven zijn. Deze waarden, althans de meeste ervan, kregen een zeer prominente plaats in de boodschap van Mozes, Jezus en Mohammed, vrede zij met hen allen, en in die van Boeddha, Zarathustra, Lao-Tze, Confucius en de hindoeprofeten.”

 

[divider]

Is het mogelijk om islam en democratie met elkaar te verzoenen? Wat vindt u ervan dat in de meeste islamitische landen geen sprake is van democratie? In hoeverre is dit een gemis volgens u?

(Uit het interview met Muslim World: The Muslim World, Special Issue, July 2005 – Vol. 95 Issue 3 Page 325-471)

“Als we het over islam en democratie hebben, moeten we niet vergeten dat het ene een Goddelijke, hemelse religie is, en het andere slechts een van de menselijke bestuursvormen. De primaire doelen van de religie hebben betrekking op universele zaken zoals geloof dienstbaarheid aan God, het kennen van God en het erop nahouden van een ethische levenshouding. Met zijn honderden verzen roept de Koran de mensen op tot het geloof, tot dienstbaarheid aan de Waarheid en tot het verkrijgen van een bewustzijn van het belang van het verrichten van goede daden door zich uit te strekken naar een dieper niveau van dienstbaarheid en tot een leven volgens ethische principes. ‘Geloven en rechtvaardige daden verrichten’, dat zijn de onderwerpen waar de Koran de nadruk op legt. Een ander onderwerp dat de Koran onder onze aandacht brengt is het bewustzijn dat God alles ziet wat wij doen. Al onze handelingen zouden wij moeten verrichten alsof wij deze verrichten voor het aangezicht van God. Daarnaast benadrukt de Koran het onderhouden van een gewetensrelatie met God en spoort hij de mens aan om zichzelf te sieren met goede en oprechte daden.

Democratie is geen bestuursvorm die op zichzelf staat. Je kunt zelfs stellen dat het een begrip is dat in hoge mate gecompliceerd en verwarrend is. Vanuit dit oogpunt gebeurt het niet zelden dat dit begrip ter sprake wordt gebracht in combinatie met een andere term. Het wordt vaak voorzien van nadere bepalingen als ‘sociaal’, ‘liberaal’, ‘christelijk’ of ‘radicaal’. Het komt in de praktijk nogal eens voor dat één van deze vormen van democratie de andere niet eens als democratie accepteert. Toch heeft men het vandaag de dag vaak over ‘democratie’ op zich, zonder te kijken naar de verschillende relaties en bepalingen van dat begrip. Als men daarentegen religie ter sprake brengt, dan kijkt men al gauw naar het politieke aspect ervan, zonder eerst te bekijken welke plaats dit aspect binnen de religie inneemt. En dit terwijl politiek niet meer is dan één van de vele terreinen waarover de islam uitspraken doet. Dit gegeven heeft geleid tot een groot aantal discussies rondom de vraag of islam en democratie al dan niet met elkaar gecombineerd of verzoend zouden kunnen worden.

Ook al lijken islam en democratie niet direct elkaars tegenpool te zijn, toch is het duidelijk dat er onderling serieuze verschillen bestaan. Volgens één van de opvattingen is de islam niet alleen een religie, maar ook een staatkundig systeem. Of het nu gaat om het persoonlijk leven, het gezinsleven of sociale, economische en politieke aangelegenheden, de islam heeft er immers een uitspraak over gedaan. De beperking van de islam tot het geloof en de aanbidding, wordt vanuit deze opvatting beschouwd als een verkleining van het gebied van zijn mogelijkheden tot interactie en interventie. Rondom deze zienswijze hebben zich allerlei nieuwe ideeën ontwikkeld die er toe hebben geleid dat men de islam uiteindelijk als een politieke ideologie is gaan beschouwen. Volgens sommigen heeft een dergelijke denkwijze de islam gedegradeerd tot de positie van ‘één van de vele politieke ideologieën’. Een dergelijke ideologische visie op de islam is echter volledig in strijd met de geest van de islam. De islam is namelijk volledig gebaseerd op het recht en hij zet, met de principes die hij voorschrijft, geen enkele partij onder druk. De islam komt zelfs openlijk in het geweer tegen deze onderdrukking en betoont zich een voorvechter van het handelen in overeenstemming met de algemene opinie (zij het wel op terreinen die openstaan voor de vorming van een algemene opinie). Het zou adequater zijn om de islam te presenteren als een element dat gebruikt kan worden om de democratie te completeren, in plaats van hem te beschouwen als een ideologie. Als de islam op deze wijze gepresenteerd zou worden, dan zou dit de plaatselijke vormen van democratie in de islamitische wereld verrijken en zou de mensheid geholpen zij bij het begrijpen van de relatie tussen de geestelijke en de materiële wereld. Ik geloof dat de islam de democratie zou kunnen verrijken, doordat hij voorziet in de vele behoeften van de mens die uiteindelijk met niets anders verzadigd kunnen worden dan door zich te wenden tot een Eeuwig Wezen.

Inderdaad, het is pijnlijk om te zien dat er in de islamitische wereld, en in het bijzonder in ons eigen land (Turkije), zowel onder hen die uit naam van de religie spreken als onder de voorvechters van de democratie, individuen zijn die dezelfde vergissing begaan. Religie en democratie kunnen namelijk nimmer met elkaar verzoend worden. Religie berust immers op de heerschappij van God, terwijl democratie gebaseerd is op de consensus van het volk. Ik vrees dat er in dit kader nog een vergelijkbaar onderwerp is dat verwaarloosd en vergeten wordt. Dit betreft de uitdrukking: ‘De soevereiniteit komt onvoorwaardelijk toe aan de natie.’ Deze uitdrukking houdt niet in dat de heerschappij van God Hem wordt ontnomen, waarna deze onvoorwaardelijk aan de natie toevalt. Integendeel, het houdt juist in dat, zoals alles door God aan de mens in bruikleen wordt toevertrouwd, ook de heerschappij door Hem van een enkel individu, een dictator of tiran kan worden afgenomen en kan of moet worden toevertrouwd aan de natie. Dat is in zekere zin ook de praktijk geweest gedurende de heerschappij van de rechtgeleide kaliefen.

Er is geen enkele twijfel dat God in kosmologisch opzicht macht heeft over alles. Wijzelf, onze ideeën en onze plannen zijn allen in de hand van de Almachtige. Dit betekent echter geenszins dat wij geen eigen wil, voorkeur of keuze hebben. Zoals de mens in zijn persoonlijk leven de verantwoordelijkheid kreeg over sommige van zijn keuzes, zo is hij ook verantwoordelijk gesteld voor zijn wil en keuzes met betrekking tot een aantal sociale en politieke aangelegenheden. Mensen die de mogelijkheden hebben de wetgevende en uitvoerende instanties te kiezen, kunnen op verschillende manieren hun stem uitbrengen. Zelfs gedurende de ‘Asr-i Saadet’ – de gelukzalige tijd van de profeet en de rechtgeleide kaliefen – was er geen eenduidige wijze voor het kiezen van het bestuur. De verkiezing van Abu Bakr (de eerste kalief) verliep op een andere wijze dan die van de tweede kalief, Omar. Bij de verkiezing van de derde kalief, Othman respectievelijk de vierde kalief, Ali werd wederom een andere methode gebruikt. Alleen God weet wat de juiste manier is.

Bovendien is democratie geen systeem dat niet kritisch tegen het licht gehouden en ter verantwoording geroepen mag worden. Als we kijken naar het proces waarbinnen de democratie zich heeft ontwikkeld, dan zien we dat er zaken scheefgroeiden, die vervolgens weer rechtgezet werden. Hier en daar is de democratie herzien, zodat men nu kan spreken over wel dertig verschillende vormen van democratie. Vanwege het slingerende spoor dat de democratie op de route van haar ontwikkeling achterliet, bezien sommigen dit systeem nog steeds met argwaan. Misschien is dit wel één van de redenen waarom de islamitische wereld nog steeds terughoudend is wanneer het om democratie gaat. Naast terughoudendheid is er ook nog het gegeven dat een aantal dictatoriale bestuurders de democratie als een bedreiging voor hun eigen positie beschouwen en liever gebruik maken van grof geweld. Ook dit vormt een belangrijke drempel voor de ontwikkeling van de democratie in een aantal islamitische landen.

