NOVA Reportage over Gülen-beweging, een analyse

Verschenen in: Zaman Nederland

Op 4 juli, twee weken na de uitverkiezing van Fethullah Gülen als grootste intellectueel ter wereld, verscheen een NOVA-reportage over de veelbesproken Gülen-beweging. Op basis van een anonieme getuige en vijf vermeende verklaringen beweren programmamakers Selli Altunterim en Jan Eikelboom dat er binnen de beweging in Nederland sprake is van indoctrinatie, sektarisme en samenzwering. De reportage is volgens vertegenwoordigers van de Turkse gemeenschap in Nederland op zijn minst twijfelachtig te noemen. Ongefundeerde beweringen, sluwe woordenspelingen en dubieuze getuigenverklaringen zijn in de reportage in meervoud terug te vinden. De vraag rijst of de reportage juridisch en journalistiek verantwoord is.

Prominente leden van de Turkse gemeenschap in Nederland spraken direct na het zien van de reportage hun verontwaardiging uit. 

In de wetenschap en het hoger onderwijs wordt er almaar op gehamerd. Kwalitatief onderzoek moet zonder meer voldoen aan een aantal criteria om geldig te kunnen zijn. Zodra aan deze fundamentele principes niet wordt voldaan is het onderzoek zonder pardon ongeldig. Door dit na te laten komt min of meer de onkunde of onwilligheid van de onderzoeker aan het oppervlak. Het ontbreken van geleerdheid, ofwel geletterdheid, zou volgens Desiderius Erasmus (1466-1536) zelfs leiden tot het verval van elke discipline.

Prominente leden van de Turkse gemeenschap in Nederland spraken direct na het zien van de reportage hun verontwaardiging uit. Sommigen waren diep teleurgesteld, anderen beter in staat rede van emotie te scheiden. Mehmet Emin Ates, erevoorzitter van de Turks Islamitisch Culturele Federatie (TICF) en voorzitter van de Inspraakorgaan Turken (IOT), zei bijvoorbeeld na de verschijning van de reportage enigszins gelaten: “De journalistieke regels in Nederland zijn met voeten getreden”. De uitgesproken democraat Veyis Güngör, voorzitter van de UETD (Europese Unie voor de Turkse Democraten) in Nederland lijkt zich beter bewust te zijn van de provocatieve journaille (c.q. sensatiejournalistiek): “Het lijkt alsof in Nederland organisaties die in korte tijd succesvol worden op deze manier opzettelijk worden tegengewerkt.”

Alhoewel in Turkse gelederen veel sentimenten weerklinken is het belangrijk eerst de geldigheid van het onderzoek te toetsen. Geeft de reportage bijvoorbeeld antwoord op de vraag die wordt gesteld? Is de Gülen-beweging werkelijk een gevaar voor de openbare orde? Het antwoord op deze vraag blijft na het zien van de reportage niettemin in het ongewisse. Er worden bewijzen noch feiten geleverd om de bewering te staven. Op een zeker moment wordt in de reportage op tamelijk sluwe wijze de voorzitter van de Dialoog Academie Gürkan Çelik gevraagd of de Academie gelieerd is aan Fethullah Gülen. Çelik probeert meerdere malen tevergeefs van onderwerp te veranderen. Turkije-deskundige Erik-Jan Zürcher merkt in de reportage terecht op dat de poging deze vraag te omzeilen een politieke erfenis zou kunnen zijn vanuit het land van herkomst. In Turkije ligt het spreken over dit onderwerp al jaren uiterst precair. Ofschoon de heer Çelik vervolgens duidelijk blijk heeft gegeven dat Fethullah Gülen een van de inspiratiebronnen is, is dit in de reportage achterwege gelaten. Wel heeft Nova na de uitzending het volledige interview op de eigen website geplaatst. Dit is niet gebeurd met de overige interviews die in de reportage te zien zijn. Wellicht heeft dit ermee te maken dat de heer Çelik een voorwaarde gesteld had om voor de camera te reageren, namelijk dat hij zelf het interview ook op video op wilde nemen voor eigen archief. Volgens de heer Çelik was de lacherige reactie van Nova verslaggever de heer Eikelboom op deze voorwaarde: “Ja, dat [eigen opname] mag, maar dit hebben we nog niet eerder meegemaakt. Alleen in dictaturen.” Het is opmerkelijk dat Nova zich desondanks toch gedwongen voelde het volledige interview met de heer Çelik op de website te plaatsen. De reportage zelf borduurt voort op de gemonteerde ontkenning van Çelik. Om de dubbelzinnigheid van zijn opstelling kracht bij te zetten wordt in de reportage op vermakelijke wijze herhaaldelijk verwezen naar de (verouderde) internetpagina van de Dialoog Academie. Dat uit de referentie naar Gülen als inspiratiebron geen juridische band opgemaakt kan worden blijft buiten beschouwing.

Melodramatische achtergrondmuziek gepaard met vertraagde beelden moet de kijker vervolgens het idee geven van achtergesteldheid en segregatie.

De vraag is in de kern of de beweging op korte dan wel lange termijn een bedreiging vormt voor de openbare orde. Tijdens de inleiding door copresentator van De Wereld Draait Door Joost Karhof wordt onmiddellijk de toon gezet. Karhof: “Volgens Turkije-kenners heeft Fethullah een dubbele agenda.” Saillant genoeg wordt in de reportage slechts één Turkije-deskundige in de persoon van Erik-Jan Zürcher aan het woord gelaten. Melodramatische achtergrondmuziek gepaard met vertraagde beelden moet de kijker vervolgens het idee geven van achtergesteldheid en segregatie. Nadat de zwaarmoedige ondertoon is gezet volgt in de voice-over: “Niemand weet precieze aantallen, maar met mogelijk duizenden aantallen is het waarschijnlijk de grootste Turkse beweging in Nederland.” De oplettende kijker merkt onmiddellijk de woordenspelingen op in deze zin. De gesloten vraagstelling aan de controversiële Turkse journalist Hikmet Çetinkaya die hierop volgt is eveneens merkwaardig. “Er wordt vermeend dat ze zich anders voordoen dan ze in werkelijkheid zijn. Zijn ze werkelijk antidemocratisch? Zijn ze voor de sharia?” De respondent Çetinkaya antwoord bevestigend door de vraag met verheven stem direct om te zetten in een stelling. “Natuurlijk zijn ze anti-democratisch! Zij zijn voor de sharia!”

Mustafa Ayranci, de voorzitter van de Turkse Arbeidersvereniging in Nederland (HTIB), kwam ook aan het woord in de reportage. Tijdens het vraaggesprek zou er een brochure van een niet bij naam genoemde organisatie bij Ayranci thuis op tafel gelegen hebben waarin wordt opgeroepen tot de religieuze wetgeving (c.q. sharia). Ayranci zou later in een interview met Zaman zeggen dat hierover zijn standpunt werd gevraagd. Hij sprak hier dan ook uitdrukkelijk zijn afkeuring over uit. Alhoewel de afzender van de brochure geen banden heeft met de Gülen-beweging, zouden de programmamakers de woorden van Ayranci welbewust verbonden hebben aan de Gülen-beweging. Zelf zegt Ayranci daarover: “Ik vertelde NOVA dat ik de oproep in de brochure laakte. Als voorzitter van de Turkse Arbeidersvereniging ben ik een voorstander van integratie. Het werk van de afzender beschouw ik als hindernis voor de integratie. Let wel, daarmee bedoelde ik niet de Gülen-beweging!”

Door enkel anonieme getuigenissen te gebruiken kan de waarheid ervan niet getoetst worden. Er kan ook sprake zijn van persoonlijke grief of belangenverstrengeling.

De verklaring van Hikmet Çetinkaya – zes maal wegens smaad en laster aan het adres van de heer Gülen vervolgd en veroordeeld door het Openbaar Ministerie in Turkije – zou bovendien onbetrouwbaar zijn. Dit heeft de programmamakers echter niet weerhouden de omstreden Çetinkaya als onafhankelijke deskundige te doen voorkomen en te interviewen. De bijdrage van de journalist riep veel weerstand op. De indruk zou gewekt worden dat hij deskundig is over de Gülen-beweging. Ook de mededeling dat Gülen niet in Amerika zou mogen verblijven en ook in andere landen niet welkom zou zijn is onjuist. In werkelijkheid heeft Gülen de rechtszaak over zijn verblijfsstatus, de Green Card, gewonnen. Verder zou uit geen enkele bron opgemaakt kunnen worden dat andere landen Gülen weigeren.

In de reportage wordt veel waarde gehecht aan een verklaring van een anonieme oud-medewerker. De voice-over meldt plichtmatig dat de man anoniem zou willen blijven omdat hij zou vrezen voor zijn veiligheid. Wederom is het zeer dubieus of een getuigenis geloofwaardig is. In dit geval zou niet getoetst kunnen worden of er sprake is van persoonlijke grief of belangenverstrengeling. Stem: “Maar de leerlingen krijgen niet alleen huiswerkbegeleiding, ze worden ook geïndoctrineerd. Dat zegt een oud-medewerker die uit angst alleen zijn verhaal anoniem wil vertellen.” De angst waarover wordt gesproken zou echter moeilijk op te maken zijn uit de intonatie die de oud-medewerker aan de dag legt. Met pakkende leuzen en ondubbelzinnige beschuldigingen neemt de naamloze vooral zélf het initiatief. Zonder dat de interviewer er gericht naar vraagt begint de anonymus over massabekering en assimilatie. Daarbij weet hij, als oud-medewerker, ongetwijfeld hoe gevoelig deze onderwerpen liggen in de samenleving en – niet in de laatste plaats – voor welk schokeffect dit kan zorgen. Niettemin neemt hij geen blad voor de mond. Enigszins versteld door de uitgesproken dissident ziet de interviewer kans een krachtige uitspraak aan de man te ontlenen: “Ja ja.. En geven ze Nederlanders als goed voorbeeld of als slecht voorbeeld?” Wederom een gesloten vraag. “Een goed voorbeeld is een bekeerde Nederlander; de rest is slecht,” aldus de oud-medewerker.

Er zouden in de reportage bovendien verkeerde generalisaties gemaakt worden. Ook Erik-Jan Zürcher zou vergeten zorgvuldig te formuleren. De Turkije-deskundige beweert dat de secularisten in Turkije tegenstanders zijn van de Gülen-beweging. Daarbij ziet Zürcher over het hoofd dat ook de leden van de Gülen-beweging seculier zijn. Uit opiniepeilingen blijkt nota bene dat de meerderheid van Turkije de activiteiten van de beweging voorstaat.