Een echte moslim kan geen terrorist zijn

Een echte moslim kan geen terrorist zijn

‘Een echte moslim kan geen terrorist zijn’

23 Maart 2004

Uit het interview van Nuriye Akman, in Zaman Daily

Een deel van het al-Qaeda netwerk schijnt zich te bevinden in Turkije. U hebt de religieuze kanten van de zaak al belicht. Heeft het ook een andere kant?

Één van de mensen die ik het meest haat in de wereld is (Osama) Bin Laden, omdat hij het goede imago van de Islam heeft bezoedeld. Zelfs als we alles in het werk zouden stellen om deze schade ongedaan te maken, dan zou dit jaren kosten.

We vertellen erover op verschillende podia. We schrijven erover in boeken. We zeggen: “Dit is geen Islam.” Bin Laden heeft de islam verward met zijn gevoelens en verlangens. Hij is een monster, net zoals de mensen om hem heen. Een ieder die op hem lijkt, is niets meer dan een monster.

We keuren deze manier van denken af. Ik heb al eerder gezegd dat ik een Islamitische wereld niet accepteer. Er zijn slechts landen waarin Moslims wonen, landen waar Moslims hun problemen oplossen.

De vraag is of ze anders denken wanneer ze hun leiders kiezen, of hervormingen zullen doorvoeren. In het belang voor de ontwikkeling van de volgende generaties, moeten de Moslims hun problemen oplossen. Niet alleen wat betreft het terrorisme, wat zeker niet wordt goedgekeurd door God, maar ook wat betreft drugs en sigaretten, welke door God eveneens verboden worden. Verdeeldheid zou ook een punt op deze lijst moeten zijn.

Problemen en het niet over armoede heenkomen worden ook afgekeurd. Je laten leiden door anderen die op je neerkijken, genoegen nemen met deze leider, je altijd laten beledigen door anderen.

Zoals As [Mehmet] Akif [Ersoy] zei: “Slavernij, allerlei problemen, verslaving, het accepteren van dingen uit gewoonte of uit minachting zijn aan de orde van de dag. Het zijn stuk voor stuk vervloekingen van God die voornamelijk op ons volk rusten. Het overwinnen van deze vervloekingen vereist mijns inziens het vermogen te leven als een rechtvaardig man, ofwel het leven als een man van Allah.”

Deze voorstanders van terreur zijn voor onze ogen opgegroeid in Moslimfamilies. Wij dachten dat het Moslims waren. Welk proces ligt ten grondslag aan het worden van een terrorist? Zijn wij niet allemaal schuldig?

Onze schuld is de schuld van een heel volk. Het is de schuld van het onderwijs. Een echte Moslim, die de Islam tot in de details begrijpt, kan met geen mogelijkheid een terrorist zijn. Het is moeilijk voor een man om een Moslim te blijven wanneer hij wordt geconfronteerd met terreur. Religie keurt het doden van iemand om een bepaald doel te bereiken op geen enkele manier goed.

Maar inderdaad, wat hebben wij eigenlijk gedaan om hen goed op te voeden? Hebben wij er wellicht voor gezorgd dat ze met handen en voeten gebonden waren? Met welke verantwoordelijkheid hebben wij ze grootgebracht dat we nu hopen dat ze zich niet inlaten met terreur?

Indien het kader van de Islamitische normen en waarden, de angst voor God, de belofte van het hiernamaals, of alleen al het feit dat ze de regels van de religie overtreden, niet genoeg zijn om iemand te weerhouden om zich in te laten met terreur, dan hebben wij de vereiste karaktereigenschappen niet voldoende duidelijk gemaakt. Zelfs nu zijn er methoden om hiermee om te gaan. We proberen ze ervan te weerhouden om hun leven te wijden aan terrorisme.

Wij vinden dat het niet zo zou moeten zijn; het zou geen cultuur- en moraliteitsles moeten zijn. De neiging tot een leven vol terreur zou door het onderwijs weggevaagd moeten worden. Wij vinden dat alles waaraan je in het leven aan moet voldoen, op school geleerd moet worden. Informatie over de gezondheid moet ook op school worden geleerd, door artsen, wat mij betreft. Alles over het leven thuis en buitenshuis wordt op school beter opgenomen.

Een ieder zou moeten worden aangeleerd hoe het beste om te gaan met zijn/haar toekomstige echtgenoot, en hoe hij/zij zijn/haar kind het beste op kan voeden. Maar hierbij houdt het niet op. Zowel Turkije als andere landen waarvan het een groot deel van de bevolking Moslim is, hebben op grote schaal te maken met drugsgebruik, gokken en corruptie. In Turkije is er bijna niemand die niet bij één of ander schandaal betrokken is. Er zijn doelen die intussen bereikt zijn. Er zijn echter veel doelen die nog steeds niet kunnen worden bereikt. Het is onmogelijk om wie dan ook ter verantwoording te roepen. Het is onmogelijk om de mensen die de leiding hebben verantwoording af te laten leggen. Zij worden beschermd, en daarom met rust gelaten.

De betreffende mensen zijn tussen ons allemaal opgegroeid. Het zijn stuk voor stuk onze kinderen. Waarom zijn sommigen grootgebracht tot keiharde jongens? Waarom zijn sommigen grootgebracht tot rotzakken? Waarom kwamen sommigen in opstand tegen de waarden van de mens? Waarom kwamen ze naar hun eigen volk en bliezen ze zichzelf op als een bom?

Ze zijn allemaal onder onze ogen opgegroeid. Er is iets mis gegaan in het onderwijs dat ze genoten. Het systeem voldoet niet; het opvoeden van mensen was niet de eerste prioriteit. Er zijn in de tussentijd generaties verloren gegaan, verspild.

De ontevreden jeugd was wars van iedere vorm van spiritualiteit. Ze werden betaald, veranderd in robots, gedrogeerd. Hierover wordt tegenwoordig gepraat. Het staat in de tijdschriften. Er werd hen niet geleerd om hun verstand te gebruiken. Ze werden gebruikt als moordenaars onder het mom van bepaalde idealen of doelen. Bepaalde mensen wilden doelen bereiken door hen te gebruiken.

Één van onze vrienden ging naar Israel. Hij woonde een tijdje in Palestina. Hij vertelde me iets interessants. Hij is slim genoeg om daar zijn doctoraal te halen. “Ik woonde vijf of zes maanden in Israel. Ze vroegen me of ik deel wilde uitmaken van het bestuurscomité,” zei hij.

Wie vroeg hem dat?

“De Israëliërs vroegen het me,” zei hij. “Het gedrag van een Palestijn weerhield me ervan. Ik kwam erachter me dat hij een wapenhandelaar was. Hij wilde dat hij zijn handel door kon zetten. Wellicht denken anderen die hier heel dichtbij staan, er het zelfde over.” Sommigen willen hun brood dus verdienen door dit soort incidenten te laten doorgaan.

Deze mensen zijn in robots veranderd. In mijn ogen, gebeuren in Istanbul dezelfde dingen. De daders van terroristische aanslagen zijn niet gek, het zijn gelovige mensen. Het zijn niet dezelfden als zij die buiten de moskee staan en het werk voorbereiden.

Wellicht heeft hij niet veel religieuze kennis. Hij moet een meester of een hodja hebben gehad die hem de opdracht heeft gegeven om bepaalde mensen te doden. Er zijn veel mensen vermoord in Turkije. Verschillende groepen hebben verschillende mensen vermoord. Op 12 maart, was iedereen betrokken bij een bloederig gevecht. Het leger greep in. Op 12 september, hadden de mensen bloed in hun ogen. Iedereen maakte elkaar af.

Het moorden was bedoeld om een bepaald doel te bereiken. Het waren allemaal terroristen; alle kampen die tegen elkaar streden bestonden uit terroristen. Maar ze hingen er een label aan. De één zei: “Ik doe dit in naam van de Islam.” De ander zei: “Ik doe dit voor mijn land en mijn volk.” Weer een ander zei: “Ik vecht tegen kapitalisme en uitbuiting.” Het waren allemaal loze uitspraken die volgens de Koran geen waarde hebben. Maar de mensen gingen door met moorden; allemaal om zogenaamd een ideaal na te jagen.