Gebruikte citaten van Gülen zijn fout of incompleet vertaald. De cruciale passage “sluit vriendschappen met het westen” is zelfs niet vertaald.

Afgezien van de representativiteit en geloofwaardigheid van de respondenten wordt ook de ondertiteling van het halverwege de reportage getoonde fragment van Fethullah Gülen betwist. Het zou verstrekkende onjuistheden bevatten. De integrale NOVA-vertaling luidt: “De islamitische wereld is al twee eeuwen misbruikt door de westerlingen. Om onze wereld niet weer door hen te later misbruiken moeten de gelovigen van Turkije economisch gezien de macht overnemen in het Westen en hen zo het rechte pad wijzen. Zo moeten we alle misbruik tegengaan. Zo wil Allah het.” Gülen spreekt over “küfür dünyasi”. In werkelijkheid zou dit volgens vertalers niet “de westerse wereld” betekenen (in het Turks “Bati dünyasi”), maar ‘regimes die onderdrukken’. De cruciale passage “…o insanlarla dostluk kursunlar” is zelfs niet vertaald. Deze woorden bevatten echter een belangrijke boodschap. De betekenis hiervan luidt: “laat hen vriendschappen met hen sluiten.” Verder betekent de vertaling van “irsat zeminine kadar her seyi ele geçirsin” niet “hen zo het rechte pad wijzen” zoals NOVA het in de context interpreteert, maar “integreren in alle lagen (irsat zemini) van de samenleving (context: om de beeldvorming over moslims te verbeteren)”. Door de vertaling van NOVA voor waar aan te nemen zou de Gülen-beweging volgens gedupeerden geheel buiten verhouding geplaatst worden. Daarnaast zou de NOVA-vertaling van “ve bütün istismar kapilarini kapasinlar”, vertaling: “zo moeten we alle misbruik tegengaan” wederom onjuist zijn. Met name Selli Altunterim, de programmamaker die zelf van Turkse afkomst is, moet het ontgelden. Altunterim zou politieke bedoelingen hebben met de reportage en willens en wetens de woorden van Gülen verdraaid hebben. De juiste vertaling is binnen de context namelijk: “en laat ze de negatieve beeldvorming voorkomen (letterlijk: de deuren sluiten)”. Dit impliceert een hele andere benadering die Gülen nastreeft. De vertaling “Zo moeten we alle misbruik tegengaan” zinspeelt op fysiek geweld en extremisme. En of er al niet genoeg fouten zijn gemaakt wordt de simpele Turkse uitdrukking “Allah rizasi için kapatsinlar” vertaald met het dogma “Zo wil Allah het.” De eigenlijke vertaling is “Voor Gods (c.q. Allah) genoegen,” in het Engels “for God’s sake”. Duidelijk is dat dit een culturele uitdrukking is die je in de Engelse taal wel direct terug vindt, maar niet in de Nederlandse.

Verder worden er naast gebruikelijke schoonheidsfoutjes zoals misplaatste logo’s ook fouten gemaakt die de context van de gebeurtenissen misplaatst. Zo wordt een fragment uit 1999 van Alaattin Erdal, de toenmalige directeur van stichting Het Centrum, getoond met als datering 1990, en niet zoals in werkelijkheid 1999.

Vooraanstaande intellectuelen roemen wereldwijd Fethullah Gülens gedachtegoed van dialoog, ethiek en onderwijs in achterstandsgebieden. Maar volgens sommigen met argwaan zou zelfs de tweedaagse conferentie “Peaceful Coexistence” in 2007 op de Erasmus Universiteit in Rotterdam allemaal gedaan worden om een schijn op te houden.

Turkije-deskundige Erik-Jan Zürcher geeft richting het slot de opzet voor de nabespreking tussen presentator Joost Karhof, Sadet Karabulut (SP) en Halbe Zijlstra (VVD). Zürcher verwijt de overheid veel te makkelijk geld en middelen aan vertegenwoordigers van migrantengroepen te geven die op de juiste knoppen weten te drukken. Zowel Karabulut als Zijlstra zijn de mening toegedaan dat de initiatieven van de Gülen-beweging, met name de scholen, de integratie belemmeren. Karabulut kenmerkt zich in de epiloog aldoor door haar heldere en redelijke argumentatie. Zijlstra chargeert vooral. Volgens de VVD’er zou er vanuit de beweging zelfs sprake zijn van bedreigingen. Vervolgens somt de voormalige gemeenteraadslid van Utrecht grote bedragen op en schetst de leerlingen en ouders die zich hebben verbonden aan de scholen af als hulpeloze slachtoffers. Ook de vrijwilligers binnen de beweging komen er niet vlekkeloos vanaf. Zijlstra: “Hij (Gülen red.) probeert met zijn beweging om mensen die in een achterstandspositie zitten via onderwijs, via opklimmen op de maatschappelijke ladder, in een machtspositie te brengen die niet alleen voor hen goed is, maar vooral voor de groep goed is. En die mensen zien daarin een soort hoop voor de toekomst en houden zich daaraan vast. En daardoor worden ze wel heel erg naar binnen gezogen en ontstaat er een soort sekte. Soort sektebeweging waar je heel moeilijk weer uit kunt komen.” ‘Sekte’, ‘machtspositie’, ‘zijn’ beweging; de toon die Zijlstra aanhoudt liegt er niet om.

Volgens benadeelden probeert de geboren Fries vooral díe kijkers te beïnvloeden die onbekend zijn met de beweging. Zijlstra houdt daarbij de wetenschap achter dat de door Gülen geïnspireerde scholen in de loop der jaren internationaal een goede naam hebben opgebouwd. Hoogwaardigheidsbekleders, beroemdheden, ministers, zelfs presidenten kloppen aan bij de scholen die geïnspireerd zijn door Gülen. Fethullah Gülen is niet voor niets door de respectievelijk Amerikaanse en Britse tijdschriften Foreign Policy en Prospect in juni verkozen tot grootste nog levende intellectueel ter wereld. Vooraanstaande intellectuelen roemen wereldwijd zijn gedachtegoed van dialoog, ethiek en onderwijs in achterstandsgebieden. Het zou zelfs kunnen dat Zijlstra zich werkelijk niet bewust is van de internationale allure van de Turkse denker. De VVD’er ziet de beweging, ofwel mensen die sympathiseren met Gülen en succesvol samenwerken, als een roedel wolven in schaapskleren. Daarmee toont hij zich eigenlijk een tegenstander zonder het mondiale perspectief te begrijpen.

Gespreksleider Joost Karhof zegt op een gegeven ogenblik met recht dat alles er bij de beweging piekfijn uitziet en het mensen hoop en een goede toekomst biedt. Karhof vervolgt in zijn rol als naïeve interviewer: “Maar daar kun je wel maatschappelijk verder mee komen. Dat is de truc natuurlijk.” Zijlstra riposteert: “Dat is de truc, dat is de eerste stap, maar de mensen die dan vervolgens op een gegeven moment zeggen van ho, nu worden allemaal extra dingen van mij gevraagd waarbij ik bijvoorbeeld als individu niet meer aan mee wil doen, dan komt dat groepsproces heel erg sterk aan de orde. Dan zie je dus ook dat mensen heel erg moeilijk er weer uit komen en ook geconfronteerd met bedreigingen. Ondernemers die bijvoorbeeld bijdragen moeten leveren financieel, die daar van afwillen, die dan ook weer met bedreigingen te maken krijgen. En dat is dan de negatieve kant die heel duidelijk aan de oppervlakte komt.” Bij dit soort verdachtmakingen is het essentieel dat de feitelijke onderbouwing afdoende is. Zijn er daadwerkelijk voorbeelden van zulk soort bedreigingen? Is dit representatief? Hoe en wat waren deze bedreigingen? Zijlstra zou hiermee de beweging associëren met terrorisme en extremisme, terwijl Fethullah Gülen onmiddellijk na 11 september zijn grondige afkeuring hiervan uitsprak. De vele inspanningen die de beweging levert om de grimmige beeldvorming over moslims te corrigeren en een vreedzame dialoog te creëren wordt in de reportage buiten beschouwing gelaten. Zo ook de tweedaagse conferentie “Peaceful Coexistence” in 2007 op de Erasmus Universiteit in Rotterdam. Volgens Zijlstra zou dit allemaal gedaan worden om de schijn op te houden.

Zijn er daadwerkelijk voorbeelden van bedreigingen? Nee. Geen die we na kunnen trekken.

Hoewel van Turkse origine zou Karabulut ook een aantal onjuiste generalisaties maken. Als vertegenwoordiger van Turkse Nederlanders zou ze zelfs niet representatief zijn. De politica zou vanwege haar achtergrond teveel verschillen van de overwegend soennitisch Turkse gemeenschap in Nederland. Dit weerhoudt haar niet haar persoonlijke visie als algemeen heersende opvatting te presenteren. Karabulut: “Ik denk dat er heel veel mensen zullen zijn die de beelden die we hier zien zullen beamen.” Of andermaal “Het feit alleen ook al dat op die scholen alleen maar Turkse kinderen zitten, dat is natuurlijk al een teken en het bewijst dat dit absoluut niet de integratie bevordert.” Dat op de scholen ook autochtone kinderen zitten ontgaat het Kamerlid echter. Karabulut pleit er verder voor dat de overheid deze scholen verbiedt. Direct na de uitspraak komt de SP’er weliswaar terug op haar schreden. “Wat wel heel belangrijk is (ik weet vanuit de Turkse gemeenschap) omdat er heel veel kinderen zijn ook met onderwijsachterstanden, en er erg behoefte is aan onderwijsondersteuning, krijgen dit soort organisaties een kans. Dit soort organisaties zouden wij niet nodig moeten hebben. Dat moet wat dat betreft gewoon openbaar publiekelijk goed georganiseerd worden.“ Daarmee slaat Karabulut de spreekwoordelijke spijker op zijn kop. Dit is nu net de reden waarom de Gülen-beweging met haar principieel altruïstische opvatting zo succesvol is, niet alleen in Nederland, maar over de hele wereld.