Velen zijn vermoord uit naam van deze “idealen.” Wanneer een hooggeplaatst persoon zei: “Ruim hem uit de weg,” dan gebeurde dat. Misschien was er ook sprake van dergelijke opdrachten met betrekking tot jou en mij; het lot besliste echter anders. Ik heb duidelijk het gevoel gehad dat er voor mij ook zo’n opdracht gold.

Dit waren allemaal terroristen. En niet alleen Moslims, maar iedereen deed eraan mee. Omdat iedereen het deed, werd het getolereerd. Het werd eigenlijk een gewoonte. De mensen begonnen eraan te wennen. Het doden van iemand is een slechte daad. Één van mijn beste vrienden brak eens de ruggengraat van een slang. Hij was een afgestudeerd theoloog en is nu predikant. Ik heb een maand lang niet met hem gepraat. Ik zei: “Die slang had het recht om te leven in de natuur. Wie of wat gaf jou het recht om zijn ruggengraat te breken?”

De situatie is nu zo dat, wanneer er ergens 20 mensen worden gedood door 10 personen, en dit aantal doden niet zo hoog is als verwacht, we zeggen: “Dat is goed, er zijn niet veel mensen omgekomen.” Dit soort geweld wordt geaccepteerd. “Maar goed dat het niet meer dan 20 mensen waren,” zeggen we. Dit betekent dat het geaccepteerd wordt door de maatschappij.

Onderwijs kan een dergelijke situatie doorbreken en voorkomen.

Ze overdrijven. Er bestaat een geneesmiddel; onderwijs op dit gebied. Er moet geleerd worden dat Moslims geen terroristen kunnen zijn. Waarom dit uitgelegd moet worden? Als je iets doet wat slecht is, als is het iets heel kleins, dan zul je hiervoor boeten.

Het doden van een man is heel erg. In de Koran staat dat het doden van één persoon gelijk is aan het doden van iedereen. lbn Abbas zegt dat iemand die een moord pleegt, voorgoed in de hel zal blijven. Dit oordeel geldt ook voor de ongelovigen.

Dit betekent dat een moordenaar hetzelfde lot wacht als een ongelovige. Ofwel; een moordenaar is gelijk aan een atheïst, en iemand die Allah en de Profeet niet accepteert. Als dit de basis vormt voor een religie, dan zou dit deel moeten uitmaken van het onderwijs. Dit is helaas niet het geval.

Na 11 september, zagen we dat Moslims de neiging hebben om theorieën nog complexer te maken. Zijn het altijd de “anderen” die schuldig zijn? Waarom is er geen spoor van zelfkritiek in de Islam?

Zelfkritiek heeft wel degelijk een plek in de Islam. Alles wordt aan kritiek onderworpen door Moslims, behalve de heilige boodschappen.

Ik ben niet van mening dat dergelijke zelfkritiek in anderen wel bestaat. Kalief Omer vertegenwoordigt bijvoorbeeld de Islam. Wanneer hij een preek houdt in de minbar (preekstoel), maakt een vrouw bezwaar en zegt: “Dit heb je verkeerd gezegd. Zo zou het gezegd moeten worden.”

Een legercommandant zegt dat hij op een bepaalde manier is behandeld. Een onbekende soldaat zegt tegen hem: “Mijnheer, wat u doet is rebels. Als het niet klopt wat u doet, dan doen wij u dit aan.”

Geleerden en theologen hebben ontelbare discussies en meningsverschillen gehad over de Islam. Iedereen had kritiek op de ander met betrekking tot de Islam. Deze kritiek is steeds relatief tolerant ontvangen. Ghazali schreef bijvoorbeeld een tahafut (kritiek op de onsamenhangende theorie van filosofen). Iemand anders diende hem vervolgens van repliek. Indien er destijds sprake was geweest van een Islamitische staat, dan zouden deze mensen zijn gestraft. Er leven vele verschillende ideeën.

Er Is Vandaag de Dag Geen Sprake van een Islamitische Wereld

22 Maart 2004

Na vijf jaar in de V.S. gewoond te hebben en te hebben geleden onder een slechte gezondheid, verbrak Fethullah Gülen zijn stilzwijgen door toe te stemmen met een interview met Nuriye Akman. Gülen gaf zijn mening over de ontwikkelingen in Turkije en de wereld, en ging in op alle beschuldigingen tegen hem. Verder vertelde hij over zijn jarenlange verlangen naar huis, en merkte hierbij op dat deze laatste vijf jaar misschien wel de pijnlijkste jaren van zijn leven zijn geweest.

Als medewerker van de krant Sabah, interviewde ik Fethullah Gülen 10 jaar geleden in Izmir. Dit was een keerpunt; het was de eerste keer dat hij zijn visies deelde met een journalist, een buitenstaander. Hij maakte duidelijk wie hij was en wat hij wilde doen. 10 Jaar later, nu in Amerika, had ik de kans om hem te interviewen als medewerker van de krant Zaman. Ik heb het over een kans want, net als al mijn collega’s, vroeg ik me af hoe hij leeft in de V.S. en hoe zijn langdurige scheiding van zijn moederland zich weerspiegelt in zijn gevoelens en gedachten, en wanneer hij naar Turkij terug zal keren. Ik wilde heel graag de eerste journalist zijn die zijn onthullingen mocht overbrengen. Ik voel me gezegend dat ik getuige heb mogen zijn van dit expatriëringsproces.

Ik zal beginnen met het onderwerp waar zijn volgers en tegenstanders het meest nieuwsgierig naar zijn: Waar en hoe leeft hij?

Hij woont in een klein dorp, in een huis waarvan zijn nicht eigenaresse is, in een klein bos met pijnbomen, kastanjebomen, jeneverbessen en eikenbomen. Deze plek heeft veel weg van de plek die Yahya Kemal beschrijft in zijn gedichten; een plek die de ziel tot rust brengt onder koele cipressen, ver weg van de mensenmenigte. Een plek waar je niet hoeft te kijken hoe laat het is, omdat je de tijd hebt, en waar hij af en toe wordt bezocht door andere Turken die in Amerika wonen. Het geluid van de vleugels van zwermen vogels die haastig wegvliegen, vullen de dag. De maan en de sterren schijnen in al hun grootsheid in een hemel die vrij is van de vervuiling van kunstmatig licht. Het wemelt er van de eekhoorns en de herten.

Maar, als je denkt dat Fethullah Gülen lange wandelingen maakt in het bos en vreugdevol toekijkt hoe een bruisend beekje een klein meer instroomt, dan heb je het mis. Hij komt zijn kamer alleen uit om te bidden en te eten. Hij heeft de afgelopen vijf jaar nog geen vijf stappen in de tuin gezet, laat staan in het bos.

“Maar waarom,” zul je denken. Van diabetes tot een hartaandoening, van een hoge bloeddruk tot een te hoog cholesterolgehalte; veel fysieke ongemakken zijn natuurlijk een deel van de oorzaak. Het echte antwoord ligt, mijns inziens, echter verborgen in zijn ziel. Tijdens dit interview laat hij daar af en toe een stukje van los.

Ik heb gezien hoe zeer de problemen met zijn gezondheid, welke ieder ander nauwelijks het hoofd zou kunnen bieden, hem verzwakten. Zijn toestand ging op en neer. Hoewel zijn ogen zijn pijn verrieden, achtte hij het onbeleefd om erover te klagen, en beantwoordde hij mijn vele vragen tot in detail. Toen zijn arts zag dat hij (Gülen) niet verder kon gaan vanwege zijn stijgende bloeddruk, koorts, hoofdpijn en zijn onvermogen om ook nog maar een woord uit te brengen, eiste hij een pauze en maande Gülen tot rust. Ik was kwaad op mezelf dat ik hem pushte om met mij te praten terwijl hij nog niet volledig was hersteld van de hartoperatie die hij kort hiervoor had ondergaan. Mijn professionele opwinding won het echter en ik zei: “Oké, dat was het voor vandaag, maar laten we het morgen voortzetten.” Zijn antwoord was: “Als ik“dan nog niet dood ben.”

Ondanks het feit dat hij impliceerde dat ik de boel op de spits dreef, was mijn ego niet bereid om ernaar te luisteren.

Daarom moet ik erbij zeggen dat niemand zich zou moeten laten verwarren door zijn fiere houding en zijn stoere kledij op zijn foto’s.

Ik wil hem danken voor het feit dat hij mij niet heeft teleurgesteld, al voelde hij dat de timing niet goed was om zijn ideeën uit te spreken. Ik ben getuige geweest van een peptalk die hij aan zijn gasten gaf op een dag waarop hij zich goed voelde. Dit was de eerste keer dat ik naar één van zijn peptalks luisterde. De preek werd gekleurd door een combinatie van het Soefisme, van geschiedenis, aardrijkskunde, politiek en literatuur, en was gericht aan zowel het hart als de geest. Hierdoor kreeg het publiek de mogelijkheid om zowel wat betreft bewustzijn als het intellect, evenredig te groeien. Ik denk dat hij in staat was om zo vloeiend te spreken doordat hij zijn verbouwereerdheid over de manier waarop hij behandeld was, in toom kon houden.

Mijn verzoek om een kijkje in zijn kamer te nemen, werd gehonoreerd. Een tweepersoonsbed met daarover een sprei met eenvoudige, kleurrijke stukjes stof erop genaaid. Een loopband in de hoek van de kamer. Verder waren alle objecten in de kamer cadeaus met een symbolische waarde. De aarde afkomstig uit verschillende regio’s uit Turkije, bewaard in potjes of plastic zakjes, dienden om het verlangen naar zijn thuisland te verzachten.

Het is vijf jaar geleden dat u naar Amerika kwam, nietwaar?

Op 22 maart (vandaag) is het precies vijf jaar geleden.

Hoe was het vijf jaar geleden met Fethullah Gulen Hodjaefendi, en hoe is het nu met hem?

Er is zoveel tijd verstreken, en dit heeft natuurlijk invloed gehad op mij. Wat mijn karakter betreft, kan ik niet zeggen dat ik veel veranderd ben. Ik heb echter andere dingen gezien en gehoord. Er zijn dagen geweest dat ik ben afgedaald naar gayyas (een put in de hel). Ik heb me gedeisd gehouden.

De afgelopen vijf jaar zijn waarschijnlijk de pijnlijkste jaren uit mijn leven geweest. Ook ben ik bijna zes jaar lang, ongegrond, streng in de gaten gehouden. Uiteindelijk werd ik vrijgesproken. Sinds 27 mei hebben meerdere mensen herhaaldelijk op de knoppen gedrukt, waarvan de reden mij soms wel en soms niet bekend was, en sommigen hebben actie ondernomen. Ik ben nu 66 jaar, en mijn leven is al zo sinds ik 20 was. Dit was het pijnlijkst van alles. Ik ben op een bepaalde manier namelijk overgevoelig. Ik ben zo gevoelig, bijna tegen het hysterische aan. Ik krijg het gevoel dat ik ontrouw ben als ik niet terugkeer naar een plek waar ik een kopje koffie heb gedronken. Zo heb ik ook het gevoel dat ik niet loyaal ben jegens een bepaalde weg die ik eerder insloeg, indien ik niet naar deze weg terugkeer. In mijn kamer bewaar ik de aarde uit 50 verschillende regio’s van Turkije. Ik bewaar deze stukjes aarde als waren ze de aarde van Kabah. Ik kijk ernaar en put hier troost uit. Aan de andere kant, lijd ik alsof iemand gloeiende kolen tegen mijn borst aandrukt, en klem ik mijn kaken op elkaar om niemand te provoceren.

Wat heeft deze periode u gebracht, en wat heeft ze van u afgenomen? Op welke manier heeft het uw gezondheid en uw psyche beïnvloed?

Aan één verhaal zitten altijd twee kanten. Ik ben hier vooral naartoe gekomen om mezelf te laten behandelen. Dhr. Sadi in de Mayo Kliniek is afkomstig uit de Krim. Hij reisde op en neer naar Turkije. Ze kwamen hier naartoe met een delegatie van de raad van bestuur. Ze wilden mijn gezondheid onderzoeken. De andere kant van het verhaal is, dat er veel druk werd uitgeoefend. Er werd heel veel geroddeld. Aan de ene kant waren er leuke dingen. Zo drong de tolerantie bijvoorbeeld door tot de hogere kringen in Turkije; er was sprake van meer respect, en zelfs van tolerantie als deel van de cultuur. Aan de andere kant waren er veel mensen die er, om de één of andere reden, enorm geïrriteerd van raakten. Mijn hart verkeerde in een slechte toestand. Mijn diabetes verslechterde. Zelfs mijn cholesterolgehalte kregen ze niet onder controle. Ik ging naar de Mayo kliniek. Mijn plan was om daar enkele dagen te blijven, en vervolgens terug te keren. Enkele dagen werden enkele maanden. Men zei dat terugkeren, gezien de gebeurtenissen, slecht zou zijn voor mijn gezondheid. Ik probeerde onder behandeling te blijven. Ik had osteoporosis. Ik ging vaak naar het ziekenhuis voor mijn hart. Ik ging wel 20 keer het ziekenhuis in. Ik ging nergens anders naartoe. Ik ben hier nog zieker geworden; deels door het verdriet, deels door de zorgen. Deze plek bereikte de krant niet en ik luisterde niet naar de radio. Ik voelde me hier iets meer op mijn gemak. Ik was verlost van de hele toestand om mij heen. Het verlangen naar Turkije brandt echter diep binnen in mij.

Geen Islamitische wereld maar individuele Islam

De Islamieten hebben jarenlang gezegd: “De Islam gaat niet akkoord met terreur.” Toen vonden de gebeurtenissen van 11 september echter plaats. Daarna volgden de bombardementen in vele landen, waaronder Turkije. Er werd ontdekt dat de daders zich onder ons bevonden. Is het, meer dan wat ook, niet hoog tijd om in opstand te komen?

Je hebt helemaal gelijk. De Islam wordt helemaal verkeerd begrepen. De Moslims zouden moeten zeggen: “In de echte islam, bestaat terreur niet.” Want, in de Islam staat het vermoorden van iemand gelijk aan qufr (het niet geloven in Allah). Je mag niemand doden. Je hebt geen recht om onschuldige mensen kwaad te doen, zelfs niet in tijd van oorlog. Over dit onderwerp kan niemand fatwa (een rechtsgeldig richtlijn, bepaald door een specialist in religieus recht, over een specifiek onderwerp) geven. Niemand heeft het recht een suïcidale bommenwerper te zijn. Niemand heeft het recht om een menigte in te rennen met bommen vastgemaakt aan zijn lichaam. Ongeacht de religie van deze menigte; het is in religieus opzicht niet toegestaan. Zelfs in perioden van oorlog, waarin de orde doorgaans niet wordt gehandhaafd, is het niet toegestaan. Er wordt gezegd: “Doe kinderen en mensen die naar kerken gaan, geen kwaad.” Niet eenmaal is dit gezegd, maar keer op keer, op keer. Wat onze Meester (De profeet Mohammed) zei, zei Ebu Bekir, en wat Ebu bekir zei, zei ook Omer, en wat hij zei, werd later ook door Salahaddin Eyubi, Alparslan en Kilicarslan gezegd. Fatih (Mehmet De Veroveraar) zei hetzelfde. Constantinopel, waar een ongeordende drukte heerste, werd Istanbul. Dit betekende dat de Grieken niet aan de Armeniërs zaten, en de Armeniërs niet aan de Grieken. Ook de Moslims deden hen geen kwaad. Na de verovering van Istanbul, hing er een enorme poster van Fatih in de Patriarchaat. Fatih riep de Patriarch bij zich en gaf hem de sleutel. Ze (van het Patriarchaat) herinneren zich hem met respect. Nu, zoals met heel veel dingen het geval is, is er een gebrek aan begrip van de Islam. De Islam heeft altijd respect gehad voor verschillende ideeën.