Integratie als geheime agenda

De NOVA-uitzending van 4 juli heeft een nieuw accent toegevoegd aan het Islamdebat, dat met de zomer vakantie in zicht dreigde in te zakken. Als het aan twee Tweede Kamerleden ligt onderzoekt de regering in hoeverre aanhangers van de Turkse denker Fethullah Gülen in ons land een vijfde colonne vormen, die ons land rijp moet maken voor de invoering van de Sharia. Vooral opmerkelijk aan de bijdrage van Nova is, dat juist goed geïntegreerde Turken (die uitstekend Nederlands spreken, goed zijn opgeleid en veelal belangrijke maatschappelijke posities bekleden) verdacht worden van een geheime agenda: de vestiging van de enige en absolute waarheid van de Islam.

Helaas is NOVA niet in staat gebleken rechtstreeks verband te leggen tussen wat de “Beweging van Gülen” wordt genoemd en Nederlandse organisaties van welke aard dan ook. Als er al zo’n beweging zou bestaan met een duidelijke structuur, een machtscentrum en de Nederlandse tak daarvan dan is Nova er toch niet in geslaagd dat ook maar enigszins concreet te benoemen. Ongetwijfeld is Gülen een intellectueel, die zelfs in het thans tot op het bot verdeelde Turkije over de grenzen van de seculiere staat niet meer welkom is. Wat dat betreft weet NOVA zijn reportage goed te plaatsen. Het Constitutionele Hof van Turkije staat voor de vraag of de heersende AK-partij van premier Erdogan nu verboden moet worden of toch niet. En onmiskenbaar spelen de opvattingen van Gülen, die geen voorstander is van de strenge scheiding van kerk en Staat in Turkije daarbij een rol. Echter zijn gedachtegoed toeschrijven aan een organisatie, die tot in Nederland een streng Islamitische staatsvorm nastreeft, gaat nog verder dan de spoken die een van onze politieke partijen voortdurend aan de horizon waarneemt.

Niettemin laten de analyses van NOVA weinig te raden. Gülen wordt op grond van de aanklacht van het Openbaar Ministerie in zijn eigen land (waar hij inmiddels al weer van is vrijgesproken, maar dat is NOVA helaas ontgaan) neergezet als de inspirator van vele scholen, die gesticht zijn door Turkse ondernemers, die op deze wijze infiltreren en de leerlingen te indoctrineren met conservatieve, zo niet fundamentele opvattingen uit de Islamitische wereld. En niet alleen Azië en Afrika, maar ook in Nederland. De volgende stap maakt NOVA dan snel. Als Nederlands-Islamitische (onderwijs)instellingen of organisaties zich met integratie bemoeien dan is dat verdacht. Immers men kan niet menen, dat de Islam de enige waarheid is en tegelijk met overtuiging deelnemen aan een westerse democratie, die lijnrecht tegenover een theocratie staat. In dat licht is de nog jonge journalistieke organisatie “Time Media Groep”, die een Nederlands katern maakt van de Turkse krant Zaman (‘De TIJD’) al even suspect omdat men ook uit het gedachtegoed van Gülen citeert. (Het lijkt er een beetje op alsof het Dagblad Trouw, dat H.M.Kuitert citeert en om die reden tot de Reformatorische Politieke Beweging wordt verklaard.)

Natuurlijk had NOVA getuigen. Sommigen uit Turkije zelf, maar zonder hun achtergrond te verklaren. Een mooi voorbeeld is de Turkse columnist Cetinkaya, die Gülen achtervolgt, maar telkens weer door de rechter daarop gecorrigeerd moet worden. Nova weet dat laatste kennelijk niet. Interessanter zijn natuurlijk Nederlandse getuigenissen, van wie de belangrijkste echter sterk in betekenis afnam doordat hij (of zij?) niet in beeld kwam en de stem sterk werd vervormd. Het beeld, dat uiteindelijk overbleef was van iemand, die uit de school klapte en zich nu uit angst voor de beweging schuil moest houden. Nogmaals welke beweging, met welke lieden aan de top en met welke bedreigende praktijken …. geen indicatie. De getuigenis van prof dr. Zürcher was dan in zoverre concrtee, dat hij meende dat zo maar van alles waar zou kunnen zijn of tenminste niet uitgesloten moest worden geacht, maar ja ….. met die internationale beweging en die gespannen toestand in Turkije zelf wist hij het eigenlijk ook niet. De oud-leerlingen van een internaat, dat ooit werd geleid door een CDA gemeenteraadslid van Turkse geboorte, waren ook getuigen, maar waar ze niet concreet konden worden over de rol van dat raadslid Alaattin Erdal, was de camera al weer verder gezwaaid, immers elders was het ook een en al indoctrinatie.

NOVA zou niet een uitgesproken politiek georiënteerd programma zijn als de redactie ook niet twee politici had weten te strikken die nu eens niet van de PVV waren, maar toch genoeg ongerust om de regring klemmende vragen te stellen over steun en subsidies aan abjecte instanties en instellingen, die dan weliswaar door de premier en de (toenmalige) minister van onderwijs werden bezocht, maar toch het belang van de Nederlandse staat niet voorop hebben staan. En waar kom je dan mee als je eigenlijk niets in je hand hebt: met een onderzoek, die de presentator van NOVA als een strohalm aangreep. “we zullen het blijven volgens”. Wat precies onderzocht moest worden behalve de grote wereldwijde beweging van Gülen, zijn tentakels in onze samenleving en de financiële banden van onze regering met een abjecte instanties op onze eigen vaderlandse bodem: het lijkt me eerder een valkuil voor een tv-programma van betekenis dat even zijn journalistieke kwaliteit uit zicht had dan voor de vaderlandse politiek, die integratie voorstaat en leunt op Turken, die hier succesvol aan onze maatschappij deelnemen.

Geschreven door Frans Jozef van der Heijden, Zaman Nederland

Laatste aanpassing op dinsdag 03 februari 2009 13:39

De complete transformatie van het Turkse islamisme

Momenteel verblijf ik in Washington D.C. om een ‘paper’ te presenteren tijdens de conferentie ‘Islam in the Age of Global Challenges: Alternative Perspectives of the Gülen Movement’. Deze conferentie is georganiseerd door de Universiteit van Georgetown en het Rumi Forum. De organisatoren zeggen dat globalisering een uitbreiding van uitdagingen voor ons allemaal met zich meebrengt: escalerende inter- en intranationale conflicten, armoede en onwetendheid, omdat meer dan 1 miljard mensen nog altijd analfabeet zijn. Om bij te dragen aan een oplossing voor deze mondiale problemen is niet alleen onbaatzuchtigheid vereist, maar ook persoonlijke interesse. Dit is waarom de organisatoren kozen voor ‘Mondiale Uitdagingen’ als hoofdthema van deze conferentie, met een speciale nadruk op de visie van de Gülenbeweging ten aanzien van mogelijke oplossingen voor deze problemen.

Invloedrijk

De beweging heeft de interreligieuze dialoog georganiseerd om religieuze conflicten te voorkomen, zoals zij onderwijsinstituten in het leven heeft geroepen om onwetendheid te bestrijden. Ook stichtte de beweging charitatieve en zakelijke verenigingen om armoede tegen te gaan. Daarmee vormt de Gülenbeweging een interessant fenomeen, dat nieuwe discussies kan aanwakkeren over diverse aspecten van de mondiale uitdagingen en eventuele oplossingen.

De rode draad van mijn ‘paper’ is dat de Gülenbeweging de meest invloedrijke factor is geweest voor de leiders van de AK Partij, die daarmee een toleranter kader konden ontwerpen. En ze konden daarmee ook uiteindelijk hun islamisme overboord gooien. Met de toegenomen internationale bekendheid van Turkije en zijn succesvolle en internationaal gerespecteerde AK Partijregering, richten academici hun aandacht op de Turkse islamitische ervaring.

Turkije werd al gezien als een bijna uniek geval op het gebied van islam/seculiere staat/democratie. Maar de recente fundamentele transformatie van Turkse islamisten, gekoppeld aan de mondiale opschudding in de ‘post-11 september wereld’, heeft de Turkse wereld nog interessanter gemaakt.

Historisch besef

Er schieten mij goede historische wortels te binnen, van de Ottomaanse ervaring van secularisme en democratie. Het Turkse islamisme was altijd anders dan andere islamistische ervaringen. De ideeën democratie, staatstrouw en nationalisme van de Turkse islamisten zijn verwant aan de beginselen de eerste islamisten uit de geschiedenis: de jonge Ottomanen. Deze omstandigheden hebben ook de evolutie van de Turkse islamisten naar het post-islamisme vergemakkelijkt. Zowel de fysieke als de sociale interactie van de islamitische groepen is een belangrijke factor in de Turkse islamitische transformatie. De voormalige islamisten werden direct en maatgevend beïnvloed door de nieuwe Anatolische elite, de Gülenbeweging, haar scholen en media en de post-islamistische intellectuelen.

Het is uiteraard lastig om een relatie aan te wijzen die een verband tussen oorzaak en gevolg van de twee sociale fenomenen bewijst. Maar men kan de wederzijdse relaties onderstrepen. Mijn voornaamste hypothese is dat de Gülenbeweging de meest invloedrijke factor is geweest in de baanbrekende transformatie van het mentale kader en de religieuspolitieke wereldvisie van de voormalige islamisten.

Uitbreiding

De kennis van de islam van Fethullah Gülen is invloedrijk geweest in Turkije, en men mag verwachten dat deze kennis ook invloedrijk kan zijn in de hele moslimwereld. Een ontwikkeling die parallel zal lopen met de groei van de Turkse invloed en de Gülenbeweging op mondiale schaal. Grote ontwikkelingen in Turkije hebben al veel interesse gewekt van moslimmedia, geleerden en activisten overal ter wereld. De beweging heeft ook haar activiteiten in de niet-Turkse moslimwereld uitgebreid. Buiten de onderwijswerkzaamheden in grote moslimlanden als Bangladesh, Pakistan, Maleisië en Indonesië, heeft de beweging recentelijk scholen, ziekenhuizen en universiteiten geopend in Afrika, en – waar toegestaan – ook in het Midden-Oosten.

“Gülen is een mens van tolerantie en de beweging staat boven partijen”

Geschreven door Rainer Hermann, Zaman Europa

zaterdag 18 oktober 2008 12:00

Dat een charismatische predikant als Rick Warren de presidentskandidaten uitnodigt voor zijn gemeente van de Saddleback Kerk, wordt in Amerika niet gezien als tegenstrijdig met het laïcisme. In Turkije worden zelfs op initiatieven van minder belang met woede gereageerd.