Ik vind het spijtig te moeten bekennen dat er in de Islamitische wereld hodja’s en onvolwassen Moslims zijn die geen ander wapen tot hun beschikking hebben. De Islam is een religie, en zou op een rechtvaardige manier gepraktiseerd moeten worden. Het is absoluut niet juist om de Islam onder valse voorwendselen te gebruiken. Het doel dient rechtvaardig te zijn, dus dienen alle middelen om dat doel te bereiken ook rechtvaardig te zijn. Vanuit dit perspectief kan iemand niet naar de hemel gaan door iemand anders te doden. Een Moslim kan niet zeggen: “Ik vermoord iemand, en zal vervolgens naar de hemel gaan. Acceptatie door Allah kan niet worden verdiend door het doden van mensen. Twee van de belangrijkste doelen van voor een Moslim zijn, acceptatie van God, en het verkondigen van de naam van de Almachtige Allah.

Is dit hun logica: oorlog gebruiken om doelen te bereiken? Overal is nu strijd. Zien zij dit ook als oorlog? Denken ze  dat er voor hen een poort zal opengaan, waardoor ze naar de hemel kunnen gaan?

De regels van de Islam zijn duidelijk. Individuen kunnen geen oorlog beginnen, net zo min als een groep of een organisatie. Oorlog wordt verklaard door de staat. Je kunt geen oorlog verklaren zonder een president of een leger. Nu vormt iemand een oorlogsfront door, vergeef me mijn taalgebruik, een paar rovers om zich heen te verzamelen. Denk aan Turkije. Er zijn mensen met een sterke wil. Er kan een oorlog worden ontketend, alleen al op grond van verschillende ideeën. Iemand kan zeggen: “Ik verklaar de oorlog aan die en die.” Over iemand die een tolerante houding aanneemt jegens het Christendom, kan worden gezegd: “Hij steunt het Christendom en verzwakt de islam; we moeten hem de oorlog verklaren, hij moet worden vermoord,” en vervolgens wordt hem de oorlog verklaard. Zo gemakkelijk gaat dat niet. Indien de staat geen oorlog verklaart, kan men geen oorlog voeren. Wie dit doet, al zijn het de wetenschappers op wie ik gesteld ben, gaat in tegen de ziel van de Islam. De regels omtrent vrede en oorlog liggen vast in de Islam.

Indien het indruist tegen de ziel van de Islam, waarom is de Islamitische wereld dan zo?

Volgens mij bestaat er niet zoiets als de Islamitische wereld. Er zijn plaatsen waar Moslims wonen; op sommige plekken veel, op andere weinig. Dat is de Islamitische cultuur. Sommige Moslims hebben de Islam aangepast aan hun eigen ideeën. Hiermee verwijs ik niet naar radicale, extremistische Moslims. Men dient op een rechtvaardige manier te geloven, met gerechtvaardigde overtuigingen. Er kan niet gezegd worden dat gemeenschappen met dergelijke ideeën en filosofieën niet bestaan. Doen we dat wel, dan maken we de Islam zwart. Indien we zeggen dat de Islam niet bestaat, dan maken we mensen zwart. Ik onderschat de bijdrage die de Moslims leveren aan het evenwicht van de wereld niet. Die logica zie ik niet bij bestuurders. De Islamitische wereld is behoorlijk onwetend, ondanks een verlichting van de regels die tegenwoordig aan de orde is. We zien dit terug in Hajj. Je ziet het terug in hun bijeenkomsten en comités. Je ziet het in hun parlementen op de televisie. Er is sprake van een grote ongelijkheid wat betreft dit onderwerp. Ze kunnen de problemen van de wereld niet oplossen. Misschien is dit in de toekomst wel mogelijk.

De term “Islamitische Wereld” zou dus niet gebruikt moeten worden?

Een dergelijk wereld bestaat niet. De Islam is individueel. Moslims wonen verspreid in de wereld. Ik zie persoonlijk niet iets wat lijkt op een florerend bestaan van Moslims. Als Moslims, in contact met anderen om zo een eenheid te vormen, veelvoorkomende problemen oplossen, het universum nauwkeurig bestuderen en interpreteren met hulp van de Koran, projecten genereren voor de toekomst, hun plek bepalen voor de toekomst, niet bestaan, dan is er volgens mij geen sprake van een Islamitische Wereld. Omdat er geen Islamitische wereld is, doet iedereen maar wat hij denkt dat goed is. Het is zelfs zo dat er Moslims zijn met hun eigen waarheid over de Islam. Het is niet zo dat er vanzelf eensgezindheid is ontstaan over een Islamitisch concept; grote Islamitische geleerden zijn tot overeenkomst gekomen over een onderwerp, sterk geleid door interpretatie van de Koran, en die is vele malen getest. Je kunt wel zeggen dat er een Islamitische cultuur is die dominant is.

Misschien is het wel altijd zo geweest, en zal het altijd zo blijven; tot aan het einde van de wereld.

Het is zo sinds de 5e A.H. het begon met het Abbasid Tijdperk of met de verschijning van de Seljuks. Het werd versterkt na de verovering van Istanbul. Deze periode komt voort uit de wil van Allah. In de perioden die volgden, werden deuren naar nieuwe interpretaties gesloten. De horizon met betrekking tot ideeën werd kleiner. De breedte in de ziel van de Islam, versmalde. Er staan steeds meer gewetenloze mensen op in de Islamitische wereld. Mensen die lichtgeraakt zijn. Mensen die anderen niet kunnen accepteren. Mensen die zichzelf niet kunnen openen naar iedereen. Deze versmalling werd ook gemerkt in de huizen van de derwisjen. Het is triest dat het zelfs doorsijpelde in de madrasa’s (scholen voor theologie). En dit alles vereist natuurlijk herzienings- en herstelwerkzaamheden van mensen die uitblinken op hun gebied.

Je zou denken dat de afschaffing ervan uiteindelijk misschien maar beter was.

Afschaffing was hun straf van Allah.

Fethullah verkeert in ernstige gezondheidsproblemen. Toen hij de vragen van Nuriye Akman beantwoordde, werd hij af en toe ziek, en de pijn was van zijn gezicht af te lezen. Er waren momenten dat hij niet door kon gaan met het interview, en moest pauzeren. Hij vertelde dat hij het verlangen naar zijn thuisland verzacht door te kijken naar de aarde die hij uit 50 verschillende regio’s van Turkije heeft meegenomen. Hij acht het nog geen tijd om terug te keren naar Turkije. Wanneer er gevraagd wordt naar de reden hiervoor, zegt hij: “Ik word nog steeds behandeld. Ik wil niet van alles oprakelen met mijn terugkeer.”

De geest overwint

De geest overwint

Geschreven door M. Fethullah Gülen

De geest overwint

Het menselijk leven bestaat uit twee afzonderlijke krachten: de geest en het vlees. Hoewel zij soms in harmonie naast elkaar bestaan, is conflict meer gebruikelijk waarbij de een de ander verslaat. Wanneer lichamelijke begeerte uitgebreid wordt bevredigd, wordt de geest steeds zwakker en gehoorzaamt het deze begeerte. Wanneer wij het fysieke verlangen in bedwang kunnen houden, wanneer het hart (waar spiritueel intellect zetelt) het wint van de reden, en tegenstand biedt aan lichamelijke driften, zal hij of zij de eeuwigheid bereiken.
Elk stukje van een spiritueel corrupt land kan worden vergeleken met een kerkhof, ongeacht hoeveel triomfbogen en standbeelden de wegen sieren. De meeste mensen die in zulk land wonen zijn in werkelijkheid blind en ongelukkig. Een wereld die niet gebouwd is op de adem van de geest is een speelbal van menselijk geweld. Een cultuur zonder ethos die deugdzaamheid aanmoedigt is net als een boze tovenaar die de menselijkheid uit een hinderlaag aanvalt. Het kan echter onmogelijk zijn om grove, ongevoelige mensen hiervan te overtuigen, aangezien zij alleen oog hebben voor hun eigen plezier, en niet geloven dat hun leven verbonden is met het welzijn en geluk van anderen. Konden zij maar het mysterie van hun eigen dood zien, dan zouden zij het eeuwige leven van de geest bereiken.
Alleen zij die hun hart vullen met de meest verheven idealen en liefde voor de mensheid leiden een spiritueel bestaan en bereiken de eeuwigheid in zichzelf. Deze geluksvogels ontstijgen hun lichamelijke driften, die spiritueel waakzaam worden, en vinden de weg naar zelfbeheersing.

Alleen zij die zichzelf overstijgen kunnen als sterk en triomfantelijk worden aangeduid. Zij die niet in staat zijn om zichzelf te bevrijden uit hun zelfgevangenschap zullen verslagen worden, al veroveren zij de gehele wereld. We beschouwen hun succesvolle verovering van de wereld niet als een overwinning, aangezien hun permanente aanwezigheid in de veroverde landen onmogelijk is.
Napoleon, die dwaas zichzelf wereldheerser achtte, sloeg kennis en deugd in de persoon van de filosoof Molmey. Ik vraag me af of Napoleon begreep dat dit falen van de geest erger en meer vernederend was dan zijn nederlaag bij Waterloo. Mustafa Pasha uit Merzifon was van binnen verslagen voordat zijn leger nar Wenen werd geleid. Deze eerste Ottomaanse nederlaag toonde zichzelf in de geest van de opperbevelhebber en verspreidde zich verder onder zijn troepen. Hij werd onthoofd en het tot dan toe grootste leger sloeg op de vlucht. Yildirim Khan, Bayezid I, werd niet verslagen in Jubuk, maar op de dag waarop hij zijn tegenstander kleineerde en zichzelf uitriep tot wereldheerser. En zo zijn er nog vele voorbeelden…

Positieve voorbeelden zijn er echter ook. Tariq boekte succes, niet toen hij het Spaanse leger dat uit 90.000 man bestond versloeg met een handvol dappere soldaten, maar eerder toen hij bij de rijkdommen en schatten van de koning stond en zei: “Wees voorzichtig, Tariq, want gisteren was je nog een slaaf. Vandaag ben je een zegevierende commandant. En morgen lig je onder de grond.” Selim I vond de wereld te klein voor twee heersers. Hij was werkelijk triomfantelijk niet toen hij sommige koningen op de troon zette en anderen onttroonde, maar juist toen hij de stad geruisloos binnenging terwijl haar mensen lagen te slapen om hun enthousiaste ontvangst en applaus te ontwijken. Hij was ook triomfantelijk toen hij eiste dat het met modder bedekte gewaad van het paard van zijn leraar over zijn kist zou worden gedrapeerd omdat het heilig was. Cato, de Romeinse commandant, was triomfantelijk en zorgde ervoor dat zijn mensen hem zich herinnerden niet toen hij de Carthagen versloeg, maar juist toen hij zijn paard en bevel overdroeg aan de Romeinse keizer. Terwijl zijn leger Carthago, de hoofdstad van de vijand en rivaal van Rome, triomfantelijk binnendrong, zei hij tegen de keizer: “Ik heb gevochten om mijn land te dienen. Nu zit mijn taak erop en keer ik terug naar mijn dorp.”

Het opofferen van werelds genot betekent voor de menselijke vooruitgang hetzelfde als de wortels die nodig zijn voor het groeiproces van bomen. Zoals een boom gezond en sterk wordt dankzij goede wortels, ontwikkelt de mens zich tot een perfect wezen die probeert zichzelf van egoïsme te bevrijden om voor anderen te kunnen leven.

Een heilige hymne wijst op de overwinning van de geest: “Ik heb in ruim 80 jaar geen werelds genot gekend. Al mijn leven heb ik doorgebracht op slagvelden, in gevangenschap, en op verschillende pijnlijke plaatsen. Ik heb elke kwelling gevoeld, elk vorm van onderdrukking meegemaakt. Ik geef niet om het Paradijs, en vrees de Hel niet. Wanneer ik zie dat het geloof van veel mensen veilig is, zal ik het niet erg vinden om in de vlammen van de Hel te branden, want mijn hart zal in een roos en een rozentuin veranderen zelfs wanneer mijn lichaam wegbrandt.”

De gekroonde hoofden van de toekomst zullen die geluksvogels zijn die gelukzaligheid hebben bereikt door de overwinning van de geest.
Uit: Buhranlar Anaforunda Insan, Izmir 1997, p. 43-46

Onderwijs van de wieg tot het graf

Onderwijs van de wieg tot het graf

Geschreven door Fethullah Gülen

Voor het laatst bijgewerkt op woensdag 14 juni 2006

Introductie
De voornaamste taak en zin van het menselijk leven is het streven naar begrip. De poging daartoe, welbekend als onderwijs, is een perfectionerend proces waardoor we, in spirituele, intellectuele en fysieke dimensies van ons wezen, de rang verwerven die ons is toegewezen als het volmaakte model van de schepping. Bij de geboorte, het begin van de aardse fase van onze reis van de wereld van de geesten naar de eeuwigheid, zijn we volledig machteloos en behoeftig. De meeste dieren daarentegen, komen in de wereld alsof ze op voorhand al volwassen of geperfectioneerd zijn. Binnen een paar uren of dagen of maanden leren ze alles wat nodig is om te overleven en ze leren hoe ze zich verhouden tot hun omgeving en tot andere wezens. Mussen of bijen bijvoorbeeld, bereiken de volwassenheid en verwerven alle fysieke en sociale vaardigheden die ze nodig hebben binnen 20 dagen; wij hebben 20 jaar of meer nodig om een vergelijkbaar niveau van volwassenheid te verwerven.

We worden hulpeloos geboren evenals onwetend van de wetten des levens en we moeten huilen om de hulp die we nodig hebben te verkrijgen. Na ongeveer een jaar kunnen we op onze voeten staan en kunnen we een beetje lopen. Als we een jaar of 15 zijn, wordt er van ons verwacht dat we het verschil hebben begrepen tussen goed en kwaad, het nuttige en het schadelijke. Het kost ons echter ons hele leven om intellectuele en spirituele perfectie te verwerven. Onze voornaamste taak in het leven is om perfectie en zuiverheid in ons denken, onze opvattingen en ons geloof te verwerven. Door onze plicht van dienstbaarheid aan de Schepper, de Ondersteuner en de Beschermer te vervullen en door het mysterie van de schepping met behulp van onze vermogens en competenties te doorgronden, streven we ernaar om de rang van ware humaniteit te bereiken en om een zalig, eeuwig leven in een andere, verheven wereld waardig te zijn.

Onze aangeboren vermogens en onderwijs
Sinds de tijd van Ibn Miskawayh (932-1030), zijn de menselijke vermogens of “de menselijke drang” behandeld in drie categorieën: rede, woede en lust. Rede omvat al onze vermogens tot conceptie, verbeelding, calculatie, herinnering, leren enzovoort. Woede omvat ons vermogen tot zelfverdediging, dat door islamitische jurisprudentie is gedefinieerd als datgene dat nodig is om ons geloof en onze religie, onze geestelijke gezondheid, onze bezittingen, ons leven en onze familie en andere heilige waarden te verdedigen. Lust is de naam voor de drijvende kracht van onze dierlijke lusten: uitgedost voor de mensheid is de passionele liefde voor het verlangen naar het andere geslacht en het nageslacht; voor opgepotte schatten van goud en zilver; voor gebrandmerkte paarden, vee en plantages; voor allerlei soorten wereldse zaken (3:14).

Deze driften worden ook gevonden in andere schepsels. Maar, of het nu in hun verlangen, intelligentie, of vastbeslotenheid om het leven en het territorium te verdedigen ligt, deze driften zijn in alle wezens gelimiteerd behalve in de mens. Ieder van ons is uniek begiftigd met een vrije wil en de daaruit voortvloeiende verplichting om onze krachten te disciplineren. Deze strijd om discipline bepaalt onze mensheid. In combinatie met elkaar en met de omstandigheden uiten we onze vermogens vaak in jaloezie, haat, vijandschap, hypocrisie en uiterlijk vertoon. Deze vermogens moeten ook worden gedisciplineerd.