Het doel dat Warren had, was het overbruggen van de muren die zich bevonden tussen verschillende groeperingen en daarbij godsdienstige waarden verdedigen. De charismatische predikant Fethullah Gülen, aan wiens woorden gehoor wordt gegeven in Turkije, is niets anders dan dat. Al negen jaar leeft hij in Amerika, want thuis is de kemalisitische elite bang voor hem. De elite beschuldigt Gülen ervan ten doel te hebben een islamitische staat te willen stichten en houden hem op afstand van hun eigen republiek.

De kemalistische buizerds beweren dat Gülen een ‘verborgen agenda’ heeft om Turkije te verislamiseren. De open agenda laat echter iets anders zien. Gülen is de eerste bekende Turk die Bartholomeos, de patriarch van de Grieks orthodoxe gemeenschap in Turkije, en de Armeense patriarch Mezrob, heeft bezocht. Sindsdien overlegt hij met beiden. Gülen is de eerste die intellectuelen van tegengestelde richtingen ieder jaar bijeenbrengt voor een uitwisseling van gedachten; daarbij bleek sprake te zijn van een productieve dialoog. Gülen heeft particuliere scholen laten stichten onder toezicht van de overheid, maar die (scholen) zijn in vergelijking met openbare scholen, meer toegespitst op natuurwetenschappen en het leren van vreemde talen.

Desondanks vertrouwen de seculiere kemalisten in binnenland en hun vrienden in het buitenland deze oproep en bewegingen niet. Gülen accepteert niet de botsing tussen moderniteit en godsdienst, waarvan de seculiere buizerds menen dat die er is. De buizerds hebben het vooroordeel dat moderniteit door religie wordt afgestompt. Gülen daarentegen zegt dat moderniteit juist behoefte heeft aan religie en metafysieke waarden. Dit maakt hem in Turkije tot staatsvijand. De Berlijnse schrijfster Necla Kelek beschuldigt hem er zelfs van ‘diep conservatieve opvattingen’ te hebben. Komt bij dat de kemalistische elite en hun buitenlandse vrienden het argument gebruiken dat alles wat de islam buiten de theologie om voortbrengt, politiek is. Ze verdedigen dat de islam daarmee opstaat als een politiek en maatschappelijk model tegenover het moderne Westen. Naast de politieke islam die bestaat in de meeste Arabische samenlevingen, zijn er echter ook altijd volksbewegingen geweest die niet de politiek, maar de mensen als uitgangspunt namen. Gülen en zijn beweging behoren hiertoe.

De islam heeft vele gezichten. Een derwisj die om zijn eigen as draait en streeft naar samenzijn met Allah, symboliseert de mystieke en tolerante Turkse islam. Gülen heeft zichzelf de mystiek en tolerantie opgelegd die Mawlana Djalal ad-dien Roemi, Yoenoes Emre en Said Nursi hebben ontwikkeld en gepredikt. Hij zet zelfs de traditie van de rationele islam voort die Gazzali (1058-1111) heeft geformuleerd. Aanhangers van Gülen halen regelmatig zijn volgende woorden aan: “Steek een kaars aan in plaats van te vloeken naar de duisternis.” De kern van Gülens gedachtegoed is het eigen maken van de godsdienst in plaats van grote politieke spelletjes. Daarom predikt hij waarden die in beginsel niet verschillen van die van het christendom: loyaliteit aan God, trouw aan mensen, genade en toewijding. Daarmee komt hij op tegen ‘botsingen en waarden waarmee men tegenover elkaar komt te staan’. Als doel wordt gesteld dat deze (waarden) tezamen de mens een innerlijke vrede geven en (de mens) het besef van verantwoordelijk voor zijn sociale omgeving, waarmee een soort ‘wereldlijke ascese’ verschijnt. “Gedachten brengen mensen tot beweging en motiveren hen,” zegt Gülen. Hij concentreert zich op drie ‘gedachten’: onderwijs, dialoog en media. Zodoende hebben zijn aanhangers in verschillende delen van de wereld meer dan 500 scholen opgericht; Het ‘Abant Platform’ en de Vereniging van Journalisten en Schrijvers (Foundation of Journalists en Writers) brengt intellectuelen met verschillende overtuigingen bijeen. De krant met de meeste oplagen is Zaman, de krant waar Gülen nauw mee verbonden is, vele televisiezenders en een serie worden afgesloten met periodieke uitzendingen.

Het is moeilijk de beweging in een hokje te plaatsen. Want wat gemeenschappelijk is, is niet een organisatie, maar het staan voor waarden. De tegenstanders van Gülen vervormen dit gebrek aan institutionalisering tot de beschuldiging dat het gaat om ‘een geheime organisatie met revolutionaire doelstellingen’. Wat verschijnt, is een onafhankelijk web zonder verbindingen die medestanders bijeenbrengt zonder ze vorm te geven. Bekim Agai, de islamgeleerde uit Bochum, heeft dit onderzocht. Wie zich door de gedachten van Gülen laat inspireren, opent op eigen initiatief een school of studiecentrum. De beweging noemt zichzelf daarom ‘de beweging van vrijwilligers en onbezoldigden, de Vrijwilligersbeweging’.