Mensen bestaan niet alleen uit lichaam en geest. Ieder van ons heeft een ziel die vervulling nodig heeft en zonder welke we het ware geluk en perfectie niet kunnen vinden. Geestelijke vervulling is alleen mogelijk door de kennis van God en het geloof in Hem. Besloten in de natuurlijke wereld, kunnen onze eigen specifieke lichamelijke persoon, tijd en plaats worden ervaren als een kerker. We kunnen eraan ontsnappen door geloof en regelmatige aanbidding en door af te zien van uitersten wanneer we gebruik maken van onze vermogens of krachten. We moeten er niet naar streven onze driften te vernietigen, maar om onze vrije wil te gebruiken om ze te bevatten en te zuiveren, om ze te kanaliseren en ze te dirigeren richting de deugd. Er wordt bijvoorbeeld niet van ons verwacht dat we lust elimineren, maar dat we de lust vervullen door voortplanting. Geluk ligt in het beperken van onze lust tot de wettelijke grenzen van fatsoen en kuisheid, niet in het ons bezighouden met losbandigheid en verspilling. Op dezelfde manier kan jaloezie worden gekanaliseerd in emulatie die vrij is van wrok, hetgeen ons inspireert om te wedijveren met hen die uitblinken in goedheid en goede daden.

Het toepassen van de juiste discipline op onze rede resulteert in de verwerving van kennis en uiteindelijk in de verwerving van inzicht of wijsheid. Zuivering en training van woede leidt tot moed en verdraagzaamheid. Het disciplineren van onze passie en ons verlangen resulteert in het ontwikkelen van onze kuisheid.

Als over elke deugd wordt gedacht als het middelpunt van een cirkel en elke beweging bij dat middelpunt vandaan als een ondeugd word gezien, wordt de ondeugd groter als we ons verder bij dat middelpunt vandaan bewegen. Elke deugd heeft daarom talloze ondeugden, omdat er slechts één middelpunt in een cirkel is, maar een oneindig aantal punten eromheen. Het is irrelevant in welke richting de afwijking plaatsvindt omdat een afwijking van het middelpunt, in elke mogelijke richting, een ondeugd is.

Er zijn twee uitersten die verband houden met elke morele deugd: tekort of overdaad. De twee uitersten die zijn verbonden met wijsheid zijn stommiteit en bedrevenheid. Voor moed zijn het lafheid en onbezonnenheid en voor kuisheid zijn het lethargie en ongecontroleerde lust. Dus de volmaaktheid van een persoon, de uiteindelijke zin van ons bestaan, ligt in het handhaven van de voorwaarde van balans en gematigdheid tussen de twee uitersten die verband houden met elke deugd. Ali ibn Abi Talib heeft naar verluid gezegd:

“God heeft engelen gekenmerkt met intellect zonder seksueel verlangen, passie en woede, en dieren met woede en verlangen en zonder intellect. Hij verhief de mensheid door de mens al deze kwaliteiten te verlenen. Dus, als het intellect van een persoon zijn of haar verlangen en wreedheid domineert, stijgt hij of zij naar een positie boven die van engelen, omdat deze positie is verworven door een mens ondanks het bestaan van belemmeringen waardoor engelen niet worden gekweld.”

De ware betekenis van waarde en onderwijs
Educatie door leren en door het leiden van een prijzenswaardige manier van leven is een verheven plicht die de Goddelijke Naam Rabb (Opvoeder en Ondersteuner) zichtbaar maakt. Door de plicht te vervullen, bereiken we de rang van ware mensheid en worden we een nuttig element in de samenleving.

Educatie is essentieel voor zowel samenlevingen als individuen. Ten eerste is de mensheid direct evenredig aan de zuiverheid van onze emoties. Hoewel degenen die vol zitten met slechte gevoelens en van wie de zielen zijn beïnvloed door egoïsme, eruit zien als mensen, is het de vraag of ze dat ook daadwerkelijk zijn. Bijna iedereen kan succesvol zijn in fysieke training, maar slechts weinigen kunnen hun geest en gevoel onderwijzen. Ten tweede is het verbeteren van een gemeenschap wel mogelijk door de komende generaties te verheffen tot de positie van de mensheid, en niet door de slechteriken te vernietigen. Tenzij het zaad van religie, traditionele waarden en historisch bewustzijn door het hele land ontkiemt, zullen nieuwe slechte elementen onvermijdelijk opgroeien op de plek van elk slecht element dat is uitgeroeid.

De toekomst van een land hangt af zijn huidige jeugd. Mensen die hun toekomst veilig willen stellen zouden evenveel energie moeten aanwenden met betrekking tot het opvoeden van hun kinderen als de hoeveelheid energie die ze wijden aan andere zaken. Een land dat zijn jeugd in de steek laat, dat hen overlaat aan buitenlandse culturele invloeden, brengt de identiteit van de jeugd in gevaar en is onderworpen aan culturele en politieke zwakte.

De redenen voor de ondeugden die we zien in de hedendaagse generatie, evenals de incompetentie van sommige bestuurders en andere landelijke problemen, liggen in de heersende voorwaarden en heersende elite van 25 jaar geleden. Zo zijn degenen die belast zijn met de opvoeding van de hedendaagse jongeren verantwoordelijk voor de ondeugden en deugden die over 25 jaar voorkomen. Degenen die de toekomst van een land wensen te voorspellen kunnen dat correct doen door volledige inachtneming van de educatie en de opvoeding van de jongeren van dat land. Het ‘echte’ leven is alleen mogelijk door kennis. Dus, degenen die studie en onderwijs verwaarlozen zouden als ‘dood’ moeten worden beschouwd, ook al zijn ze levend, omdat we zijn geschapen om te leren en om hetgeen we geleerd hebben door te geven aan anderen.

Goede beslissingen hangen af van het hebben van een gezonde geest en van het in staat zijn om verstandig te denken. Wetenschap en kennis verlichten en ontwikkelen het verstand. Een geest die is verstoken van wetenschap en kennis, kan daarom geen goede beslissingen nemen, wordt altijd blootgesteld aan bedrog en is onderhevig aan misleiding.

Wij zijn pas ware mensen als we leren, onderwijzen en anderen inspireren. Het is moeilijk om degenen die onwetend zijn en die geen verlangen hebben om te leren als ware mensen te beschouwen. Het is ook twijfelachtig of geleerde mensen die zichzelf niet vernieuwen en hervormen om zich als voorbeeld te stellen voor anderen, ware mensen zijn. Status en merites, verworven door kennis en wetenschap, zijn hoger en langduriger dan status en merites die zijn verworven op andere manieren.

Gezien het grote belang van studie en onderwijs moeten we bepalen wat er geleerd en onderwezen moet worden en wanneer en op welke manier. Ondanks het feit dat kennis een waarde in zichzelf is, is het doel van onderwijs om van kennis een leidraad in het leven te maken en om kennis de weg te laten verlichten naar menselijke verbetering. Derhalve is elke kennis die niet bestemd is voor de eigen persoon, een last voor de leerling, en is een wetenschap die iemand niet leidt naar verheven doelen, een deceptie.

Maar kennis die is verkregen voor een juist doel is een onuitputtelijke bron van zegeningen voor de leerling. Degenen die zo’n bron bezitten, worden altijd door andere mensen opgezocht, als een bron van fris water, en ze leiden mensen naar het goede. Kennis die is beperkt tot lege theorieën en niet geabsorbeerde leerstukken, welke argwaan wekt in geesten en harten verduistert, is een “berg rotzooi” waaromheen wanhopige en verwarde zielen kronkelen. Daarom zouden wetenschap en kennis moeten proberen de aard van de mensheid en de mysteries rond de schepping te ontdekken. Alle kennis, zelfs “wetenschappelijke” is alleen “ware kennis” als het een licht werpt op de raadselen van de menselijke natuur en op de donkere delen van het bestaan.

Familie, school en omgeving
Mensen die hun toekomst willen waarborgen kunnen niet onverschillig staan tegenover de manier waarop hun kinderen worden opgevoed. De familie, school, omgeving en massamedia zouden moeten samenwerken om het gewenste resultaat te verzekeren. Tegenovergestelde stromingen tussen deze essentiële instituten zullen jonge mensen onderwerpen aan tegenstrijdig invloeden die hun zullen afleiden en die hun energie zullen laten vervliegen. In het bijzonder de massamedia zou moeten bijdragen aan de opvoeding van jonge mensen door het onderwijsbeleid dat door de samenleving is goedgekeurd te volgen.