De aanhangers van Gülen dragen de gedachten van hun predikant ook over naar de rest van de wereld en Duitsland. Zelfs in de Arabische wereld begint het zich geleidelijk aan te verspreiden. Wat jammer is, zijn de beweringen dat de Milli Görüş en Gülenbeweging parallel lopen en/of in elkaar overgaan. De Milli Görüş is de politiek-islamitische koepelorganisatie van Turkije die door Necmeddin Erbakan werd opgericht. Milli Görüş heeft het kenmerk zich op de binnenlandse politiek van Turkije te richten en heeft een islamisme dat duidelijk kan worden waargenomen. Zijn leden zijn overwegend gastarbeiders van Turkse migranten. De Gülenbeweging onderscheidt zich op alle punten. De leden van de Gülenbeweging worden zowel in Turkije als in Duitsland overwegend gevormd door de nieuwe middenklasse. Academici die zich kunnen vinden in de drie ‘gedachten’ (onderwijs, dialoog en media) van Gülen sluiten zich als vrijwilliger aan bij de beweging. Omdat zij zich bezighouden met de plaatselijke projecten in Duitsland, houden zij zich minder bezig met de politiek in Turkije. Want men kan hen telkens weer horen zeggen dat zij ‘alleen hopen op de goedkeuring van God’, dat zij hopen op (een plaatsje in) het paradijs, opdat zij het paradijs binnen mogen gaan, ook al is daar geen garantie voor. Behalve hun gebeden, moeten zij zich bewijzen tegenover God door aanleiding te zijn voor concrete werken en daar beloning voor te krijgen. Deze houding heeft ertoe geleid dat in Turkije de term ‘islamitisch calvinisme’ werd geïntroduceerd. Moslims die dit aannemen, zeggen dat werken een hoge vorm van aanbidding is.

Anders dan Milli Görüş, ziet de Gülenbeweging zichzelf boven partijen, maar in principe ondersteunt zij alle partijen die een bijdrage leveren aan de democratisering van Turkije. Gülen heeft in zijn preken telkens weer benadrukt dat de voorwaarde voor mensen om in vrede met elkaar te kunnen samenleven, een werkende democratie is en een veelzijdige samenleving.

Het is niet mogelijk de omvang van het web (van de beweging) binnen een raamwerk te plaatsen, want er bestaat geen lidmaatschap en er is sprake van een sterke decentralisatie (er is geen centralisatie). De beweging is niet geïnstitutionaliseerd en is niet politiek. De beweging wil niet middels politieke macht ‘een betere samenleving’ bewerkstelligen. Integendeel, zij wil van beneden (bottom-up) de samenleving opleiden en de mensen dienen middels tolerantie.

Islam en democratie kunnen samen gaan

Hans Feddema
maandag 07 mei
De beweging van de Turkse Soefi-ideoloog Fethulah Gülen laat zien dat islam en democratie wel degelijk samengaan, wat critici als Wilders ook mogen beweren.

Als je de titel van het onlangs uitgekomen boek van de Brit Paul Weller, European Muslims, Civility and Public Life leest, denk je al gauw aan de veel gestelde vraag of islam en democratie wel samengaan. Paul Weller beantwoordt deze vraag met een volmondig ja.

Hij is hoogleraar Inter-Religieuze Relaties aan de Derby Universiteit, deed ook  onderzoek naar de leringen van de islam, maar baseert zich nu vooral op de thans in de VS woonachtige bevlogen Turkse Soefi-ideoloog Fethulah Gülen, tevens een groot bepleiter van geweldloosheid en democratie en met een grote beweging achter zich, zowel binnen als buiten Turkije.

Een man met gezag dus, de eerste islamitische leider/geleerde, die het ‘9/11 terrorisme’ publiekelijk veroordeelde als ‘tegen de geest van de islam’, zoals hij al ver voor 9/11 geweld en terreur steeds als een soort Turkse Franciscus of Gandhi sterk had afgewezen……. lees verder www.hetgoedeleven.com

Over Gulen en de Turkse vrijwilligersbeweging; mijn kennismaking met een boeiend fenomeen

Door: Bert Anciaux

De recente start van een KU-leerstoel Interculturaliteit bracht de Gülenbeweging even in de belangstelling. Zoals gewoonlijk geflankeerd door een reeks vage insinuandos. Dit lot achtervolgt Gülen, die zelden zonder controversen de publieke agenda bezoekt. Ondanks de betrekkelijke eenvoud van zijn boodschappen, jaagt hij heel uiteenlopende en zelfs tegengestelde partijen in het harnas. Nederland maar zeker thuisland Turkije achtten het noodzakelijk om officiële onderzoeksdaden tegen hem en zijn volgelingen te starten. Het Turkse onderzoek sleepte acht jaar aan en eindigde met een volledige vrijspraak. Ook in Nederland concludeerde men dat de beweging geen bedreiging vormt en de integratie bevordert. Toch lijkt het of Gülen zowat iedereen aan het politieke firmament prikkelt, argwaan zaait en tegenstand oogst. Wie is deze blijkbaar begeesterende figuur? Wat doet hij en waarvoor staat ‘zijn’ beweging die ruim 10 miljoen volgelingen telt?

De essentie van prediker, schrijver en denker Fethullah Gülen kan m.i. worden samengevat als (1) een diep religieuze islamboodschap als basis (2) gekoppeld aan een onwrikbaar geloof in democratie, dialoog en humanisme (liefde en respect voor de mens) (3) met daarbij prioriteit voor de bestrijding van armoede en onwetendheid.
Gülen (1941)…. lees verder.