De school moet zo volmaakt mogelijk zijn met betrekking tot het leerplan, de wetenschappelijke en morele maatstaf van de leraren en de fysieke omstandigheden. Een familie moet voorzien in de noodzakelijke warmte en kwaliteit van de atmosfeer waarin kinderen opgroeien. In de vroege jaren van de islam werden geesten, harten en zielen uit alle macht gebogen richting het begrijpen van datgene dat de Heer van de hemelen en de aarde goedkeurt. Elke conversatie, discussie, correspondentie en gebeurtenis werd dus die kant op gestuurd. Degenen die dat konden namen, als resultaat hiervan, de juiste waarden en geest van de omgeving in zich op. Het was alsof alles als leraar fungeerde om de individuele geest en ziel voor te bereiden en om zijn of haar vermogen om een hoger niveau in de islamitische wetenschappen te bereiken te ontwikkelen. De eerste school waarin we de noodzakelijke educatie om beter te worden ontvangen, is thuis.
De thuissituatie is essentieel voor het grootbrengen van een gezonde generatie en voor het veilig stellen van een gezond maatschappelijk systeem of een gezonde maatschappelijke structuur.
Kinderen kunnen thuis alleen een goede opvoeding krijgen, als er een gezond familieleven is. Om deze reden moet een huwelijk worden aangegaan om een gezond gezinsleven te vormen en om daarmee bij te dragen aan de duurzaamheid van het land in het bijzonder en van de menselijke populatie in het algemeen. De eerste voorwaarde voor vrede, geluk en veiligheid in huis is onderlinge overeenstemming tussen echtgenoten in gedachten, moraal en geloof. Koppels die besluiten te gaan trouwen zouden elkaar dus erg goed moeten kennen en puurheid van gevoelens, kuisheid, moraliteit en deugd moeten overwegen, in plaats van rijkdom en fysieke aantrekkingskracht. De ondeugendheid en onvoorzichtigheid van een kind reflecteren de atmosfeer waarin hij of zij is opgegroeid. Een slecht functionerend familieleven wordt in toenemende mate weerspiegeld in de geest van een kind en daardoor in de maatschappij.

In het familieleven moet de ouderen degenen die jonger dan hen zijn met compassie behandelen en de jongeren zouden respect moeten tonen voor de ouderen. Ouders zouden elkaar moeten liefhebben en respecteren en ze zouden hun kinderen met compassie moeten behandelen en rekening moeten houden met hun gevoelens. Ze moeten elk kind rechtvaardig behandelen en ze onderling niet discrimineren. Als ouders hun kinderen aanmoedigen om hun vaardigheden te ontwikkelen en om nuttig te zijn voor zichzelf en voor de gemeenschap, hebben ze het volk een sterke nieuwe pijler gegeven. Als ze het juiste gevoel in hun kinderen niet cultiveren, laten ze schorpioenen los in de maatschappij.

De school en de leraar
Een school kan worden beschouwd als een laboratorium dat een elixer aanbiedt dat de ziektes des levens kan voorkomen of genezen. Zij die de kennis en wijsheid bezitten om dit samen te stellen en te leiden, zijn de leraren.

Een school is een plek om over alles te leren wat gerelateerd is aan dit leven en het volgende. Het kan een licht werpen op essentiële ideeën en gebeurtenissen en het kan zijn studenten in staat stellen om hun natuurlijke en menselijke omgeving te begrijpen. Een school kan ook vlot de weg openen naar het onthullen van de betekenis van kwesties en gebeurtenissen, en daarbij een student naar volledigheid van gedachte en contemplatie leiden. In essentie is een school een soort plaats van aanbidding met leraren als “heilige mensen”.

Echte leraren zaaien het zuivere zaad en behoeden het. Ze houden zichzelf bezig met wat goed en heilzaam is, en leiden en begeleiden de kinderen door het leven en door allerlei gebeurtenissen waar ze mee geconfronteerd worden. Om als school een ware educatieve instelling te zijn, zouden studenten eerst moeten worden uitgerust met een ideaal, met liefde voor hun taal en de wetenschap hoe deze zo effectief mogelijk te gebruiken, met goede zeden en met blijvende menselijke waarden. Hun maatschappelijke identiteit moet op deze funderingen worden gebouwd.

Onderwijzen verschilt van lesgeven. De meeste mensen kunnen iets lesgeven, maar slechts een paar kunnen onderwijzen. Gemeenschappen die zijn samengesteld uit individuen die zijn verstoken van een verheven ideaal, goede manieren en menselijke waarden zijn als onbeleefde individuen die geen loyaliteit in vriendschap kennen, of consistentie in vijandschap. Degenen die zulke mensen vertrouwen worden altijd teleurgesteld en degenen die van hen afhankelijk zijn, blijven vroeger of later achter zonder houvast. De beste manier om iemand uit te rusten met zulke waarden is een gedegen religieuze educatie.

Het overleven van een gemeenschap hangt af van idealisme en goede zeden, evenals van het bereiken van het noodzakelijke niveau in wetenschappelijke en technologische vooruitgang. Om deze reden zouden beroepen en ambachten moeten worden onderwezen vanaf tenminste het basisonderwijs. Een goede school is geen gebouw waar alleen theoretische informatie wordt gegeven, maar een instelling of een laboratorium waar studenten worden voorbereid op het leven.

Geduld is van groot belang in het onderwijs. Mensen onderwijzen is praktisch de meest heilige, maar ook de meest moeilijke, taak in het leven. Leraren zouden, naast het stellen van een goed persoonlijk voorbeeld, geduldig genoeg moeten zijn om het gewenste resultaat te verkrijgen. Ze zouden hun studenten zeer goed moeten kennen en zich tot hun intellect en hun hart, geest en gevoel moeten richten. De beste manier om mensen te onderwijzen is door speciale aandacht aan elk individu te geven, waarbij niet wordt vergeten dat elk individu een andere “wereld” is.

School voorziet zijn leerlingen van de mogelijkheden om doorlopend te lezen, en spreekt zelfs wanneer het stil is. Hierdoor domineert school, ook al lijkt het slechts één fase van het leven te beslaan, feitelijk alle tijden en gebeurtenissen. Voor de rest van hun leven, voeren leerlingen weer op wat ze op school hebben geleerd en ze worden er voortdurend door beïnvloed. Leraren zouden moeten weten hoe ze de weg naar het hart van de studenten kunnen vinden en hoe ze een onuitwisbare indruk in zijn of haar geest kunnen achterlaten. Ze zouden de informatie die ze overbrengen op de leerlingen moeten testen door hun eigen geest en het prisma van hun hart bij te schaven. Een goede les is er één die meer doet dan leerlingen voorzien van nuttige informatie of vaardigheden; het zou hen moeten verheffen naar de aanwezigheid van het onbekende. Dit stelt de leerlingen in staat om een scherpzinnige visie op de realiteit van dingen te verwerven en om elke gebeurtenis te zien als een teken van de onzichtbare wereld. [een overzicht van zijn serie artikelen, gepubliceerd in het maandelijkse Sizinti, No: 26-41, maart 1981-juni 1982]

Fethullah Gülen veroordeelt terrorisme

Fethullah Gülen veroordeelt terrorisme

De Turkse geleerde Fethullah Gülen heeft een mededeling gedaan betreffende de wrede terroristische aanslag die Turkije heeft getroffen.

In Gülens verklaring staat: ‘Terroristische activiteiten, ongeacht wie de daders zijn of waar ze vandaan komen, zijn de meest kwaadaardige klappen voor de vrede. Terroristische daden mogen niet worden vergeven; het maakt niet uit om welke reden ze zijn uitgevoerd. Terreur kan nooit succesvol zijn. Terreur doodt vele onschuldige mensen. Hoewel het lijkt alsof de slachtoffers van terroristische activiteiten gedurende de vijf decennia van onze recente historie als enigen geraakt zijn door de daden, zal de ultieme vernietiging die van de terroristen zelf zijn. Daarom is het, waar een terroristische aanslag ook plaatsvindt, een wrede daad van sabotage, doelbewust gericht tegen de vrede. Dit wordt uitgevoerd door kwade geesten die geen menselijke kenmerken vertonen. Ik veroordeel terreur dat de wortel is van onrust, broedermoord, ruzie en scheiding. Moge God genade hebben met de zielen van de slachtoffers die hun leven hebben verloren in Güngören in Istanbul en moge God hun familieleden en het Turkse volk geduld geven.’

M. Fethullah Gülen